Van borelia, banden en baden

Eigenlijk wilde ik vandaag met Merel naar de Gentse Feesten, maar die auto gaat voor natuurlijk: ik wil geen risico lopen. Gelukkig begrijpt ze dat, en zijn er nog dagen die volgen. Gisteren lag ook al moeilijk, omdat ik een doktersafspraak had in de namiddag. Die tekenbeet van 1 juli – allez ja, een van de drie, de andere twee zijn volledig genezen – blijft namelijk maar op mijn scheenbeen staan. Nu, ik weet uit ervaring dat wondjes op mijn schenen sowieso moeilijk genezen, maar het is nu al meer dan twee weken, en er is wat uitslag rond gekomen, min of meer in cirkelvorm. Ik had Bart dus moeten beloven dat ik naar de dokter ging gaan, wat ik gisteren dus gedaan heb.

Ze keek even, vond het absoluut niet duidelijk, temeer dat je de rode uitslag perfect kon wegdrukken (wat je blijkbaar bij borelia niet kan), trok bloed, en gaf me een voorschrift voor cortizonezalf en antibiotica mee. Met die laatste moest ik nog wachten op de uitslag van het bloedonderzoek, en daarvoor mocht ik vandaag bellen. Goed nieuws dus: geen borelia, alleen een allergische reactie. Met die zalf moet het snel wegtrekken.

Tegen drie uur waren we dan netjes in de bandencentrale. Tegen dik half vier ging ik even informeren aan de balie: hoe lang het nog zou duren, want ik had een afspraak om drie uur, en ze waren er nog niet eens aan begonnen? Euh, zei de man schaapachtig, ze hadden het heel druk want er was nogal wat werk tussengekomen, maar bon, ik had een afspraak, en dus gingen ze mijn auto er meteen tussen nemen. Intussen zat ik rustig een boek te redigeren en liet Merel haar creatieve schrijftalent de vrije loop.

 

Tegen kwart over vier waren we er buiten, net op tijd om thuis een vieruurtje binnen te spelen en de zwempakken te halen: het zwembad van Ertvelde is open tot zes uur!

We hebben dus inderdaad een uurtje gezwommen en daar veel deugd van gehad. Merel kan nog niet echt goed zwemmen, en ik wilde daar iets aan doen tegen dat we naar Rhodos gaan. Als we nu bijna elke dag kunnen gaan zwemmen, dan kan ze het tegen dan, en met zwembandjes aan mag dat dan geen probleem meer zijn.

We ploeterden, plensden en plonsden, en hadden vooral heel veel lol.

En eenmaal thuis waren we allebei pompaf. Dirk kwam nog wel een geredigeerd stuk manuscript ophalen, maar aangezien we intussen elkaar zó gewoon zijn, gaat het overlopen van de wijzigingen ook een pak vlotter dan eerst.

Alweer een gevulde dag dus, maar wel met een vakantiegevoel. En dan morgen Gentse Feesten!

Verschietachtig

Mijn auto moet eigenlijk gekeurd worden voor 4 juli. Normaal gezien maak ik altijd een afspraak met de garage in de examens, en ga ik dan op goed geluk naar de keuring, wanneer ik zie dat er geen volk staat. Zo op een kilometer van de keuring wonen, het heeft zijn voordelen.

Nu met gans dat tandengedoe was het er gewoon niet van gekomen. Tsja. Vandaag was me dat weer te binnen geschoten en dacht ik: “Goh, ik weet dat ik eigenlijk eerst op onderhoud moet, maar de garage is dicht tijdens de Gentse Feesten, en ik ga toch maar ne keer op den bots proberen of hij niet gekeurd geraakt…” Er stond vier man aan te schuiven, en op een twintig minuten was het aan ons. Dik in orde… Dacht ik.

Al bij de uitstoot was het van dat: net afgekeurd. Mja, het zal wellicht wel helpen als mijn filters vervangen worden, en als ze er van dat speciaal product bij doen. Aan de andere kant: mijn uitstoot was maar lichtjes over de grens, en dat voor een diesel van acht jaar, terwijl de normen van 3 naar 1.5 zijn gegaan sinds vorig jaar. Enfin ja, dat onderhoud was toch sowieso nodig.

Maar toen…

We staan op de brug, en die mens inspecteert de bodemplaat, de uitlaat, en de banden. En roept mij erbij, want hij was lichtjes verschoten. Mijn banden waren sowieso aan het verslijten, maar konden er nog net mee door, op het randje van groen en geel. Behalve de rechtervoorband, die blijkbaar iets platter stond dan de rest: die was tot op den draad versleten. Letterlijk: op bepaalde plaatsen was het rubber volledig weg en zag je effectief de draad van de binnenbekleding. Als in: an accident waiting to happen. Hij waarschuwde me meteen: dat ik best zelfs geen week meer zou wachten, dat die band op springen stond, en dat een klapband wel het laatste was dat ik zou willen. Ik verschoot uiteraard enorm: ik was gisteren nog volle petrol naar Oostende en terug gesjeesd…

Aan de kassa bleek het verdict nog ernstiger – en volledig terecht ook: mijn auto was gewoon “verboden voor het verkeer”. Niks van “ge hebt veertien dagen om alles in orde te brengen”. Ik mocht nog naar de bandencentrale en terug, en dat was dat.

Gelukkig ligt ons huis op weg naar die bandencentrale, en reed ik dus gewoon naar huis. Iets later had ik effectief een afspraak vast bij De Brabandere, hier op de Wiedauwkaai, waar ik al eerder ben geweest. Oef. Ik mag dus morgen om twee nieuwe voorbanden gaan.

Puh.

Verschietachtig, jawel. Ugh.

Rustig dagje met een hectisch einde

Het begon allemaal zeer rustig: donderdag is mijn vrije dag, en ik deed vooral administratie, voorbereidingen en dat soort dingen. Tussendoor hielp ik Chantal met opruimen, deed ik boodschappen, en tegen half een begon ik te koken. Ik ben er zelfs in geslaagd om, voor ik de kinderen moest halen, een kwartiertje met een koffietje te zitten lezen in de zetel, terwijl het buiten aan het gieten was.

En toen ging het mis.

Want omdat het nog zo aan het regenen was, ging ik de kinderen ophalen met de auto, en dan meteen in het terugkeren nog een brief posten en de boeken binnensteken in de bibliotheek. Alleen hebben de kinderen en ik blijkbaar andere definities van “hard regenen”: ik kwam hen namelijk tegen in ’t klein straatje, nat maar vrolijk. “Bon”, riep ik, “ga maar naar huis, ik ga snel die boeken binnendragen, en ik ben daar”. En dus reed ik fluks naar de bibliotheek. En toen ik daar aankwam, stelde ik tot mijn verbazing vast dat de schoenmaker, die ik al een paar weken kwijt was wegens winkel plots verdwenen, nu in een pand naast de bib zat. Ik was zodanig aan het gapen naar ’s mans etalage, dat ik eigenlijk zonder meer tegen de bordure reed met mijn rechtervoorband. Oi! Ik dacht zelf nog dat het gelijk een beetje hard was, en bij het uitstappen ging ik naar de betreffende band kijken. Al was dat laatste niet echt nodig: een omineus gesis waaide me tegemoet. Jawel, een ganse scheur in mijn vijf maanden oude band. Blah! En binnen de kortste keren sjiekeplat natuurlijk, dus geen enkele mogelijkheid om nog te rijden. Hoe stom kunt ge zijn, zeg!

Ik belde dan maar naar de VAB – dat abonnement heeft zijn geld al opgebracht – en sprak met hen af dat ik naar huis ging wandelen, dat de pechdienst mij dan thuis ging oppikken, naar mijn auto brengen, en die slepen. Afhankelijk van het uur ging ik dan ook een reservewagen krijgen. Maar ze waren daar veel sneller dan geanticipeerd, eigenlijk, en tegen kwart na vijf stond ik met auto en al in de bandencentrale op de Wiedauwkaai, waar ze meteen de band gingen vervangen. Enfin, ja, meteen… Het probleem was intussen dat Wolf, in die tien minuten dat ik thuis was, me wist te melden dat zijn schoenen van nog geen twee maand oud (10 november, nagekeken) finaal naar de knoppen waren: ze waren gewoon losgescheurd van de zool! Allez jong! Maar morgen moet hij wel naar school, en zijn scoutsschoenen zijn echt smerig. Hmmm. Ik heb, toen ik vertrok uit de garage, naar hem gebeld dat hij klaar moest staan, en ben nog met hem om tien voor zes naar de Brantano geraced. Ze waren gelukkig open tot half zeven, en dus heeft hij een nieuw paar schoenen. Maar ik heb wel van mijn oren gemaakt aan de kassa over zijn “oude” schoenen, en ze gaan ze laten lijmen. Ik ben benieuwd.

Enfin, ik ben dus nogal dolgedraaid thuisgekomen, met een nieuw paar schoenen, een nieuwe band, en zonder bibliotheekboeken.

Missie geslaagd. Oyoo.