Tandperikelen, deel twee én drie

Eind november was ik beginnen sukkelen met een kies rechtsboven: die was serieus zeer beginnen doen, en de tandarts had vastgesteld dat die tand afgestorven was en dus ontzenuwd moest worden om erger te voorkomen. Dat was dus op maandag: ze had me pijnstillers – doe ik niet aan, als ik het kan vermijden – en een driedaagse antibioticakuur voorgeschreven. En een afspraak met de endodontoloog op 19 december. Hmm, oké dan.

Alleen… die tand bleef gevoelig, en het kaakbeen bleef pijn doen. Ik kreeg dus een tweede kuur voorgeschreven, want de ontsteking moest echt wel weg. En toen… viel de tijdelijke vulling eruit, en voelde ik de wattenbol zelfs zitten. Euh… De tandarts nam me er snel tussen, deed opnieuw medicatie in de tand zelf om de nog resterende zenuwen plat te gooien, en vulde hem opnieuw op. En vond het verdacht dat de tand bleef pijn doen, en drong dus aan bij de endodontoloog om alles veel sneller af te handelen. Die kon er me uiteindelijk gisteren nog bij nemen, in plaats van 19 december.

Ik stond dus om negen uur in Lovendegem, en werd daar zeer vriendelijk en professioneel ontvangen. Mijn tand werd met een rubberen doek vakkundig afgeschermd van alle vocht, en ik geef het toe, dat is een pak aangenamer dan zo’n zuiger in je mond, en alle gruzels en boorrestanten en dergelijke. Ik weet ook niet wat voor soort verdoving die man gebruikte, maar ik voelde niks, en toch was mijn mond niet verdoofd zoals anders, en dus zeker niet scheef.

IMG_10

Hij bekeek de foto’s en de tand zelf, en zei al van in het begin dat hij er niet zeker van was dat de tand te redden zou zijn: er schoot echt niet veel meer van over, en de kans zat er ook in dat er een barst in zat. Het zou sowieso een kroon worden, er was te weinig van over om hem deftig op te vullen. Maar om te beginnen bekeek hij via de microscoop – wijs ding, jong! – wat er nog aanwezig was van zenuw. En jawel, er zat nog een behoorlijk stuk zeer geïrriteerde zenuw in die nauwelijks te pakken was. De tand heeft namelijk niet gewoon vier wortels, maar twee ervan zijn vergroeid met elkaar. ’t Moest weer lukken… Enfin, een kwartier later was al het zenuwweefsel verwijderd, alles gespoeld, en… waren er duidelijk niet één, maar twee barsten te zien.

Die ene barst liep helemaal tot beneden, wat betekende dat de tand niet meer te redden was: het zou problemen blijven geven, en wellicht zelfs een stevig abces.

Blah.

150 euro later wist ik dus dat mijn tand nog moest getrokken worden door de tandarts. Ha ja, want dat ging de endodontoloog niet zelf doen: daar had hij geen tijd voor, en het was niet zeker dat de tand er in één stuk ging uitkomen, en dan ging het extra lang duren. Hij maakte de tand gewoon proper, vulde hem op met een stevige voorlopige vulling, en waarschuwde me er zo min mogelijk op te bijten, want dat bij elke beet de barst een miniem beetje openging, en voor pijn zou zorgen.

Ugh.

Oh, enne… De alleenstaande, overblijvende kies achteraan moest ook in de gaten gehouden worden: die had ook niet gewoon drie wortels zoals standaard, maar de drie waren samengesmolten tot één kegel, waardoor hij niet bepaald muurvast zit. En als ik geen brug of implantaat voorzie, zou het best wel eens kunnen dat hij ooit afbreekt wegens te weinig steun.

Allez hup.

Kosten dus.

Ik word echt, maar echt oud: kapotte rug, eerste tand kwijt… Binnenkort een vals gebit en een looprek?

Tandperikelen

Nu dat weer…

Gisteren, zondag dus, kreeg ik plots tandpijn. Ja, echt. De pijn verkroop echter de hele tijd: soms onderaan, soms bovenaan, dan weer mijn ganse kakement, dan weer tot in mijn sinussen… Zeer vervelend!

Ik belde dus deze morgen naar mijn tandarts, en die had om kwart over vier een kwartiertje de tijd, net genoeg om te kijken wat er precies scheelt en om me van de pijn af te helpen. Definitieve oplossingen volgen dan later wel.

Bon, ik dus met een zere kaak en een klein hartje richting tandarts. Die zag niet zo meteen een gaatje of zo – wat me ook zou verwonderd hebben, ik ga twee keer per jaar op controle – en nam dus een paar foto’s. Ook daarop was niet veel te zien, en dus begon ze met vloeibare stikstof op een watje te testen welke tanden nog gevoelig waren en welke niet. En jawel, bij een zwaar gevulde kies bovenaan – tand 26, FYI – kwam er geen reactie. “Goh”, zei ze, “ik vertrouw het niet, ik ga die vulling uitboren, en kijken of die tand nog reageert. Als dat het geval is, dan heb ik hem gewoon maar weer op te vullen. En als hij niet reageert, dan weten we dat hij ontzenuwd moet worden”.

Juist. Zij begint te boren, ik voel niks. Ze boort verder, ik voel niks. En dan volgt een eureka; “Ziet ge’t wel! Ik zit erdoor, en dan moet dat normaal gezien een klein beetje bloeden, maar dat doet niks! Die tand is zo dood als een pier! Nog een chance dat ik verder zocht, want ge zoudt vannacht nogal plezier gehad hebben!” Euh…

Ze heeft de tand in de drie wortels dan maar volgespoten met een vreselijk vies medicijn, er een bol watten in gepropt, en de tand opgevuld, met een verwijzing naar een endodontoloog. Huh? Blijkbaar is dat een tandheelkundig specialisme, want kiezen ontzenuwen, dat doet ze niet zelf meer. Die mensen zijn daar in gespecialiseerd, maar het gaat wel 400 euro kosten, met een 200 euro terugbetaald. Slik. Tsja…

Het zal wel moeten, zeker, als ik de tand wil houden?

En dan nu een antibioticakuur, want het feit dat zelfs mijn kaakbeen al pijn deed, zegt niet veel goeds.

Allez hup, nu dat weer dus.