50

Nee, ik vind het absoluut geen fijn getal, die 50. Ik voel me oud, versleten, moe en overbodig. Om nog te zwijgen van dik en lelijk.

Een verjaardag in quarantaine maakte het er niet beter op: ik mocht niet eens mijn kot uit, en door gans het gedoe met al die sneltesten en corona en alles was ook de rest van het gezin niet bepaald in feeststemming.

Er was geen ontbijt, geen slingers, geen kaartjes, geen cadeautjes… Er was geeneens een kroon of een liedje, zelfs geen taart als vieruurtje. Maar ik heb geen recht van spreken of te klinken als een verongelijkt kind: ook voor Bart op zijn vijftigste verjaardag was er eigenlijk niks voorzien. Maar toen zaten we allemaal strikt genomen in quarantaine – ook de jongens – en wist ik wel dat hij in de namiddag op zijn werk taart ging krijgen en dat ze ’s avonds gingen gaan eten in een sterrenrestaurant. En hij is al geen fan van ontbijtjes en dergelijke dingen. Wel kreeg hij in de namiddag een grote mand met lekkers – toen ik eindelijk naar de winkel was geraakt – en als cadeautje een etentje in The Jane in februari.

Maar Merel had een zeer mooi kaartje voor me gemaakt, ik had van Marleen een prachtig bloemstuk gekregen vol rode amarylissen – de bloemenwinkel heeft een hilarische fout gemaakt in het kaartje: “vijftig jaar getrouwd” – , in de namiddag kwam iemand van het schoonheidssalon een paar straten verder een cadeaubon brengen vanwege Bart, en Erik kwam een prachtig boeket brengen vanwege hem en Gwen. Bijna 300 mensen wensten me geluk online en ik trakteerde mezelf met een stukje van de overschot van Barts taart van donderdag. Een beetje oud, maar best wel nog eetbaar. Oude taart voor een oude taart, zoals iemand opmerkte.

Het ergste vond ik dat ik geeneens knuffels kon en mocht krijgen. Gelukkig zijn Merel en ik allebei positief en kunnen we elkaar vrolijk vastpakken zonder beperkingen.

Ach, ik zal het wel overleven, die vijftig jaar. Maar om er nu nog eens vijftig bij te moeten doen, zoals sommige mensen suggereerden? Nee, dat hoeft nu ook weer niet voor mij.