GEJO

Kobe speelt nog steeds fagot, jawel, en hij wordt er duidelijk ook steeds beter in. Dat mag ook stilaan wel, het is intussen zijn vierde jaar, maar fagot is blijkbaar ook niet meteen het simpelste instrument om te spelen.

Zijn notenleer is achter de rug, en hij zit nu in het eerste jaar AMC, ofte muziekcultuur. Daarnaast moet hij ook samenspel volgen, en voor hem is dat in de praktijk het GEJO, voluit het Groot Evergems Jeugdorkest. Dat geldt perfect als samenspel voor de muziekacademie en wordt geleid door een van hun leraars, Joeri, die eigenlijk ook de man is van Kobes fagotlerares Renate. ’t Kan maar gemakkelijk zijn!

Helaas kan hij, doordat die AMC daar tussen zit, maar één van de twee uren repetitie meemaken, en dat vindt hij nu al jammer. Ze waren bijvoorbeeld The Lion sleeps Tonight aan het spelen, en hij amuseert er zich kostelijk mee, vooral omdat de fagotten hier de hoofdstem hadden. Het is trouwens geen symfonisch orkest, maar wel een harmonie-orkest, dus voor blazers en slaginstrumenten.

Ik hoop wel dat hij hiermee volledig de smaak te pakken krijgt, want fagot is nu niet direct een solo-instrument, en er zijn dan ook niet veel echt mooie werken voor te krijgen. Maar wat is er nu fijner dan samen muziek maken? Zalig toch?

Puzzel

Jawel, het begin van een nieuw schooljaar, en dus ook weer alle muziek- en andere activiteiten plannen voor de kinderen.

Wolf gaat voorlopig even niks doen: het is een beetje te moeilijk voor de muziekacademie aangezien hij sowieso maar in november zou kunnen beginnen, en rugby is ook nog even niet aan de orde. Eventueel kan hij daar wel later bij instappen. Voor de scouts gaan we hem wel inschrijven: we zien nog wel hoe dat loopt.

Kobe is definitief gestopt met rugby: na zeven jaar zag hij het niet meer zitten. Hij deed het op zich wel graag, maar werd er maar niet beter in, en dan werkt dat ook nogal ontmoedigend natuurlijk. En nu hij in het middelbaar zit, en al die muziek nog heeft, wilde hij een beetje schiften. Met fagot gaat hij wel nog verder, en zijn juf Renate heeft dat ongelofelijk mooi voor hem geregeld. Hij gaat nu op vrijdag van vijf tot zes samenspel volgen, dan van zes tot zeven Algemene MuziekCultuur (of hoe dat nu ook heet met die hervorming), en aansluitend de eigenlijke fagotles. Hij gaat steendood liggen op vrijdagavond, maar bon, hij is er dan ook wel meteen vanaf voor een ganse week. En ja, uiteraard ook nog scouts en larp.

En Merel? Wel, die start nu ook in de muziekacademie! Ze keek daar al tijden naar uit, en vandaag zijn we haar gaan inschrijven. Ze gaat muzieklab (notenleer van vroeger) volgen op zaterdag van negen tot elf, bij de favoriete juf van de jongens. Als instrument wil ze dolgraag blokfluit volgen, maar dat wordt blijkbaar niet gegeven in Evergem, enkel in de Poel in Gent Centrum. Hmpf. We gaan daar dus even gaan kijken wat de mogelijkheden zijn, en als het echt niet lukt, wordt het dwarsfluit in Evergem op vrijdag. Maar we leven in hoop.

En onze woensdagmiddag? Die is dus helemaal vrij! Zalig!

Toonmoment en bijhorend stadsgeloop

Kobe had vandaag voor fagot een toonmoment in ’t stad: niet in de Drabstraat, zoals de vorige keer, ook niet in de Poel zelf, maar wel op de hoek van de Ramen, in het foyer van een serviceflatgebouw. Wijs hoor!
Hij moest er een uurtje op voorhand zijn om nog even door te spelen, en intussen dronken Merel en ik een koffie op het terras van – waar anders? – de Labath er schuin tegenover. Toen Kobe moest spelen, kwam hij ons halen, en namen we onze drankjes gewoon mee.

Na zijn optredentje  brachten we de fagot opnieuw naar de auto – dat ding is loodzwaar! – en gingen een ijsje halen. Ha ja, tradities zijn er om in ere te houden.

Het was er ook ideaal weer voor, om, gezeten op het muurtje van de Graslei onder de grote paraplu die dienst deed als parasol, te genieten van zo’n ijsje.

Geef toe?

Plannen

Mijn rug doet het nog steeds niet, maar ik kan er wel intens van genieten, van die gecompartimenteerde momenten. Ik moet alles dus wel veel beter plannen, maar als ik voldoende rustmomenten inplan, lukt het allemaal wel.

Gisteren, bijvoorbeeld, was het zo’n plandag. Wolf was ook gewoon thuis en dus aten we overschotjes, keken in de namiddag een film, en ik hield me gewoon rustig. Tegen half vier waren de kinderen thuis, en iets later reden Kobe, Merel en ik naar ’t stad. Net zoals vorige week had hij fagotles in de poel, maar we waren deze keer niet haastig, want er was sowieso geen rugbytraining door het paastoernooi.
Merel en ik gooiden Kobe af aan de poel, gingen parkeren, en trokken ’t stad in: ik wilde pralines kopen van bij Chocolou in de Donkersteeg, want die zijn zalig! Merel moest ermee lachen: “Ken jij die mevrouw, mama? Want die is zo sympathiek!” Enfin, na de pralines waaiden we nog de Hema binnen voor fudge en dergelijke, en toen kregen we al een berichtje van Kobe dat zijn les geen drie kwartier had geduurd, maar afgelopen was na een half uurtje. Merel en ik spoedden ons dus terug naar de Labath, waar Kobe al netjes zat te wachten, en we dus gezellig samen nog iets dronken, voor we weer naar huis reden.

Een zalige manier om de vakantie in te zetten!

Beetje druk, zei u?

Het was weer zo’n dag vandaag, eentje van de soort die mijn rug niet zo tof vindt.

Om half negen vertrok ik namelijk met drie collega’s en 66 eerstejaars met de bus naar Velzeke, voor onze jaarlijkse uitstap naar het Gallo-Romeinse museum aldaar. Hele fijne dag gehad, daar niet van, maar gewoon te veel van het goede. Ik heb me over de middag een kwartiertje languit op een bankje gelegd, maar dat is eigenlijk niet voldoende.
Tegen het einde van de uitstap keken mijn collega’s me inderdaad bezorgd aan: ik had er blijkbaar al beter uitgezien. Het verslag van die dag, met massa’s foto’s, vind je trouwens hier.

Tegen half vier waren we op school, net op tijd om snel even goeiedag te gaan zeggen binnen, en dat we allemaal veilig en wel terug waren, en naar huis te rijden. Tegen vier uur kon ik eindelijk een tiental minuten in de zetel liggen, want daarna laadde ik Merel in de auto, en reden we naar Kobes koffiestop. Was me dat een teleurstelling, zeg! Op papier stond hij aangekondigd tot half vijf, maar om kwart over vier waren ze net de laatste dingetjes aan het opruimen: het was te koud om nog veel volk te lokken, en dus waren ze maar gestopt. Meh. Ik kon nog wel voor elk een cakeje kopen, nam Kobe mee, gooide Merel thuis af, en reed door richting ’t stad. Kobe heeft namelijk twee keren op vrijdag fagotles in de Poel. Zijn juf heeft door een zware verkoudheid en het vele hoesten een rib gebroken, en dan is toeteren geen goed idee natuurlijk. Er is een vervangjuf, maar dus in de Poel. Enfin, ik zocht samen met hem zijn lokaal, en ging zelf in alle rust koffie drinken in de Labath. Ik hoefde maar te knikken om een latte te bestellen, en ze waren zowaar verwonderd om me op een vrijdag te zien. Tsja…

Ik trakteerde mezelf op een stukje kaastaart, Kobe kreeg nog een warme chocomelk, en weg waren we weer, naar huis. Daar was er nog een kwartiertje overschot tegen dat Bart, Kobe en Merel naar Nands verjaardagsfeestje vertrokken, en ik moest nog een hoop kleren meegeven.
Ik ging eindelijk wat liggen – bevel trouwens van Wolf, zodra die mijn gezicht had gezien – checkte mijn social media, at snel een boterhammetje, en iets over zeven stonden Wolf en ik bij Jesse en Cody voor een sessie Dungeons and Dragons. Die jongens zijn echt superlief: ik kreeg meteen een clubzetel aangeboden als zitplaats, want daarin kan je perfect hangen en je rug laten rusten.

Waardige afsluiter van een tsjokvolle dag.

Volgende!

Toen ik om kwart voor vier de auto voor de deur parkeerde, toeterde ik even, zoals elke vrijdag. En jawel, na even wachten kwam Kobe naar buiten met zijn fagotkist, klaar om in te stappen en naar de fagotles te rijden, zoals elke vrijdag.

Maar ik zag hoe hij mankte naar de auto, en hoe ongelukkig hij keek. En toen hij instapte, viel het me ook op hoe bleek hij eigenlijk wel was. Ik vroeg uiteraard onmiddellijk wat er scheelde: hij was blijkbaar van een boordsteentje geschoten en gevallen, en nu deed zijn rechterkuit ongelofelijk veel pijn.

Nu kan Kobe misschien wel serieus goed acteren en muilen trekken, maar bleek worden op bevel, nee, dat is er niet bij.

Ik bekeek het dus even, merkte dat hij het precies wel meende, vroeg of hij de les wel zag zitten, waarop hij in huilen uitbarstte, en ik de les dus afbelde. Zucht.

Hij pikkelde weer naar binnen, ik volgde met mijn stok, en vroeg aan Wolf of hij, ondanks zijn zere rug, de fagot mee terug naar binnen kon nemen. Gehandicapte nummer drie installeerde zich in de zetel, en ik bevoelde de kuit. En jawel, zijn spier stond keihard, je voelde ze zo lopen. Ik nam Voltaren, en masseerde het geheel, terwijl Merel haar lieve broertje zijn elandjes, dekentje en kussen bracht. Ik heb echt gewoon lieve kinderen.

Bon, ook geen rugby dus. Kobe kreeg van mij een paar krukken, en dat idee alleen al monterde hem een pak op. Maar tegen het avondeten was hij zijn vrolijke zelf, en stond de kuit al niet eens meer hard. Het deed nog een beetje pijn, zei hij, maar niet veel meer.

Oef. Want een extra gehandicapte, dat zou wel een beetje veel gevraagd zijn van Murphy, nee?