Toneel in ’t stad

Toen ik hoorde dat Guido Vanderauwera opnieuw zijn Cicero speelde in theater Tinnenpot, zag ik het meteen zitten om met onze vierdes, vijfdes en zesdes Latijn ernaartoe te gaan. Directie vroeg meteen of dit niet kon voor alle vijfdes en zesdes, maar dat ketste ik meteen af, de voorstelling van 2012 indachtig.

Ik fietste dus vrolijk met een collega iets over enen richting stad, ging met hem iets eten op het terrasje van Boon, de vroegere Veneziana, en stelde vast dat het er lekker en wonderwel goedkoop is: 13.5 euro voor een stevig stukje quiche met slaatje en een hippe Wostok met abrikoos en amandel.

Netjes om twee uur stonden we me 53 leerlingen aan het theater, en tien minuten later stond Cicero het beste van zichzelf te geven. De bespreking volgt nog op de website van de school, maar is op zich niet zo verschillend van wat ik vroeger al schreef: een zwaar stuk dat toch wel enige voorkennis vereiste.

Aansluitend fietste ik nog even tot aan de Hema om extra pepernoten, en ging dan naar huis. Toch vreemd dat ik er vroeger zelfs niet aan gedàcht zou hebben om met de fiets te gaan, terwijl ik het nu de meest normale zaak van de wereld vind en er nog intens van geniet ook.

En straks dan naar Nederland, naar Lage Mierde, maar dat is voor morgen.

Claus

Toen een vriendin me vroeg of ik vanavond mee wilde naar de voorstelling ‘Claus’ in Tinnenpot, hoefde ik geen moment na te denken: uiteraard! Ik vind het Tinnenpot een bijzonder charmant theater, ik heb het wel voor de teksten van Hugo Claus, en ik zie Guido Vanderauwera best wel graag spelen.

Zij kwam met de dochter langs om pannenkoeken te eten, die installeerde zich daarna in de zetel bij mijn kinderen, en wij trokken ’t stad in. Tram was wegens de pijnlijke rug geen optie, maar we vonden, ondanks het lichtfestival, toch bijzonder vlot een plekje, oef.

IMG_1481

De enscenering – regie van Decaluwé, overigens – is eenvoudig maar bijzonder doeltreffend: een bank met boeken, een tapijt, een lezenaar, en centraal een beeldscherm met daarachter een projectiescherm. Vanderauwera brengt de monoloog heel sober: hijzelf speelt de figuur Claus die episodes uit zijn leven vertelt aan de hand van zijn verschillende vrouwen. Tussendoor leest hij zelf authentieke teksten van Hugo Claus voor – duidelijk te herkennen omdat hij dan aan de lezenaar staat. Regelmatig worden er ook gedichten die Hugo Claus zelf voorlas afgespeeld, terwijl de tekst geprojecteerd wordt. Of luister je naar de liederen van Kitty Courbois, Lisbeth List en anderen die de teksten van Claus zingen.

Ik kende  de teksten van Claus eigenlijk niet zo goed, maar echt, die man heeft pakkende, beklijvende dingen geschreven. Mooi, raak, to the point, soms scabreus. Ook dat maakt deel uit van de figuur Claus die jong was in de jaren ’60. Helaas maakte ook zijn rookverslaving deel uit van zijn persoonlijkheid, maar dat was nu niet echt een aspect waarmee ik graag wilde geconfronteerd worden. Een rokende acteur op scene had voor mij echt niet gehoeven, hoe kenmerkend dat ook was: ik had aan de teksten en het spel meer dan genoeg.

Laat me het zo samenvatten: deze voorstelling heeft me zin gegeven om in de bibliotheek een bundel van Claus te ontlenen en die langzaam te savoureren. Een aanrader voor wie van de teksten van Hugo Claus houdt of er graag kennis mee wil maken. Jawel.

De voorstelling speelt nog op 10 februari en 16/17 maart, in Tinnenpot.