Nood

Soms tref je een leerling in alle staten aan. Vaak merk je snel dat het een storm in een glas water is, doe je ze gewoon binnenkomen in de klas, en weet je dat het wel zal overgaan.Dat je ze gewoon even tijd moet geven, en met rust laten.

Soms merk je echter ook dat het menens is. Zie je de paniek in hun ogen. Dan stuur je je leerlingen naar binnen, neem je de leerling in kwestie even apart, en luister je. Meestal helpt dat al een beetje. Soms kan je hen ook goede raad bieden. Maar soms weet je ook onmiddellijk dat dit boven je hoofd gaat. Dat je maar een pedagoog bent, en geen psycholoog. En dat die paniek gerechtvaardigd is.

Gelukkig heb je dan een meer dan begrijpende directie, met dezelfde prioriteiten. Die, als je hen tegenhoudt wanneer ze eigenlijk al te laat zijn voor een vergadering, toch nog even luistert naar wat je hen snel te zeggen hebt. En dan ook diezelfde paniek detecteert, en toch even terug in het bureau gaat om eventuele eerste maatregelen en beslissingen te nemen. En dan later, midden in diezelfde belangrijke vergadering, besluit om toch even naar buiten te gaan, naar jou aan de telefoon te luisteren omdat het belangrijk is en eigenlijk niet kan wachten, en het nodige doet. En vooral er in slaagt om de betrokken partijen te doen luisteren en te kalmeren.

En dan, dan weet je, zowel als leraar als als leerling, dat je in goede handen bent.

Gelukkig.