Festival van Vlaanderen: Zefiro Torna

Vorige week kregen Bart en ik een uitnodiging van Jeroen: of we geen zin hadden in een concert van het Festival van Vlaanderen, oude muziek door Zefiro Torna.

Het kon perfect in onze agenda, dus nee, we zeiden geen nee! Tegen zeven uur zaten we inderdaad in de parochiekerk van Zomergem, waar ik als kind al die uren heb gesleten tijdens de zondagsmis. Alleen hadden ze nu de richting van de kerk omgedraaid en stond er een podium aan de grote deuren. Dit zou eigenlijk vaker moeten gebeuren: een prachtige locatie, een prachtige akoestiek…

En dan spreken we nog niet eens over de muziek zelf. Zefiro Torna heeft een wisselende bezetting al naargelang de behoeften van de muziek, en voor ‘Les Champions des Dames’, muziek uit de tijd van de Vlaamse Primitieven, van onder andere Guillaume Du Fay, Gilles Binchois en Domenico da Piacenza, kregen we drie topmuzikanten te zien: Lieselot De Wilde, zang, Dimos De Beun, blokfluit en clavicymbalum, en Jurgen de Bruyn, luit, zang en artistieke leiding.

Ik neem er even de “perstekst” bij: In het liefdesgedicht ‘Le champion des Dames’ dat Martin le Franc voor Filips de Goede schreef, worden Guillaume Dufay en Gilles Binchois samen afgebeeld. Geïnspireerd op de vernieuwende Engelse stijl van Dunstable breken deze componisten met de complexe ars subtiliorstijl. In de ban van Florentijnse vrouwen, thema’s uit de oudheid en het humanisme, schrijven ze oorstrelende pareltjes en muzikale miniaturen die erg in de gading vallen bij het Bourgondische hof. Ze maken de brug van de middeleeuwen naar de vroege renaissance.

Het programma is opgevat als een drieluik: van ‘De verheerlijking van de vrouw’ – volgens een anonieme dichter idealiter als “blans, blond, tout par mesure” beschreven – over ‘Het verlies van een geliefde’, onder meer prachtig getoonzet door Binchois in de ballade ‘Deuil Angoisseus’. En tot slot: ‘Een nieuwe lente’ en ‘joye sans fin’!

 

Concreet betekende dat een prachtige, loepzuivere vrouwenstem die de middeleeuwse muziek volledig tot zijn recht bracht, en af en toe ook een mannenstem die het begrip “troubadour” gewoon verpersoonlijkte. En uiteraard werd het polyfone aangevuld door de rest van de instrumenten. Echt, je waande je bij momenten gewoon in een of andere middeleeuwse taverne voor de hogere klassen. Ik heb intens genoten en hier en daar zelfs gefilmd. Geniet…

 

Don Carlos: Corridors of Power

Toen Bart me een tijdje geleden vroeg of ik mee wilde naar het Festival van Vlaanderen, en meer bepaald naar een bewerking van de opera “Don Carlos” van Verdi, dacht ik geen seconde na. Duh.

Tegen zeven uur – ik was eerst nog met Merel naar de blokfluitles geweest – liep ik de hal van het S.M.A.K. binnen, want daar hadden we eerst nog een walking dinner op uitnodiging van Lum. Invest. Meer dan in orde, overigens, de Coeur Catering, zoals altijd.

Tegen acht uur liepen we de koude Floraliënhal in, en ik was best wel blij dat ik mijn winterjasje aan had. Je kon er ook wel dekentjes krijgen, maar toch…

Het Duitse jeugdorkest Landesjugendorchester Nordrhein-Westfalen was schitterend, echt waar. Die gastjes – blijkbaar tussen de 14 en de 24 – kunnen een stevig stukje spelen. En de enscenering en regie was… apart. Ik heb wel al een paar opera’s gezien, en van mij mag het gerust een tikkeltje klassieker. Aan de andere kant: de originele opera duurt maar liefst vijf uur, door Verdi zelf nog ingekort tot drie uur. Dit was gelukkig zo lang niet, een uur of twee, want de koorliederen waren er uit gehaald.

En de acteurs/zangers/solisten? Mja… Ik had sterk mijn bedenkingen bij de vrouwenrollen: de hoofdrol is echt zo’n stereotiep slagschip met dito stem. Ik dacht dat het misschien een Duitse stijl was om te zingen met zodanig veel vibrato dat je eigenlijk een halve toon onder en boven je eigenlijke noot zweeft, maar bon. De mannelijke hoofdrol, Don Carlos, was in hetzelfde bedje ziek, en een van de dames was bij momenten ronduit vals. Ik was dan ook echt opgelucht toen ik in de pauze Mieke tegenkwam, een jonge classica die nu  aan het conservatorium zang studeert, en dus met kennis van zaken spreekt. Zij bevestigde mijn mening, namelijk dat de vrouwenrollen eigenlijk echt niet goed waren, en de hoofdrol ook niet zo bijzonder. De andere mannenstemmen waren wel knap, vooral dan Filips. Bij momenten was het ook echt beklijvend, maar ik was wel blij dat het libretto op voorhand kort samengevat en uitgelegd was, of ik had, ondanks de ondertiteling, er geen barst van begrepen.

Had ik er spijt van dat we gegaan waren? Zeer zeker niet, het blijft de moeite, zo’n voorstelling. Maar ik kan me voorstellen dat het niet voor iedereen is weggelegd, een dergelijke versie.

Ode Gand

Ik wou al lang eens naar Ode Gand, maar het was er eigenlijk gewoon nog nooit van gekomen. De publiek toegankelijke dingen leken me veel te druk, en voor tickets was ik keer op keer te laat.

Toen Bart me een goeie maand geleden vroeg of ik mee wilde, zei ik zonder aarzelen ja. ‘Oh’, zei hij, ‘is er geen Omen mini dan?’ Wel, Ode Gand gaat voor op die mini, en dat vond hij redelijk straf. Toen hij er nog aan toevoegde dat het op uitnodiging was, met eerst uitgebreide receptie op het stadhuis, en dan in een bootje op het water, vlak voor het podium, werd mijn grijns alleen nog maar groter.

Alleen waren we vandaag allebei behoorlijk moe, zodat het half vijf was tegen dat we met de fiets in ’t stad stonden. Tsja… De meeste dingen waren al voorbij, maar we luisterden even naar een zangeres op het Sint-Baafsplein, en liepen toen naar de Orpheus-zaal, die ik niet eens kende, eigenlijk. Daar kon je met een virtual realitybril aan den lijve ondervinden hoe het is om in een orkest te zitten. Dat orkest, dat kende ik al, maar die VR, dat was amusant zeg! Plots zat niet langer Bart naast me, maar wel een klarinettist! Was me dat even schrikken… Enfin, het was het kwartiertje wachten wel waard, ja.

Aangezien het toen pas kwart over zes was en we maar binnen mochten op het stadhuis om 19.00 uur, gingen we rustig samen nog een koffie drinken. Allez, ik koffie met taart, Bart een glas wijn met kaasjes. Lekker, dat zeker, maar 6.50 euro voor een stukje taart? Is dat niet wat veel? Hmm?

Enfin, een beetje na zevenen waaiden we het stadhuis binnen, meer bepaald de Pacificatiezaal. In het begin kwam de receptie bijzonder traag op gang, als in: we gaan straks nog een pak frieten halen. Tegen het einde was ik echter propvol, en kwamen ze zelfs nog af met dessert. Dik in orde, zeg!

En toen werden we gesommeerd om ons naar de bootjes te begeven, jawel. En ik ben echt met mijn gat in de boter gevallen: wij zaten op de allerbeste plaatsen! Niet het bootje voor ons, want dat moest te schuin richting podium kijken, maar wel ideaal geplaatst, zodat we ook de organist nog konden zien. En dan ook nog de beste plaatsen in het bootje: vooraan, naar het podium gericht. In het bootje was er dan ook nog volop cava (niet voor mij dus) en fruitsap voorzien, knabbeltjes, én fleece dekentjes ^^

Dan was er eerst het optreden van een schitterende a capella groep: The Swingles. Ongelukkige naam, maar prachtige stemmen.

En daarna Cameron Carpenter, een Amerikaanse organist met een zeer groot ego, en het Belgische Kamerorkest onder leiding van Roberto Beltrán-Zavala. De organist werd aangekondigd als spektakel, maar ik vond dat wat tegenvallen, ja: hij zag er wel flashy uit, maar de orgelstukken waren, tsja, gewoon orgel, vrees ik. Niet dat de man niet kan spelen, integendeel, maar dat hij Gras- en Korenlei in vuur en vlam zette? Dat nu ook weer niet. Het stukje ballet was dan wel weer mooi, maar behoorlijk klassiek.

En toen, toen was er vuurwerk. Niet zomaar vuurwerk, maar vuurwerk op de live gespeelde tonen van Händels Music for the Royal Fireworks. Als het mij al zo een kick gaf om dat te horen, wat moet het dan niet geweest zijn voor het orkest? Je oefent dat in, repeteert, en dan mag je dat uitvoeren, niet in een duffe zaal, maar op een openluchtpodium op het water, terwijl er effectief een gigantisch vuurwerk wordt afgestoken. Zalig!!

Waar ik ook enorm van genoot, was het nachtelijke boottochtje: onze ‘kapitein’ had de opdracht gekregen om iedereen te gaan afzetten aan de Ketelvest, maar onze fietsen stonden aan het stadhuis, waardoor wij liever terug aan de Grasbrug afstapten, en we dus konden genieten van een nachtelijk tochtje over de Gentse binnenwateren.

IMG_0286

Mijn fiets deed lastig – achteraf gezien dat de rem serieus sleepte – en dus gaf Bart als een ware gentleman mij zijn elektrische fiets, en peddelde hij gezwind zich in het zweet.

My guy takes me places, and I love it!