Een dagje Brussel met Gwen

Het gebeurt niet vaak – om niet te zeggen nooit – dat Gwen in de week tijd heeft. Deze keer was het eigenlijk ook per toeval: in de voormiddag gaf ze een nascholing voor Latijn – waar ik dus naartoe ging – en in de namiddag zou ze diezelfde nascholing geven voor Grieks. Alleen… daar waren maar twee inschrijvingen voor, zodat ze het geannuleerd heeft, begrijpelijkerwijs. En dat zorgde er meteen voor dat haar woensdagnamiddag vrij kwam, een unicum!

Zij nam wel een trein drie kwartier vroeger dan ik, ik mag haar dan nog graag zien maar dat had ik er nu ook weer niet voor over, temeer omdat ik dan drie kwartier daar op archislechte stoelen moet zitten.

Soit, ze gaf een steengoede opleiding rond evaluatie en differentiatie – ik ga ze op school ook proberen geven – en tegen goed één uur sloten we daar af. We gingen dan maar iets verderop naar een Italiaantje waar ze nog niet was geweest, maar waar de pizza’s bijzonder lekker zijn, geloof me.

Een korte treinrit van Noord naar Centraal later liepen we de stad in: ik wilde een paar labcaches oppikken en vooral even langs de C&A passeren, want mijn twee roterende jeansbroeken waren allebei op hetzelfde moment aan het doorscheuren aan de binnenkant van mijn billen: in de ene zat wel degelijk een gat, bij de andere waren de vezels zich nog net met een laatste krachtinspanning aan elkaar aan het vastklampen. Bon, ik kocht meteen twee jeansbroeken, en wij kunnen vanaf nu ook verklaren dat we eens in de Brusselse Nieuwstraat zijn geweest. Not impressed, BTW. En verder hingen we gewoon heerlijk de toerist uit.

Enfin, er volgde nog een fijne koffie, en tegen zessen kwam Wolf ons oppikken aan Gent-Dampoort. Een hele stevige dag, eentje waarbij mijn rug niet kon rusten, integendeel, maar ik heb er wel intens van genoten.

Bijscholing

Bijscholing, ik vind dat een correcter woord dan nascholing. Vandaag waren we uitgenodigd door Gwen in het Huis van het GO! in Brussel voor een les rond “Latijn lezen in de eerste graad”.

Mja, ik heb wel wat inzichten bijgeleerd, ja, en ga mijn methode licht bijsturen. Ook de vraagstelling die hij hanteert, is bijzonder interessant. Meer moet dat eigenlijk niet zijn, voor een bijscholing: nieuwe dingen die je kan uitproberen en waarvan je de pedagogische waarde inziet.

De opleiding was gedaan rond half een, en mijn collega’s keerden fluks naar huis terug: zo kon Ellen nog net haar kinderen van school halen en haalde Lucie nog haar C-uur Grieks. Donderdag is echter mijn vrije namiddag en dus bleef ik nog wat rondhangen bij Gwen. Die stelde voor om, terwijl zij aan het afronden was met nog een leerkracht, broodjes te halen bij de buren van Unizo. Helaas, tegen dan was het één uur en was alles uitverkocht. Geen nood, dan maar de Proxy-Delhaize wat verderop. Driewerf helaas: nog drie broodjes te krijgen, elk met komkommer. Niet dus. Hmmm.

En toen werd ik gewezen op de uitstekende pizzeria een paar huizen verder, waar je ook dingen kon meenemen. Ik bestelde er een excellente pizza en kreeg die een achttal minuten later, kraakvers en dampend, en gelukkig ook in een doos want het was toch wel aan het regenen, ja. Gwen en ik aten met smaak onze pizza, zij werkte nog iets af terwijl ik wat zat te lezen, en we namen samen de trein naar huis.

Yup, ik heb ergere dagen meegemaakt.

Gevuld dagje Brussel

Deze morgen zat ik om twintig over zeven al in mijn auto richting Dampoort Station. Omdat ik eigenlijk nooit op dat uur de Gentse binnenring op moet, had ik geen risico genomen qua files, wat ervoor zorgde dat ik gewoon vijfentwintig minuten te vroeg in het station stond. Du jamais vu!

Enfin, de trein op dus. Helaas was er even niemand te bespeuren op het perron en heb ik dan zelf maar mijn roltasje op de trein gezet. Geen goed idee, blijkbaar. Meh. Maar de roltrap naar boven werkte al. Naar beneden was er een lief jongmens om te helpen. Nog die chance.

Ik deed een klein ommetje voor een geocache en tekende om 9.00 uur netjes present in het Sint-Jan-Berchmanscollege voor de jurering van de Latijnolympiade, de Cicerovertaling. En blijkbaar zat ik in een goede groep, want we waren het telkens snel eens over de puntentoekenning, een paar kleine maar vruchtbare discussies niet te na gesproken.

Ik had er eigenlijk op gerekend dat we zouden bezig zijn tot een uur of drie ’s middags, en dan om half zes vergadering met het Certaminacomité. Ik had dus mijn computer meegebracht om eventueel nog wat te werken, maar toen bleken we iets over twaalven al klaar. Hah!

Ik ging met een paar anderen om een broodje, discussieerde nog even met de andere comitéleden over de nieuwe manier van jureren, en stelde toen vast dat het nog geen twee uur was, en ik dus dik meer dan drie uur had in Brussel voor mezelf.

Ik negeerde de miezerregen en ging op wandel richting enkele geocaches, maar wel vaagweg in de richting van de Bozar. Onderweg zag ik een paar mooie dingen, zoals de gedichten van Marguérite Yourcenar en dergelijke.

Toen ik een beetje uitgeregend in de Bozar binnenkwam, vond de rug het tijd voor een rustpauze, en dus installeerde ik me met mijn boek bij een koffie in het museumcafé.

En toen ging ik me verdiepen in de verschillen tussen Magritte en Dalí en stelde vast dat er vooral zeer veel gelijkenissen waren. Knappe tentoonstelling, echt de moeite.

Maar dat stilstaan en geslenter in een museum, dat is duidelijk redelijk funest voor een rug, zo bleek nog maar eens. Ik stapte toen stevig door, terug richting het college, maar de grens van het comfortabele was duidelijk overschreden. Ik had nog een dik kwartier op overschot en ben toen maar even gaan liggen, waar de rug duidelijk dankbaar voor was.

Bon, vergadering dus, en dan gaan eten in De Schieve Lat, een typische Brusselse brasserie met verrassend lekkere frieten en vol-au-vent.

Gwen en ik hebben ons dan nog gerept om een trein te halen om kwart over tien, en toen bleek volgens de app van de NMBS dat we in Sint-Pieters meer dan een half uur gingen moeten wachten voor we de verbinding met de Dampoort gingen hebben. Ugh. Dat kon mijn rug helaas niet meer hebben.

Ik heb dan Bart gebeld die ons is komen halen en ons naar de Dampoort heeft gevoerd, waar mijn auto stond. Alleen… bleek in Sint-Pieters dat er wel degelijk nog veel snellere aansluitingen waren, maar dat de app het niet nodig had gevonden ons die te tonen. Meh. Bart dus quasi voor niks laten komen. De lieverd…

Thuis ben ik plat in de zetel gegaan. Hopelijk draag ik hier morgen niet de gevolgen van, maar ik denk het niet: de rug is gewoon moe, maar niet geprikkeld.

Dagje Brussel

Bart had het vorige week al gevraagd: of we niet met zijn allen meegingen naar Brussel, naar de grote reclame-animatie voor The Messiah die zijn bureau gemaakt heeft, en vooral ook naar de tentoonstelling van Keith Haring in de Bozar.

Om elf uur zagen we elkaar in het station voor eerst nog een koffietje en dan de trein naar Brussel-Centraal. Daar hebben we dan eerst iets gegeten in een toch wel fijne brasserie, De Ommegang. Alleen is enkel de naam Vlaams, met de menukaart hebben we goed gelachen. Alleen vertrouwde Merel het toch niet helemaal…

Daarna wandelden we over de Grote Markt, pikten er een cache op, en liepen tot aan de Dansaertstraat. Ha ja, want daar is nog een maand lang een Cora Kempermanwinkel, en dat kon ik toch niet laten liggen, toch?

We wandelden via de animatie op het Muntplein terug naar de Bozar, stonden even aan te schuiven aan de immens lange wachtrij voor tickets tot Bart ze intussen gewoon online kocht, en liepen de tentoonstelling binnen. Waar Merel bij mij bleef en honderduit vragen stelde.

Toen vonden ze het welletjes en liepen we eigenlijk meteen het station binnen, voor een warme wafel en een trein terug.

Fijne dag, het voelde echt als vakantie aan, zo met ons vijfjes. Zouden we vaker moeten doen.

Nascholing in Brussel

Die nieuwe leerplannen, da’s een serieuze boterham. In maart hadden we al een uitleg gekregen, maar er was er echt nog meer nodig, zoals over de nieuwe regelgeving over de evaluaties. En dus trok ik vandaag naar Brussel, alweer. Twee dagen op rij, du jamais vu.

Echter…  Met een rolvaliesje met laptop, boeken, lunch en klein gerief moest ik dus de trein op. Alleen had ik er niet aan gedacht dat er geen lift of roltrap is in Gent Dampoort. Gelukkig was er een vriendelijke man die spontaan aanbood het ding even naar boven te dragen, toen hij me zag sukkelen. Dank u, NMBS: zo voel ik me meteen weer stokoud… Een ander iemand hielp me dan weer het rolding op de trein zelf te zetten. En toen was er een gigantisch lieve jongeman die mijn gesukkel gevolgd had, in Sint-Pieters meteen alles weer uitlaadde, van de trap droeg, dezelfde trein moest nemen als ik, dus daar alles weer inlaadde en me zelfs een zitplaatsje zocht op de volle trein. Heerlijk. Made my day. Maar een mens wordt toch er meteen mee geconfronteerd dat hij eigenlijk gehandicapt is. Daar moet ik dus echt eens werk van maken.

Soit, ik was er, installeerde me tussen de collega’s, en liet mijn volledige aandacht uitgaan naar Gwen. Ergens blijf ik het grappig vinden, zo les krijgen van mijn beste vriendin. En ze doet dat vooral ongelofelijk goed in die moeilijke materie. En het leuke is dat je dan ongecompliceerd ergens je boterhammen kan gaan opeten op een bankje, ver van alle anderen.

De terugreis was dan ook een pak aangenamer, al voelde ik me wel schuldig over het feit dat ik de frêle Gwen alles liet sleuren. Niet dat zij er een punt van maakte, maar toch.

Enfin, een zware maar wel interessante en zeer leerrijke dag. Voer om over na te denken.

Tripje naar Brussel

Vandaag nog eens de trein genomen naar Brussel se. Voor een vergadering van het Certaminacomité, u weet wel, de organisatie achter de Latijn- en Grieksolympiades.

Ik ga u niet vervelen met de vergadering op zich, die was goed en functioneel en kon gelukkig niet vervangen worden door een paar mailtjes. Zo hoort het ook.

Maar ik nam dus nog eens de trein, en ergens vind ik dat wel nog wat hebben. Nee, ik zou het écht niet alle dagen willen doen: afgeschafte treinen, geen plaats, treinen met vertraging… En ik ben blij met de Dampoort Express, zoals hij blijkbaar soms genoemd wordt: een trein die vanuit Brussel niet naar Gent-Sint-Pieters rijdt zodat ik moet overstappen, maar gewoon rechtstreeks naar de Dampoort, waar mijn fietsje staat.

Ik kijk dan ook met genoegen rond naar de mensen en gebouwen om me heen, en stelde me de vraag over dit zicht op het perron in Brussel Noord:

Dat is dus wel degelijk een perron, mét een deur met verschillende bellen. Dan vraag ik me keihard af wat er achter die deur zou liggen. En waarom er dan verschillende bellen moeten zijn. Zou daar iemand wonen? Iets van kantoren? Opslagruimte? En mag iedereen dan zomaar daar het perron op lopen? Zou iemand al ooit belleketrek gedaan hebben daar?

Oh, en het is niet alsof de treinreis zelf van een leien dakje verliep. Ik koop mijn ticket gewoon thuis via de computer en laat het dan op mijn e-ID zetten. Nog wel zo gemakkelijk. Als de apparatuur van de NMBS werkt tenminste. De conducteur zijn machine weigerde mijn kaart te lezen, en hij begon bijna mijn ticket in twijfel te trekken. Alsof ik dan spontaan mijn IDkaart aan hem zou geven, ervan uitgaande dat zijn spel niet ging marcheren, of wa?
Maar hij zocht een en ander op, tikte ijverig op zijn andere machine, en produceerde prompt een “regularisatie”. Ik hoefde zelf geen verdere stappen te ondernemen, het euvel was doorgegeven aan de juiste instanties en dat was dat.

Allez hup. Trein, altijd een beetje reizen? Goh ja…