Van bramen en bossen

Merel was toch wel een van haar koetjes (haar vaste knuffels) kwijt zeker? Dikke tranen waren het gevolg, maar een paar telefoontjes gisterenavond wezen uit dat het beestje nog bij omoe lag. Ik had haar gebeld, maar blind zijnde kon ze me natuurlijk niet meteen antwoord geven. Een half uur later belde ze terug: er was nog iemand op haar kamer gekomen om haar te helpen bij het uitkleden en haar been uit te doen (ze heeft een kunstbeen), en die had het gevonden. Oef.

Dat zorgde er wel voor dat we vandaag alweer 25 minuten de auto in moesten om het kleinood op te halen. Tsja…

We haalden eerst een pracht van een geocache in de Bauwerwaan in Zomergem, en stelden vast dat het er stikte van de prachtige bramen, waaronder hele dikke mooie rijpe. Gelukkig heb ik altijd zakjes genoeg in de koffer liggen, en dus sloegen we aan het plukken, wellicht een half uur lang, met een kilo en een kwart bramen tot gevolg. Ideaal voor confituur! Nooit geweten, trouwens, dat er daar een gedicht stond van Mong Rosseel.

Enfin, we reden het Keigat door, en aangezien we klop tijdens de mis in het rusthuis zouden toekomen, reden we maar meteen door naar het Drongengoed, richting de cachereeks van Pasydonia. De eerste en de laatste, nr. 23, hadden we vroeger al eens gedaan. Nu gingen we aan het wandelen, zochten ons te pletter bij nr. 2 en gaven op, en vonden dan wel nr. 3 en 4. Het uitzicht was er prachtig: heidegebied en bosgebied, allemaal beheerd door Natuurpunt, met uitgestippelde wandelingen. Een aanrader!

Toen was het meer dan welletjes voor Wolf, en keerden we terug. Hij had zelfs de moed niet meer om nog een paar autocaches te doen, en is zelfs blijven zitten in de auto toen we bij omoe het koetje gingen halen.

Thuis gingen de jongens even liggen, en na het eten begon ik bramen te sorteren. Wat een weelde!

Zalig, toch?