Design Museum

Ze zijn al een tijdje aan het werk aan het Design Museum hier in Gent. Als in: het halve gebouw is afgebroken, de gigantische toiletrol is weg, enkel de gevel staat er nog, en er is een bouwput. Ik passeer er af en toe als ik Merel naar haar muziekles breng en dan zelf van de Poel naar ’t stad ga.

Wat ik er fantastisch aan vind, is dat er hekkens rond de werf staan, en dat er op dat hekken ook altijd een affiche hangt waar ze nu mee bezig zijn. Netjes gedesignd, zo hoort dat natuurlijk. Ik weet niet of de designer in kwestie weet dat er ook naar gekeken wordt, maar bij deze wil ik hem/haar/die een hart onder de riem steken: ik kijk er altijd naar uit en ben behoorlijk nieuwsgierig.

Vandaag hing er dit:

Zalig, toch?

Middagje Gent

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Kobe met het GEJO ging optreden op de Gentse Feesten deze namiddag, maar er was ergens iets verkeerd gegaan in de planning, zodat dat in het water viel. Mja, kan gebeuren. Maar Merel en ik waren wel al van plan om ’t stad in te gaan, en we laten ons niet zomaar van onze plannen afbrengen.

Tegen twaalf reden Kobe en ik, met Merel achterop mijn fiets, dus richting het centrum om er aan ’t Groot Kanon af te spreken met Bart. Meteen loodste die ons richting Oudburg voor een heerlijke sushi. Bart ging eerst gaan voor de boot met 70 stuks, maar die met 44 bleek toch voldoende :-p

Bart ging daarna opnieuw de fiets op richting kantoor, wij slenterden rustig door de Lange Munt, over de Zuivelbrug, naar het Design Museum. Ha ja, een nieuwe tentoonstelling én een speurtocht van Vlieg: meer moet dat niet zijn. Zeker als je dan nog vaststelt dat het museum gratis is voor Gentenaars tijdens de Gentse Feesten. Vlieg gaat dit jaar over smaak, en dus zat er in hun boekje een meelworm – had ik eerst mailworm geschreven, ugh – een hostie van kweekvlees en een jellybean met koffiesmaak. Leuk gedaan!

En toen waren er – duh! – ijsjes.

BTW, we hadden geen belleketrek gedaan, die mens in de achtergrond had net de politie over de vloer gehad omdat wellicht een of andere pipo die vond dat hij toch kon passeren met zijn camion op de Gentse Feesten, zich in dat steegje had proberen draaien en gans de gevel had beschadigd.

We liepen nog wat verder, zagen dat de feesten echt maar vanavond beginnen, en fietsten toen maar rustigjes naar huis.

Oh, en wijze affiches:

Dagje stad

Het zijn de laatste dagen van de tentoonstelling “Hello Robot” in het Design Museum, dus als we wilden gaan, moesten we dat nu doen.
Wolf werd op zijn uitdrukkelijke vraag gedropt bij een maatje in Belzele, zodat Kobe, Merel en ik vrij en vrolijk de stad in konden, en maar rekening moesten houden met één kapotte rug in plaats van twee.

We parkeerden in de Ramen, wandelden naar het museum, keken, lazen, bestudeerden en namen een selfie met R2D2. Ha ja, ge zijt nerd of ge zijt het niet :-p

Daarna gingen we een ijsje halen: traditie is nu eenmaal traditie.

We hadden nog tijd en een klein beetje energie over, en dus gingen we in de C&A twee kleedjes kopen voor Merel (voor Kobes lentefeest), zochten nog naar een mooie pull voor hem, haalden een Uitpas, keken nog rond in de H&M, de Hema, en besloten toen dat het welletjes was, en tijd voor een koffie, respectievelijk appelsap en warme chocomelk in de Labath.

Fijne dag, daar niet van, maar wel moordend voor de rug. Bon, ik heb vanavond geen plannen meer, ik blijf wel liggen dan.

Design Museum

Mijn kinderen zijn van het soort dat graag naar musea gaat. Op voorwaarde dan dat het niet te lang duurt, en dat er ook voor kinderen iets te doen valt.

In het Design Museum loopt weer een nieuwe tentoonstelling, en dus zijn ook de Playmobilfiguurtjes opnieuw opgesteld. Het doet de kinderen rondlopen, zoeken en kijken, en intussen kan je als volwassene ook rustig rondkijken.

De tentoonstelling op het gelijkvloers en de eerste verdieping is Hands on Design, waarbij je ook een inkijk krijgt in de ateliers en het productieproces, gaande van een handtas, een baksteen, een keramieken lampenvoet tot een kano. Bijzonder interessant!

Boven staat dan een overzicht van vooral stoelen, al is die term wat te beperkt, met als centrale figuur Maarten Van Severen. Ook heel knap, maar die had ik al gezien.

Beneden staat er een apart project met een monumentale zetel waar je zonder schoenen in mag, en dat moest je tegen de onze geen twee keer zeggen.

Eerst waren we in Sint-Amandsberg een step voor Kobe gaan oppikken via Freecycle, zodat ze kunnen stoppen met bekvechten over die step hier. Daarna waren we in dezelfde straat als eerder deze week geparkeerd, en kostte me dat liefst 10 euro voor drie uur. Ja slaapwel!

We repten ons naar de Pizza Hut, en genoten er van het pizzabuffet. Altijd een voltreffer, hier. Van daaruit liepen we dus naar het Designmuseum, waar we amper een goed uur binnen waren, eigenlijk, maar dat maakt niet uit. De kinderen en ik vonden het heerlijk.

We slenterden doorheen de kerstmarkt, probeerden tevergeefs ergens de cadeaubon voor de Uitpas in te wisselen voor een echt exemplaar, en liepen de Sint-Niklaaskerk binnen, alwaar we een stapje verder geraakten in de geniale geocachepuzzel Heilig Bonus. Nu moet ik me nog even aan het puzzelen zetten, en hopelijk vind ik dan de cache!

We wandelden verder, en passeerden een kraam met gestreken mastellen, waar blijkbaar een oudleerlinge stond. We namen vier ongestreken exemplaren mee, en ik streek ze dan maar hier thuis, met een stevige kluit boter en een schep suiker.

Tegen half vier waren we thuis, hadden nog een vrij lange namiddag over, en hadden toch alweer een gevulde dag gehad. Zalig toch, vakantie?

Tafel 24

Soms heb ik toch echt een wijs leven. Gisteren kreeg ik bijvoorbeeld een bericht van Bart: of ik nog een babysit kon vinden voor vanavond, want we waren uitgenodigd voor een speciale avond in het Design Museum, Tafel 24.

Euh.

Ik trommelde mijn ma op, en zei ja.

Tegen half zeven stond er twintig man in de inkomhal van het Design Museum, en een enthousiaste gidse leidde ons rond door de Design Derby tentoonstelling die momenteel opgesteld staat, waarbij telkens Belgisch design gejuxtaposeerd staat met Nederlands design. Wel interessant om eens te zien, eigenlijk.

Tegen acht uur kwamen we aan bij een wel heel speciale tafel, waar ons de bedoeling van de avond werd uitgelegd. Vierentwintig gasten, waaronder een chef-kok (die er deze keer niet bij was wegens nog in zijn restaurant) nemen plaats aan twee handgemaakte (en vree wijze, maar ook onbetaalbare) grote tafels, amper 70 cm breed, zodat je gedwongen wordt om te praten. Bij het aperitief en bijbehorende hapjes staan de tafels nog op sta-hoogte, en je krijgt ook geen individuele bordjes, maar je moet zelf borden en bestek ronddelen en zelf gaan opscheppen. Dat zorgt meteen voor een heel informele sfeer. Ik stond aan tafel met onder andere mensen van de Interieur Biënnale van Kortrijk, een dame van een bedrijf dat een nieuwe app maakt voor kunst en musea, en een koppel van Flanders DC.

Eindelijk – geen minuut te vroeg, mijn benen en voeten waren compleet doorgestaan – werden de tafels naar beneden gedraaid, naar zithoogte. Het museum had een allegaartje aan stoelen voorzien, waarbij de ene duidelijk beter zat dan de anderen. Er werd vrolijk verder gekletst, en er kwam een hoofdgerecht. Nog later ging de tafel nog naar beneden, en kon je op een lage stoel, een deken of een kussen gaan zitten, Japanse stijl. Er kwam een massieve chocoladetaart op tafel, en ik kon beginnen snijden. Het feit dat je zelf snijdt en ronddeelt, zorgt al helemaal voor het ongedwongene.

De jongedame voor mij had ik bij de eerste blik afgedaan als een zelfvoldane, overgestileerde blonde trut, maar ze bleek gigantisch mee te vallen en was helemaal geen trut, wel integendeel. Ik heb bijzonder smakelijk gelachen met alle verhalen, en ik had een fantastische avond, om eerlijk te zijn: kunst, uitleg, creatieve mensen en lekker eten.

Meer moet dat écht niet zijn.