Geocachen in Oudenaarde

We hadden het vorige week al vastgelegd: vandaag zouden Véronique en ik gaan geocachen. De exacte locatie was te bepalen al naargelang het weer: bij goed weer ergens op het platteland, bij slecht(er) weer in een stad, zodat we op tijd kunnen vluchten. Een blik naar buiten volstond om een stad vast te leggen, met name Oudenaarde, want daar waren nog wel wat te loggen caches en vooral ook een aantal labcaches.

Véro zag dat meteen zitten en nam ook Peter en plusdochter Sofia mee voor een gezellige namiddag. Maar zo zag het er in het begin niet uit: net toen ik aanzette, begon het te druppelen, en de hele weg naar Oudenaarde lang was het aan het gieten. Maar echt, gieten als in: rij wat trager want ge ziet niet waar ge rijdt. Ik dacht al: waar ben ik aan begonnen? Maar toen ik in Oudenaarde parkeerde vielen de laatste druppels, en toen klaarde het op. Ik had nota bene mijn zonnebril niet mee en heb de hele namiddag lopen pieren.

We wilden een multi afwerken die uiteindelijk meer dan vijf kilometer bleek te zijn, met onder de baan een hoop tussenstops van labcaches. We hebben wel veel bijgeleerd over Oudenaarde, Véro was wég van het kleine begijnhof en het Tacambaroplein, en we hadden echt een fijne namiddag, die eindigde zonder de uiteindelijke cache te vinden – mijn telefoon was plat, en de batterij van Véronique, waar ik op gerekend had, bleek een kapot kabeltje te hebben.

Maar we hadden er alle vier deugd van, de zon scheen en het voelde echt aan als vakantie.

Boottrip: dag vier en einde

Gisterenavond was het een fijne avond in Diksmuide, vandaag waren we iets over negenen alweer aan het varen, terug naar de basis in Nieuwpoort. We hoefden ons niet te haasten, we hadden een gewone sluis en geen getijdensluis. Enfin, heerlijk getuft in de zeewind, en zelfs nog file aan de Sint-Jorissluis, stel je voor! Gelukkig kunnen we intussen wel een beetje aanleggen en zo, viel dat dus best mee.

Tegen half twaalf waren we netjes terug, konden we afrekenen – de weggewaaide parasol, weet u wel – en bleek alles in orde te zijn. Oef.

We reden dan maar naar Nieuwpoort Bad om daar op de dijk iets te eten. Jammer eigenlijk: hoogzomer en we hadden allemaal een pull aan want net te koud om zo rond te lopen. Meh.

Na de mossels en garnaalkroketten bracht Bart Wolf en Arwen naar het station in Oostende: Arwens ouders konden haar niet komen halen, en met zes in de auto is nu niet bepaald de bedoeling. Kobe reed mee wegens geen goesting om veel poot te verzetten, Merel en ik gingen wandelen/geocachen in Nieuwpoort zelf. We hebben er maar een paar van een rondje gedaan, maar da’s niet erg. Vooral heel veel mooie huizen gezien. Oh, en er was uiteraard ook een ijsje.

Tegen vijf uur waren we terug in huis, met een blije Nazgûl, een hoop was, en kinderen die vrolijk gingen douchen. En gebruik maken van de wifi, dat ook, ja.

Nee, het was geen tien dagen aan een zuiders zwembad, maar het was een verdomd fijne vakantie.

Bart en ik hebben echt genoten van dat varen en vinden het voor herhaling vatbaar. Misschien een idee voor de citytrip voor volgend jaar? Als we een weekje hebben?

 

Kampverhuis naar Ertvelde

Gisterenavond kregen we een berichtje van de scoutsleiding: of we hen vandaag naar hun nieuwe kampplaats in Ertvelde wilden brengen?

De kampplaats in Viroinval is nog compleet onbruikbaar en er is wel behoorlijk wat gerief kapot ook. Een deel van de leiding is naar ginder om te redden wat er te redden valt.

De rest van de leiding is heel actief op zoek gegaan naar een alternatief en hebben een grote weide in Ertvelde, in the middle of nowhere gevonden. Qua materiaal hebben ze kunnen lenen bij Scouts Ardu, Scouts Evergem en blijkbaar ook VZW Hoeve Lootens, wat ik gewoon de max vind.

Met een ganse stoet auto’s hebben we scouts en materiaal naar Ertvelde getransporteerd, waar ze toch wel snel hun kamp hadden opgezet. Dik in orde, ze zagen het echt helemaal zitten.

Zelf dacht ik: ik zit nu in Ertvelde, ik ga nog snel twee caches oppikken die hier in de buurt liggen, twee eenvoudige van RWCD die ik in november had ontmoet.

Na het wandelingetje naar de cache zat ik nog even in de auto te kijken of er nog iets haalbaars in de buurt lag, toen er een fietser naast me stopte: “Ha, net weesten cachen?” Het was Rudi die me niet eens had herkend, maar die me op de wegel had zien lopen, vandaar. Toen hij zag wie de cacher was, sloegen we aan de praat. Toen ik de feedback gaf dat hij best het beginpunt van de wegel aangaf, vroeg hij of ik daar even mee wilde helpen, want het was amper zijn tweede eigen cache en had niet echt een idee hoe dat moest. Bon, ik dus mee naar binnen, en pas twee uur later, na een zeer gezellige babbel over alle mogelijke caches, stapte ik opnieuw in de auto.

Mijn middag was voorbij, maar ik heb hem wel heel gezellig doorgebracht ^^

 

Geocachen, met enige tegenzin van ons pa uit

Toen ons pa hier vanmiddag toekwam, schrok ik wel even: hij zag er niet zo goed uit en vooral: hij had weinig evenwicht.

Hij was deze week ook geen enkele keer gaan wandelen, zei hij: geen zin. Euh, de gevolgen waren heel erg duidelijk te merken: hij zag er meteen uit als een echt oud ventje, en ik hield mijn hart vast. Als hij namelijk zijn evenwicht begint te verliezen, kan hij niet langer thuis blijven wonen, en dat willen we kost wat kost behouden.

Eén en ander leidde ertoe dat we toch samen gingen geocachen, maar dan geen iets langer eindje – denk: twee kilometer over anderhalf uur – maar met de auto korte stukjes. Hij tekende wel bezwaar aan, maar dat drukte ik meteen stevig de kop in: hij moest en zou gaan wandelen om dat evenwicht terug te krijgen en vooral: hij moest aan den lijve ondervinden hoe erg het eigenlijk wel met hem gesteld is, zodat hij uit eigen beweging daar iets aan doet, en niet omdat ik aan zijn oren zaag.

Soit, wij de auto in richting Destelbergen, want daar liggen nog wat caches die we nog niet opgeraapt hebben. Een vorige keer onvindbare cache werd ons nu getoond door een voorbijganger, en ik had het stomweg moeten zien. Tsja.

Dan maar verder naar het Admiraalpark, waar een vorige cache gearchiveerd is maar een nieuwe ligt. Na honderd meter zocht ons pa al een bank op, ik ging de cache zelf zoeken. Eigenlijk is het een prachtig parkje, ik ben gewoon compleet vergeten van foto’s te maken.

Bon, verder naar een mooi klein dreefje, en dan naar een ander park waar een natuurleerpunt is. Daar heb ik een gans stukje bos uitgekamd, onverrichter zake, helaas. Ons pa zat alweer op een andere bank, maar moest toch telkens een stukje wandelen en had het daar moeilijk mee. Hmm.

We repareerden nog twee van mijn eigen caches en reden toen huiswaarts waar ons koffie en taart wachtten.

Ik heb ons pa nog eens de levieten gelezen, maar ik had de indruk dat dat niet echt nodig was: hij was vooral zelf sterk verschoten van zijn onvermogen tot wandelen en beloofde beterschap

Ik ben benieuwd.

Frankfurt: slot

We sliepen andermaal vrij lang, ruimden op, en om elf uur ging ik alsnog een uurtje de fiets op, in de andere richting van de Main deze keer. Het regende net niet, maar het scheelde eigenlijk niet zo heel veel. Geen nood, ik ontdekte een meer industriële kant die ook echt wel mooi was, met een heel knap landtongetje en minihaventje. De aanwezige caches werden niet allemaal gevonden, maar ook dat gaf helemaal niet.

Iets over twaalf werden onze fietsen opgehaald en wandelden wij nogmaals richting de Willy Brandtplatz om iets te eten te zoeken. Het werd Italiaans, gevolgd door het Museum voor Moderne Kunst aldaar. En modern was het wel, ja.

Omdat het toen nog amper twee uur was en onze trein maar ging om half vijf, liepen we nog even tot aan de Goetheplatz om daar nog een laatste koffietje te drinken. We zaten zowaar zelfs in de zon!

Enfin, een klein uur op voorhand waren we in het station, zodat Bart gerust was én ik daar nog wat caches kon oplossen.  Of zoals Bart zei: “Ice Ice baby!”

Drie uur later waren we in Brussel, om half negen in Gent, en kwart voor negen gezellig in onze eigen zetel bij onze twee jongens.

Blij, overigens, dat de meegebrachte cadeautjes goed werden bevonden. Kobe kreeg een T-shirt van Carthartt met een fosforiserende chip op, en Wolf een fijn gevlochten lederen armbandje met zilveren sluiting. Ze waren allebei content: Wolf droeg het meteen en Kobe gaat zijn T-shirt morgen meteen dragen, zei hij. Oef.

Frankfurt: dag vier

Voor vandaag was er eigenlijk vooral regen voorspeld, maar in de praktijk bleek dat eigenlijk nog zeer goed mee te vallen.

We wilden ervan profiteren nu het niet regende en gingen nog eens de fiets op, nu via een ganse tocht doorheen residentiële wijken richting het plein aan de oude opera, dat er eigenlijk bijzonder aangenaam en zonnig bij lag, en dus een terrasje met koffie verdiende.

We reden opnieuw via een omweg naar de overkant van de Main om er nog een cache op te pikken die ik gemist had, en keerden terug via de lokale “pont d’amour”, een slotjesbrug. Er hing een cache tussen die ik wel vond maar niet openkreeg. Tsja.

Verder dan opnieuw de stad in om er aan de Pauluskerk iets te eten en cadeautjes voor de kinderen te zoeken.

Aansluitend wilden we nog de tentoonstelling van Gilbert and George bekijken. Subtiliteit is hen vreemd, maar man, af en toe komt de boodschap toch ook keihard binnen.

Aangezien het weliswaar bewolkt was, maar nog steeds warm bleef en niet regende, wilde we er nog een extra fietstochtje aan breien. Helaas, toen begaf Barts fiets het. Allez ja, toch zijn elektrische aandrijving, terwijl de batterij aangaf nog niet leeg te zijn. Hmpf.

Bart heeft dan de kortste weg naar het hotel genomen, terwijl ik nog wat labcaches her en der wilde beantwoorden. En toen begon het eerst zachtjes te regenen. Goh ja. En toen, terwijl ik aan de andere kant van de stad zat, begon het te gieten, zoals verwacht. Mijn jas zat natuurlijk in Barts fietstas, maar ik had gelukkig mijn hoedje nog, en het was ook nog steeds niet koud. Ik heb dan maar verder gecached, maar bij sommige caches echt een fotolog moeten nemen omdat het echt veel te hard regende om papiertjes tevoorschijn te halen. En ik heb zowaar een eigen standbeeld in deze stad!

Enfin, tegen half zes was ik terug op de kamer, al een klein beetje opgedroogd aan de buitenkant – de zon was weer beginnen schijnen – maar wel letterlijk nat tot op mijn ondergoed. Niks dat een heerlijk warm badje en verse kleren niet verhelpen, gelukkig maar.

Kwart voor zeven was het gelukkig alweer droog, zodat we, netjes opgekleed, alweer richtig een sterrenrestaurant wandelden. Alleen hadden we deze keer geen idee wat we moesten verwachten: hun website was bijzonder mysterieus en heel erg weinig zeggend. Wat we wel wisten, was dat het om een veganistisch restaurant ging met één ster, gelegen in het smalste huisje van Frankfurt. Menu noch prijs was ergens te zien.

Tsja. We gingen binnen in een bar met reggaemuziek waar je eerder een bende alterno’s zou verwachten, via een zeer smal gangetje naar de kleinste lift waarin ik al gestaan heb. Met twee kon je er net in, als je je adem inhield tenminste.

We kwamen aan in een schoendoos van een kamer met wel volledige ramen naar buiten. Alleen zat daar al een ander gezelschap, zodat wij gewoon in het midden van de kamer zaten. Het rook er muf en was er warm, maar al snel ging de airco aan en moesten we vrijwel allemaal een vestje aantrekken.

Ik vermoed dat je al door heb waar ik naartoe wil: het kader was het niet, nee. De tafels waren net iets te laag om comfortabel te zijn en de stoelen waren ronduit slecht. Ik ben verschillende keren gewoon een tijdje gaan rechtstaan om mijn rug toch wat te kunnen strekken. De muren waren gigantische spiegelende glazen waarachter een grote tekening met ledlichten zat. Die gingen afwisselend af en aan met verschillende kleuren, wat echt wel een wijs effect gaf en ervoor zorgde dat de kamer groter leek dan ze was. Alleen was dat, naast een kaarsje op onze tafel, het enige licht dat voorzien was. Tijdens het predessert – ja, da’s blijkbaar een ding – heb ik, toen ze het kwamen opdienen en presenteren, gewoon het lichtje van mijn telefoon aangezet om mijn bord te kunnen zien. En tegen dat ik dat doe, ik met mijn kattenogen, is het al ver gekomen. Alleen werd de hint volkomen genegeerd.

Ook de bediening was niet meteen onze stijl. Dat Mario getatoeëerd was, met een rode bandana rond zijn kletskop, was totaal geen probleem. Maar hij kwam maar heel af en toe binnen om op- of af te dienen, wat ervoor zorgde dat hij uiteraard totaal niet aanvoelde dat noch wij, noch het andere gezelschap comfortabel waren. Het duurde ook immens lang: we waren er om kwart over zeven, hadden blijkbaar zes gangen en waren net voor middernacht weer buiten. Op oncomfortabele stoelen is dat niet alles, nee.

En het eten dan? Ja, dat was wel degelijk uitmuntend. Niet alle gangen waren even goed, maar er zaten een paar schitterende dingen tussen, zoals de tomaten (die helaas meteen onder een espuma verdwenen, zodat het oogstrelende effect weg was) of het ronduit prachtige erwtentaartje.

Al hun ingrediënten kweken ze ofwel zelf, ofwel komt het uit een kring van 20 kilometer rond Frankfurt, heel erg bewust. Het zorgt er ook voor dat ze eigenlijk geen koffie schenken :-p

Klein detail: bij het afrekenen kregen we een minibloempotje met daarin een zelfgekweekt raapje, nog geen cm hoog. Volgens de ober heet hij Günther :-p Benieuwd of we hem heelhuids naar Gent krijgen. Ik vond het snoezig.

Met een aperitief voor Bart en twee glazen biologische wijn, twee glazen sprankelend druivensap voor mij en water à volonté betaalden we 311 euro, wat ik niet weinig vind. Maar zet dit restaurant in het correcte kader met comfortabele meubels en een goed tempo, en je hebt al helemaal iets anders.

Jammer, eigenlijk.

Frankfurt-am-Main: hier kommen wir!

Merel werd deze morgen vakkundig om kwart voor acht afgezet aan het station voor haar scoutskamp, de jongens blijven gewoon thuis, en wij, wij gaan op citytrip naar Frankfurt.

Tot onze verbazing haalden we de trein van kwart over acht naar Brussel nog wat ervoor zorgde dat we meer dan een uur moesten wachten in Brussel Zuid op onze ICE naar Frankfurt. Geen nood, we dronken rustig een koffietje in de Pret in de stationshal en ik zocht en vond er een heerlijke stationscache: uit 16 foto’s moet je de 8 stuks halen die je daar ter plekke kan zien. Uiteraard gaat het om details, maar blijkbaar ben ik oplettend, want in één wandeling had ik ze alle acht herkend en had ik meteen ook de cache. Mijn vakantie was meteen goed begonnen.

Drie uur later stapten we uit in Frankfurt Hauptbahnhof en zochten we meteen iets om te eten: het was bijna twee uur! Bart had trouwens een call om drie uur, we konden dus niet ver lopen.

Gelukkig is het hotel vlakbij: alles ligt hier trouwens dicht bij elkaar. En dat hotel, dat mag er wezen. De kamer is niet super groot maar wel zeer gerieflijk.

Het uitzicht en de traphal zijn trouwens ook zeer, euh, hipster.

Bon, na een korte rustpauze voor de rug trokken we te voet de stad in, enfin, gingen we op wandel langs de oevers van de Main.

Ik was al een cache aan het zoeken toen Bart liet weten dat de fietsenverhuurguy aan het hotel stond. Wij terug, fietsen opgehaald en dan met de fiets ’t stad in tot aan de Römer, alwaar de zon scheen en ze deftige koffie hadden.

In het terugkeren zijn we nog even een cache gaan zoeken aan het euroteken, maar waren we eigenlijk te moe om nog echt een restaurantje te gaan zoeken. We wilden ook niet echt veel, maar een deftige supermarkt vonden we dan ook weer niet. We zijn uiteindelijk gaan eten in het restaurant beneden: hipster-fusion-bistro. Niet goedkoop, wel lekker. En vooral: enkel nog de lift in om te gaan slapen. We lagen allebei al te knorren rond tien uur, schat ik. Beetje moe?

Tachtig: hiep hiep hoera voor Nelly!

Jawel, mijn schoonmoeder wordt vandaag gewoonweg tachtig! Ze is niet goed ter been meer – heeft een rollator nodig – en heeft veel pijn door een spierziekte, maar ze is wel nog steeds de oma van de kinderen en we zijn blij dat ze er is!

Vandaag had ze ons uitgenodigd om te gaan eten bij Paul de Pierre in Maarkedal, eventjes rijden voor ons maar vlakbij voor haar.

Bart ging haar samen met Wolf en Merel in de nieuwe auto oppikken, ik kwam achter met Kobe en mijn vader.  Hij was, tot mijn plezier, ook uitgenodigd en was strak in pak met strikje en een cadeautje vol chocolade en snoepgoed.

Het eten was, zoals altijd, meer dan in orde.

Ze had gevraagd voor een familiefoto en die namen we buiten in de zon bij het afscheid nemen. Yup, een mooie groep, toch?

De kinderen reden allemaal met Bart mee naar huis, wat mijn pa en ik de gelegenheid gaf om, nu de regen eindelijk gestopt was en de zon meer dan scheen, nog een paar caches te zoeken in Oudenaarde. Ver mochten we niet gaan want hij had zijn kostuumschoenen aan ^^

We hadden er een vrij gewone, dan een mooie aan het water en dan een virtuele in het kleine begijnhof van Oudenaarde, mij totaal onbekend maar wel echt mooi.

Een mooie dag, voorwaar.

En dan nu mijn valies maken, want we vertrekken morgenvroeg naar Frankfurt voor 5 dagen en ik moet er nog aan beginnen. Tsja.

Zomerse zondag

Een zomerse zondag om duimen en vingers bij af te likken.

Zo was er de zelfgemaakte confituur en daarna een koud buffet om u tegen te zeggen. Mijn echtgenoot is echt wel de max.

En toen trokken ons pa en ik er nog op uit om de rest van de geocache in  park Halfweg te gaan zoeken. Helaas, de cachegoden waren ons niet goed gezind: de servers lagen plat! Geen mogelijkheid dus om de tussenpunten te gaan zoeken. Twee van de vijf ontbrekende tags konden we nog lokaliseren door op het gevoel af te gaan, en jawel, ook de uiteindelijke cache kon ik vinden puur op ervaring. We vonden er wel een enorme twaalfstammige boom – je moet de tweede foto met ons pa erbij maar eens bekijken – en een handgekapte prauw. Wijs!

We hadden alweer een zeer fijne wandeling, maar ik heb er helaas ook reuzeberenklauw gespot. Gelukkig werd die blijkbaar al regelmatig afgedaan, ’t stad moet er dus wel van weten. En ja, die is dus vlotjes drie meter hoog he!

Plots stonden we ook tussen de schapen: de Gentse stadsherder kwam even langs met de beestjes, die in de zomer sowieso gebaseerd zijn aan de Watersportbaan.

Aansluitend was er ook nog taart in de tuin met Marleen: die kwam haar verjaardag vieren ^^