Fietswinkel

Terwijl ik vandaag naar huis reed van school, kreeg ik een telefoontje van Merel: ze was gevallen met de fiets – net naast het fietspad geraakt en daarna tegen het boordje blijven hangen – en haar fiets wilde niet meer mee, haar rem achteraan zat vast.

Bon, ik passeerde letterlijk een minuut later, stopte en bekeek de fiets. Hmm. Zelf kon ik die niet de auto krijgen, dus fiets op slot gezet aan een paal, Merel ingeladen, thuis Merel uitgeladen – ze had wat blauwe plekken maar gelukkig niet meer dan dat – een tegenpruttelende Kobe ingeladen, naar fiets gereden, fiets met heel veel moeite in de auto proberen krijgen, naar de fietsenmaker gereden met de koffer open want dat stuur was te groot, fiets uitgeladen, vastgesteld dat het volledige achterwiel verbogen was, en dan maar de reparatie besteld. Tsja. Maar die fietswinkel, dat is wel wat. Cyclart heeft uiteraard een gamma aan nieuwe fietsen, maar doet vooral herstellingen. En speciallekes: riksja’s, gigantische bakfietsen ter grootte van een kleine remorque, verhuur van de raarste dingen (allemaal op elkaar gestapeld) en daarnaast ook nog in de winkel zelf enkele antiquiteiten. Prachtig, gewoon.

Merel en ik zaten ons wel af te vragen hoe je daarmee voor het licht kan staan. Want achteraan zijn er treetjes om erop te klimmen, maar hoe sta je gewoon stil? Elke keer eraf klimmen? Misschien wel, ja.

Enfin, fiets toch weer eens binnen en weer eens kosten. Zo blijven we bezig.

Nieuwe fietsen

Zowel Kobe als Merel hadden het al een paar keer gezegd: hun fietsen waren echt aan vervanging toe. Ze rijden er dan ook alle dagen 10 km mee, door weer en wind, en die fietsen zien af.

Kobe reed met Wolfs “oude” fiets, volgens hem sinds zeven jaar al, sinds zijn zesde studiejaar, want toen had Wolf een vintage koersfiets gekregen (blijkbaar in 2018, maar bon). Wolf had er toen al een paar jaar mee gereden en het was op zich al een tweedehands. We hebben er veel kosten aan gehad omdat er altijd wel iets was met de versnellingen of de wielen. Gelukkig was Kobe al een tijdje zelf zijn remblokken aan het vervangen, want die versleten nog het meest. En net gisteren was hij thuis gekomen met zijn spatbord in de hand. Juist ja.

Merel reed dan weer met oma’s fiets. Die had daar zelf een aantal jaar mee gefietst, en dan werd dat mijn fiets, tot ik mijn elektrische kocht. Het ding was dus ook al intens gebruikt, Merel heeft er nu ook een paar jaar mee gereden, en het zadel was lichtjes gescheurd, de handvaten gebarsten, hij maakte een raar geluid en een van de spatborden was kapot. Oh ja, en ze had een platte band, de dag nadat die hersteld was. Hmm.

Soit, wij dus naar Huis Tange, want ik weet dat zij tal van tweedehandsfietsen staan hebben die ze perfect in orde zetten en dan weer verkopen. Kobe kreeg een stevig model met zelfs compleet nieuwe wielen voor 165 euro. Niet de mooiste fiets, maar wel zowat de stevigste, zei de fietsenmaker. Merel ging voor een stevig effen zwart model van 220 euro en ook die zou nu wel eventjes moeten meegaan, hoop ik dan.

Enfin, twee blije kinders die vrolijk naar huis zijn gefietst op een moment dat het eventjes niet regende. Dik in orde.

En nu maar hopen dat ook Kobe van in het begin zijn fiets herkent. Merel was verontwaardigd toen ik zei, terwijl ze allebei naast me in de zetel zaten: “Zeg, zorg dat je je fiets goed bekijkt zodat je hem herkent tussen die 500 andere fietsen op school!” Maar ik zei dat eigenlijk vooral tegen Kobe en hij herkende zich daar volledig in. Ja, mijn zoon en ik…

Fietsgedoe

Toen ik zondag, bij het nazicht van een geocacheroute, prompt stilviel toen het motortje van mijn elektrische fiets begaf, moest die fiets uiteraard in herstelling. Ik mag van de dokter zelfs niet meer gewoon fietsen, ik heb mijn fietsje echt wel nodig. En net nu het een paar dagen mooi weer was… Meh.

Soit, op maandag zijn ze dicht, maar deze voormiddag reed ik dus met de fiets op de drager richting Vanbeverenplein. Huis Tange, ik ga er graag. De eigenares is iets… speciaals. Of ze heeft het voor u, of ze bijt uw neus eraf. Hoe dan ook, hun materiaal en hun service zijn excellent, en daar doen we het toch voor.

Nu ik er toch was, kocht ik meteen ook nieuwe dubbele fietstassen, want de mijne zijn versleten. Ik had het liefst dezelfde paarse van Basil gehad, maar die zijn nergens meer te krijgen. Ik ben dan maar voor een set felblauwe gegaan, ook niet lelijk. Zij gingen ze zelfs meteen voor mij installeren.
En nu ik er toch was, vroeg ik of ze geen tweedehands herenfietsen hadden: Wolfs fiets op zijn kot is echt gewoon dood. Nog net niet begraven, maar eigenlijk niet meer verantwoord. Hij zegt het al sinds kerstmis dat hij een nieuwe fiets moet hebben, maar dat komt er dus niet van. Zoals dat gaat.

Soit, ik kreeg enkele exemplaren te zien, waaronder een quasi nieuw want vrijwel niet gebruikt exemplaar van Thompson. Dat beviel me zodanig dat ik in de namiddag met Wolf ben teruggekeerd en dat we meteen maar de fiets hebben meegenomen. Ha ja, de drager stond er toch nog op. Moeder weer wat geld armer, maar een blije en tenminste veilige Wolf.

Zijn oude exemplaar gaan we dan wel eens meenemen naar huis, zodat hij hier thuis ook een eigen fiets heeft, zodra deze weer wat in orde is gezet.

Nu nog mijn fiets terugkrijgen en dan voor Merel een nieuwe helm en nieuwe fietstassen, en we kunnen er weer even tegen. Hoop ik dan toch.

Oh, enne…

er stond ook een nieuwe elektrische fiets naar mij te lachen. Ik heb die niet nodig, absoluut niet, eigenlijk, mijn huidige fiets doet het prima, maar hij heeft wel meer versnellingen en een zwaardere batterij en… hij is gewoon mooi, toch?

Met de fiets op de trein… of toch niet.

Als ik zelf vrij ben en er nog plaatsjes over zijn, ga ik al graag eens mee met de Cultuurcel naar een of andere voorstelling.

Vandaag was het in Brussel te doen, ‘De Woordenaar’ van Bruno Vanden Broecke. De hele groep ging zoals gewoonlijk met de trein, netjes gereserveerd. Alleen doet mijn voet echt lastig en vond ik dat allemaal nogal moeilijk. Ik was zelfs speciaal met de fiets naar het station gereden – fietsen is echt geen enkel probleem – zodat ik de afstand tussen parkeerplaats en stationshal niet moest stappen. De fiets heb ik dan ook gewoon op het plein gezet, niet in de reguliere fietsenstalling.

Ideaal was geweest dat ik mijn fiets gewoon meenam op de trein, want dan hoefde ik geen taxi te nemen naar de KVS heen en terug, maar kon ik ook ginder fietsen. Maar het fietsbeleid van de NMBS is op zijn minst een beetje wereldvreemd te noemen. Ik kan namelijk voor vier euro extra mijn fiets meenemen, alleen kan ik dat niet reserveren. En kan ik dus niet op voorhand weten of er überhaupt plaats zal zijn voor mijn fiets. Ik moet het namelijk aan de treinbegeleider vragen op het moment zelf. En wat als de fiets dan niet meekan? Gaat die trein dan wachten op mij tot ik mijn fiets terug ergens in een fietsenstalling heb gezet? Uiteraard niet. Maar hem gewoon achterlaten op het perron, netjes vastgemaakt, mag uiteraard ook niet. En dus kon ik mijn fiets niet meenemen en heb ik in Brussel een taxi genomen.

Mijn collega’s geloofden het gewoonweg niet, tot ik hen de website van de NMBS onder hun neus duwde.

Oh, en de voorstelling? Schitterend, maar die bespreking komt later nog op de schoolwebsite.

Geocachen in Gavere

Rond Gavere ligt er een prachtige geocacheroute van een cache of 80: de reeks rond de hondjes Scott & Whisky. Vorig jaar in augustus had ik er daar al een reeks van gedaan, samen met Véronique.

Vandaag vroeg ik Kobe om mijn fiets op de drager te zetten, en tegen half vier stond ik in Eke: enkele losse caches en de labcache aldaar, en dan over de brug richting Gavere via Semmerzake, dorpen waar ik nog nooit geweest was. Semmerzake heeft overigens een kerk die duidelijk door dezelfde architect is ontworpen als die van Zomergem…
Gavere blijkt ook een stuk groter dan gedacht en ook over een eigen labcache te beschikken.

Het was tegen achten tegen dat ik thuis was, maar dit is vakantie…

Rondje Rieme, deel één

Wellicht een van de laatste stralende dagen dit jaar, en ik had al de hele voormiddag zitten werken voor school. Ik had het een beetje gehad, om eerlijk te zijn, en morgen kon ik ook nog wel werken en toetsen opstellen en zo.

Dus maakte ik bewust mijn namiddag vrij, sprong op de fiets en reed naar Rieme, zo’n 8 kilometer verder, om daar een geocacherondje te doen. Ik reed door industriegebied, natuurgebied (een koppelingsgebied), oude en nieuwe wijken, veldwegen, en zag toen dat het goed was geweest, dat het welletjes begon te worden voor de rug, en vooral dat mijn fietsbatterij het niet zo heel erg lang meer ging uithouden en ik nog 8 kilometer terug moest.

Maar het resultaat? Een kleine dertig kilometer gefietst, het hoofd leeg, de rug los, de longen vol (en de fietsbatterij sjiekeplat). En mentaal weer wat opgeladen: we kunnen er weer eventjes tegen.

Geocachen in Leest

Toen we hier vorige week aan het knutselen waren met de Vossen, had ik meteen concreet met Mireille afgesproken dat ik tot bij haar ging komen om eindelijk eens samen te geocachen in de buurt. Nu ik een deftige fietsendrager heb op mijn auto, kan dat een stukje vlotter dan vroeger.

Tegen half drie stond ik voor haar deur, iets later stond er een deftige koffie voor mijn neus ^^

Tegen drie uur zaten we op de fiets om een rondje “In Leestse Velden” te fietsen en nog een paar losse caches mee te pikken.

Op zich is dat niet veel kilometer, maar hier en daar hebben we vrij lang staan zoeken, en uiteindelijk was het bijna zeven uur tegen dat we terug waren. Het was ook meer dan voldoende: mijn rug vond het welletjes, en Mireille heeft serieus last van long-covid en was doodop. Maar het was een prachtige namiddag met vrij mooi en eigenlijk behoorlijk warm weer, schitterende landschappen, fijn gezelschap…

Toen was het te laat om nog naar huis te rijden voor het avondeten, ben ik maar blijven eten, was er daarna nog een fijn dessert en kreeg ik nog de zonsondergang vanuit hun tuin.

Moe, maar echt een vakantiegevoel. Dankuwel, Mireille!