Eeuweling

Jawel, mijn tweede grootmoeder is nu ook 100 geworden vandaag.

Maar wat een verschil met mijn andere grootmoeder. Toen die in 2011 100 werd, zat ze smakelijk te eten, las ze zonder bril haar speech even na – want ze had niet alles verstaan – en genoot ze met volle teugen. Zelfs op haar 103 was ze nog volop bij de pinken en zat ze vrolijk taart naar binnen te werken, intussen commentaar gevend op alles en iedereen, samen met haar zus van 100. Hey, ze had zelfs nog gedanst op haar verjaardagsfeest in het rusthuis, “met nen here van 102. Maar hij moest geen gedachten krijgen zulle, daar ben ik veel te oud voor geworden!”

De moeder van mijn moeder wordt vandaag 100. Het contrast kan bijna niet groter zijn, vind ik, en da’s zo ongelofelijk jammer. Ik heb haar nu al twee jaar niet meer gezien, en eigenlijk is dat niet eens zo erg. Het ging niet door corona, en toen ik daar vorige maand nog eens stond, bleek ze net in quarantaine te zijn. Tsja.

Maar vooral: mijn grootmoeder is mijn grootmoeder niet meer, of toch niet echt. Ze is al minstens twintig jaar een been kwijt, maar dat is niet zo erg: vroeger kon ze zich met een kunstbeen en een looprek perfect behelpen, ook nog in haar eigen huis. Tegenwoordig zit ze in een rolstoel.

Erger was dat ze intussen ook al ettelijke jaren helemaal blind is. Glaucoom, waardoor ook mijn overgrootmoeder helemaal blind was. Ik heb het ook, maar het is perfect onder controle dankzij dagelijkse druppels. Nog een chance, of ik was ook al tien jaar blind. Bij oma is het de voornaamste reden dat ze naar een rusthuis moest: toen zag ze nog met één oog als door een wc-rolletje, en dat is te weinig. Wij waren dat gewoon: als we gingen wandelen – voordat ze haar been verloor – liep ze aan onze arm en zeiden wij “Pas op, een boordje” terwijl zij rustig kon rondkijken. In het begin kon ze in het rusthuis nog tv kijken, of lezen in een groteletterboek met een loep, maar ook dat viel weg.

En toen begon ook haar gehoor te verdwijnen. Eerst brachten hoorapparaten nog soelaas, maar minder en minder. Had ze al in jaren geen gezichten meer gezien, ze herkende feilloos stemmen. Maar ook dat minderde en minderde en maakte gesprekken behoorlijk moeizaam.

En intussen is ook het geheugen aan het wegdeemsteren. Mijn kinderen herkende ze al een tijdje niet meer, of beter, ze wist niet meer wie ze waren. Volgens mijn oudste nonkel vergeet ze tegenwoordig zelfs dat je bij haar zit, na een paar minuten. Ze kent haar kinderen nog, herkende vandaag op het etentje nog mijn vader: “Ha ja, Koen, van Annemie!” maar ik betwijfel het of ze mij nog zou kennen.

En weet je… Dat is de reden waarom ik eigenlijk niet meer langs ga. Ze herinnert het zich toch niet, voor haar hoef ik het eigenlijk niet te doen. En ik, ik herinner me liever de goedlachse oma die ik altijd heb gehad, mijn “grandma” die haar blinde gezicht altijd met een grote glimlach naar me richtte wanneer ik dat woord nog maar had uitgesproken.

100. Ik ben halverwege, maar ik weet niet of ik wel 100 wil worden.

Honderdendrie. 103, jawel.

Mijn oma wordt 103 vandaag. Nog volledig bij de pinken, zo doof als een kwartel, en nog steeds zonder bril.

We waren er onlangs nog langsgegaan, en hadden toen prachtige oorlogsverhalen gekregen. Niet van de tweede wereldoorlog, wel die van honderd jaar geleden. Sommige details herinnert ze zich nog haarscherp, zegt ze.

Er was uitgebreid feest in het rusthuis, met taart voor iedereen, en haar honderdjarige zus en alle kinderen waren gevraagd. Niet de dertien kleinkinderen of de achterkleinkinderen waarvan ik intussen zelf de tel ben kwijtgeraakt. Maar ik moest de jongens afhalen van de muziekschool in Evergem, en da’s op drie kilometer van het rusthuis, dus da’s te stom om dan niet even langs te gaan en proficiat te zeggen. Ik had dat ook zo gezegd tegen de kinderen: we gaan niet blijven, we gaan geen taart eten, we gaan gewoon even gelukkige verjaardag wensen, en terug weg. Ook al omdat ik nog een serieuze stapel werk had, met deadline vanavond om middernacht. Maar toen waren we er, en was er nog veel taart over, en wilden de kinderen zo graag even blijven. Ik heb toen maar beslist dat we de rugby gingen overslaan – het is toch rotweer – en dan een stukje taart eten. Op die manier win ik wat tijd, en zal het wel lukken. Merel kreeg zowaar een roze marsepeinen varkentje :-p

IMG_0836

Oma was in elk geval bijzonder blij de kinderen te zien, en vooral dan Merel: daar is ze compleet zot van. Maar ook haar zus, Tante Angèle die deze zomer 100 is geworden, vond vooral Merel een schatje. Die tante, da’s ook een geval apart. Ze heeft geen kinderen – ik geloof dat ze tien miskramen heeft gehad – en is ook al jaren weduwe. Ze woont nog steeds alleen in een knappe villa in Knokke, kookt nog alle dagen zelf, en heeft zelfs nog een moestuin. Zelf met de auto rijden doet ze niet meer, daar heeft ze een gezelschapsdame voor. Maar je moet het maar doen, op je honderdste. Chapeau!

IMG_0837

En toen ik oma vroeg of ze verwacht had dat ze ooit zo oud ging worden, antwoordde ze parmantig: “Goh, ja hoor. Ik voel mij nog prima, dus waarom niet? Er kunnen gerust nog wat jaren bij, als het zo verder gaat.” Juist ja.

Intussen postte mijn kozijn een foto van 101 jaar geleden, van diezelfde oma met haar broer en de hond. Over die hond vertelde ze dat het beest geëlektrocuteerd was geraakt in “den dodendraad” tijdens de oorlog, en dat ze zelf dan amper een jaar of twee-drie moet geweest zijn. Toch ongelofelijk?

1604753_10152819895230516_5858717893774424879_n

Proficiat, oma. Mogen we nog lang kunnen genieten van je verhalen.