Drinkfonteintje op de Korenlei

Op de Korenlei staat een drinkfonteintje. Jawel.

Zelfs Kobe geloofde het niet, tot ik er met hem naast stond: hij had al duizend keer op de Graslei en Korenlei gezeten en dat nog nooit opgemerkt. Eerlijk? Ik ook niet – en ik loop al net iets langer rond dan hij – totdat er een geocache mijn aandacht op trok.

En het is nog niet eens zomaar een drinkfonteintje. Geen idee hoe oud het eigenlijk is, maar het is wel duidelijk dat het op vier niveaus werkt. Bovenaan is een klein bassin voor vogels, en dat is ook duidelijk omdat er enkele vogeltjes op staan.

De brede rand van het grote bassin is versierd met paardenhoofden en is ook de ideale hoogte voor, jawel, paarden. Compleet met ringen om je paard aan vast te leggen. En onderaan, helemaal onderaan, is een drinkbak voor honden, voorzien van kleine hondenkopjes. Oh, en uiteraard kunnen ook mensen via de kraantjes hun fles vullen, als de fontein aanligt, tenminste.

Ik vind het een geniaal ontwerp, wellicht uit de tijd dat er nog volop koetsen rondreden. In prachtig groen gietijzer, maar helaas wel al beschadigd.

Kijk zelf maar.

Noodgedwongen shoppen met Kobe

Als er iets is dat Kobe en ik allebei niet graag doen, dan is het wel shoppen. Maar soms moet dat nu eenmaal: hij moest namelijk een kostuum hebben voor de eindejaarsbals en dergelijke, en dat kan je niet online kopen, dat moet je echt passen.

Soit, wij nog even getwijfeld of we met de auto of met de fiets gingen gaan, maar tegen vijf uur zou het beginnen regenen, en dankzij de website van Stad Gent kan je altijd de ad hoc bezetting van de parkeergarages zien. Wij dus naar de Sint-Michiels met de auto.

Van daaruit ging het vlotjes doorheen de mensenmassa naar de WE, waar we een fijne verkoopster aanklampten bij de kostuums. De eerste broek en het eerste hemd waren meteen de juiste, bij de vest moest hij een tweede exemplaar passen, en dat was dat. Op nog geen kwartier had hij een kostuum, voilà. 210 euro samen, dat valt al bij al nog mee.

Bon, nu nog een zwarte baggy broek voor hem. Binnen en buiten in een veel te drukke Zara, idem in de Brooklyn, maar in de H&M viel het mee van drukte én vond hij een prima broek, meteen ook de juiste lengte. Niet in solden, uiteraard, maar ik ben al lang blij dat hij überhaupt een broek hééft.

Langs de Australian Icecream passeren is altijd riskant, en dus had ik een ijsje en hij een warme wafel mee, en daarmee wandelden we tot aan de Izy voor respectievelijk een Maple Chestnut koffie – veel te zoet – en een warme chocolademelk. We waaiden nog even de C&A binnen en vonden daar de perfecte “Rory Gilmore” trui voor Merel, alleen niet in de juiste maat. Die hebben we dan daarna thuis online besteld, ze stond te springen van blijdschap.

En toen deed Kobe me nog een immens plezier door samen met mij nog tot aan de achterkant van het Gravensteen te wandelen en daar een cache te loggen.

Al bij al een fijne, productieve middag gehad met mijn middelste zoon, en we hebben zelfs geen enkele keer ruzie gemaakt! Missie volledig geslaagd!

Bar Bask

Bart wilde eigenlijk al heel erg lang hier eens gaan eten: we hadden ooit een reservatie, maar toen bleek ik iets niet mijn agenda gezet te hebben en ging het dus niet door. En een reservatie vast krijgen blijkt dus niet evident te zijn, want nog steeds is dit restaurant aan het begin van de Brusselsesteenweg bijzonder hip en populair.

Was het daarmee misschien dat onze verwachtingen wat te hoog gespannen waren? Geen idee…

Wat wij vooral vaststelden, is dat het er druk en luid is, dat je er lang moet wachten op je eten – als ze je al niet vergeten, zoals bij de uitleg over het menu of het brengen van het water – en dat het er behoorlijk duur is voor wat je krijgt.

Ik bedoel maar: een grote lap perfect gebakken maar lauw vlees – bleu chaud is in mijn ogen toch op zijn minst warm, indien het niet heet is – voor honderd euro voor twee personen? Voor aardappelen (7.60 €) of een slaatje (3.80 €) betaal je immers nog bij. En eerlijk? Ik heb al beter vlees gegeten voor veel minder geld. Het was niet bepaald Wagyubeef… Twee langoustines, gewoon gegrilld zonder verdere bereiding, kost je 20 euro, 10 euro per beestje dus. De mergpijp met geroosterd brood (15.90 €) was dan weer uitmuntend, maar dat heeft dan ook niet echt een bereiding nodig. En voor water van de pomp betaal je vier euro per persoon, maar dat moet je blijkbaar wel een paar keer vragen.

Resultaat was dat we ook geen dessert hebben genomen, om eerlijk te zijn. Het hoefde voor ons niet meer. We deelden in feite allebei dezelfde mening: we bleven op onze figuurlijke honger zitten, we hadden echt beter verwacht. Misschien zijn we ondertussen wat blasé geworden door alle sterrenrestaurants, maar voor 185 euro voor aperitief, voorgerecht en hoofdgerecht, met water, mocht het wel wat meer zijn.

En iets zegt me dat we deze Bar Bask ook niet meteen een herkansing zullen geven. Het zal er de volgende keer, zolang het zo gehypet blijft, niet minder druk, minder luid of minder duur op geworden zijn. Als ik het vergelijk met pakweg de 125, dan weet ik wat ik moet kiezen, en dat voor de helft van de prijs. Tsja.

Gaïsha in concert

Toen de Cultuurcel dit concert van Gaïsha aankondigde, schreef ik me meteen in, zonder achtergrondkennis. Ik vertrouw mijn collega’s daarin: als ze iets kiezen, zal dat wel oké zijn. Ik wist dan ook absoluut niet wat ik moest verwachten, daar in de Centrale. Toen we daar toekwamen tegen acht uur, was er amper vijf man en een paardenkop, maar bleken er ook geen stoelen te zijn. Ach ja… Er waren een soortement lage podia aan de zijkant, zo’n meter breed, waar je op kon gaan zitten. Alleen waren die al volzet, maar iemand van de zaal kwam vragen of ze nog wat plaats voor mij konden maken, omdat een fijne collega een stoel voor me was gaan vragen. Ik verzeilde naast een zeer sympathiek koppel waarmee ik alras een gesprek begon, zij fervente concertgangers bleken met een zoon in het vierde jaar Latijn van het GO! atheneum Gentbrugge, en we elkaar uiteindelijk gewoon ook trakteerden op een drankje.

En het concert? Euh, verbluffend goed, mag ik stellen. Zangeres Aïsha Haskal omringt zich met een schare rasmuzikanten om zo’n een staalkaart aan genres te brengen, telkens met haar typisch oosterse zangstijl, al kan en wil ze haar rapverleden niet verbergen, zoals ze zelf zei. Wat een stem, wat een energie, wat een positiviteit! Het concert ging van typisch Marokkaanse muziek over een Grieks treurlied naar een Frans-Arabische funky song in de stijl van Serge Gainsbourg, tot zelfs reggae en pure rock’n’roll. De meeste nummers waren in het Marokkaans, maar ook veel Frans, Nieuwgrieks, Italiaans, enfin, alle mogelijke talen en culturen kwamen aan bod, maar vrijwel altijd met een funky sausje.

Ik heb het grootste deel van de avond gezeten – de rug wil niet echt mee de laatste tijd –  maar op een bepaald moment ben ik toch gaan dansen: de muziek was té aanstekelijk en de beweging deed mijn rug echt wel goed.

Samengevat: een zeer fijne avond met rasartiesten en een klassezangeres. Mochten ze ergens bij u in de buurt optreden: een aanrader.

Izy

Bart heeft enkele jaren geleden geïnvesteerd in Izy, een koffiehuis dat intussen is uitgegroeid tot een reeks koffiehuizen. De naam komt van Izegem, want de oprichter begon met een rijdende koffiebar ginder onder een brug. Intussen zijn het bijzonder hippe adresjes in de meeste Vlaamse steden – 13 vestigingen intussen – met twee adressen in Gent: eentje op de hoek van de Plateaustraat, waar vroeger de Illy koffie zat, en eentje op de hoek van de Groentemarkt en de Lange Munt. En hip als in: geen koemelk, alleen plantaardig; alle rare soorten koffie, zoals onder andere Pumpkin Spice Latte; en verdomd duur. Zo’n PSL kost maar liefst 7 euro, een gewone latte macchiato 5 euro. Maar je hebt er wel een zeer fijne locatie voor, en het is er goed zitten, heb ik vandaag ontdekt.

Ik blijf standaard in de Labath zitten, mijn vaste stekje als ik op Merel moet wachten. Maar vorig jaar was dat enkel op donderdag, tussen vijf en zes, want op woensdag had ze les van half vier tot zes, en dan is het wel al eens de moeite om terug naar huis te rijden. Ze had toneel op school tot drie uur: ik pikte haar daar op, zette haar af aan de Poel, reed naar huis, en ging haar weer ophalen om zes uur.

Dit jaar heeft ze ook op woensdag les van vijf tot zes, en op dat uur is het complete onzin om naar huis te rijden en terug, want dan ben ik amper een kwartiertje of zo thuis. Op woensdag ga ik nu dus in de Labath zitten, op donderdag heeft Bart als investeerder een Izy-kaart, waardoor je enkel op donderdag één koffie gratis krijgt. Ahaa! Perfect dus voor de blokfluitles. Ik spring ervoor even binnen in de Hema of de C&A of wat ik ook nodig heb, en ga dan een koffie drinken.

En dan raak je blijkbaar ook in gesprek met oudere, cello-spelende Amerikanen die in Gent in een herenhuis wonen maar de term niet kennen, en ook het woord gentry niet, wanneer je hen dat probeert uit te leggen.

Soit, die Izy, daar gaan ze me nog zien, denk ik dan.