Call of Cthulhu: extra volk

Om de veertien dagen speel ik nog altijd Call of Cthulhu, nu iets meer dan een jaar, met ongelofelijk veel gusto. Het zijn ook wijze mannen, mijn medespelers: de DM is net geen 60 en een bijzonder doorgewinterde speler; Alex ken ik nog van op de Poortlarp jàààren geleden, en daar kom ik ook echt goed mee overeen, ook al is hij intussen al 66; Koen is 65, niet echt een larper, maar ook een fijne speler, en Stefaan kende ik niet, die is ergens in de 40, en speelt ook uitstekend. Een goed groepje dus, maar vier spelers, dat is niet echt veel: zodra er eentje afwezig is, speelt het niet zo makkelijk meer.

En dus zochten we een vijfde man: liefst een rustige speler die in de buurt van het Gentse woont, en zo kwam ik uit op Ruben. Een jonge gast want nog geeneens 30, maar hij past er precies echt wel bij, en hij lijkt zich ook prima te amuseren in mijn clubje van geriacultisten ^^

Vorige maandag hebben we echt quasi niks gespeeld: we hebben meer oeverloos zitten kletsen, bijzonder gezellig, maar niet meteen productief. En onze DM had nog wel zo’n mooie scènes zitten uitwerken…

Hij heeft stapels materiaal van andere games en kan dus zomaar meteen een vechtscène op tafel zetten. Zalig!

Enfin, volgende keer wat meer doorspelen, maar het gevoel zit in elk geval goed!

Cthulhu in de tuin

Veel hebben we eigenlijk nog niet kunnen genieten van onze tuin: in juni en juli was het veel te heet, daarna heeft het geregend, en toen zaten we in Berlijn.

Maar gisteren was het zalig weer, ging het gelukkig ook nog lang warm blijven, en dus was dat ideaal om eens Call of Cthulhu te spelen in de tuin. De heren zagen dat gelukkig zitten, de DM werd met een hele bak gerief opgepikt en we installeerden ons hier. En zagen dat het goed was. Zeg nu zelf…

Ik vrees dat het niet voor herhaling vatbaar zal zijn deze zomer: de volgende sessie is eind augustus en dan koelt het ’s avonds verdomd snel af…

Mja, we gaan niet klagen: het is toch één keer gelukt.