KAM breiclub

Met een paar collega’s vonden we het jammer dat er over de middag zo weinig activiteiten zijn bij ons op school. Het is ook een beetje moeilijk: de middagpauze is maar 50 minuten, en da’s kort als je nog moet eten ook. Tsja.

Maar samen met een fijne collega hebben we dit jaar een breiclub opgestart. We wisten niet goed of dat wel succes zou hebben, maar bon, we konden het maar proberen. En jawel, ik heb intussen al een behoorlijk aantal leerlingen leren opzetten en basis breien, maar ook de gevorderde breisters komen aan hun trekken: we kunnen hen leren hoe ze bepaalde patronen moeten lezen, of er samen over discussiëren en proberen uitpluizen.

Ik denk dat we intussen met een stuk of vijftien leerlingen zijn, en een handvol leerkrachten. En ik vind het eigenlijk gewoon de max!

Een artikeltje mét foto’s heb ik uiteraard ook op de schoolwebsite gezet, en wel hierzo.

Van lunches, laarzen en lesgeven

Het lesgeven was zoals altijd op donderdag, van tien tot twaalf. Ongelofelijk hoe goed gezind dat ne mens wordt van te mogen lesgeven. Echt waar. Merci, vijfdekes! (en nee, dit is geen sarcasme, ik meen dat echt).

En toen had ik nog een hoop dingen te verzamelen, links en rechts, en boodschapjes te doen, en zo van dienen rommel waar ge veel tijd in steekt, die ge ooit eens moet doen, maar niet met veel goesting.

Ik reed met andere woorden naar Kundig Hersteld om eindelijk een kapotte – eigenlijk al van bij aankoop – iPhone 5 te laten herstellen voor Wolf, en meteen ook een nieuw scherm voor een iPad 2. Tsja. Toen wilde ik naar Sint-Martens-Latem om er de conformer laars – mijn afneembare plaaster –  te gaan inwisselen: ik had dinsdag bij Wouter een te grote maat meegekregen. Maar die winkel ging maar open om 14.00u, en ik passeerde bij Ikea, dus wat doet ne mens dan die nog niet gegeten heeft en nog een uur heeft zoet te maken? Juist, een stukje gebraad met wintergroenten naar binnen spelen in het Ikearestaurant, en meteen ook een boekenplank meenemen voor Wolf. En nog wat andere kleine dinges, want zo gaat dat in de Ikea…
Enfin, ik werd een uurtje later met de glimlach bediend daar bij De Rijcker, ze pasten mijn nieuwe laars meteen aan, en ik kreeg zelfs nog een nieuwe, op maat gemaakte velcroriem mee voor de oude laars. Chic.

Ik probeerde nog eens naar de Hopper – de scoutswinkel – te gaan voor een hemd voor Kobe, maar nee hoor, ook deze keer was de winkel gesloten. Zonder enige uitleg. Hoeveel antireclame kan zo’n winkel op den duur zijn, zeg? Als ze dan gesloten zijn, dat ze het op zijn minst aankondigen via de website. Serieus, zeg.

Enfin, het was intussen welletjes, en dus reed ik maar naar huis. Ik had nog het een en ander te doen, zoals de jongens hun scoutsgerief helpen verzamelen – ze gaan allebei dit weekend op scoutsweekend – en mijn eigen larpgerief verzamelen. Morgen ga ik daar absoluut geen tijd voor hebben, dat weet ik nu al.

En dan vraagt ne mens zich af hoe hij, zelfs met een voet in een soortement plaaster, nog aan meer dan 10.000 stappen komt op een dag. Zo dus.

Romeinse en verder gewoon pokkedrukke dag

Nikske geen lekker rustige dinsdagochtend: om half negen stond ik samen met Wolf, drie collega’s en 74 leerlingen op de parking van de school op de bus te wachten. Die maar niet kwam, want in de file stond, maar die niks liet weten. Juist.

Enfin, iets over half tien wandelden we gezellig samen het museum binnen, kreeg mijn groep eerst het Gallo-Romeinse kledingproject, aten we in het aangename maar qua akoestiek niet ideale zaaltje, en deed ik in de namiddag nog een rondleiding en een project rond militaria mee.

Intussen nam ik stapels foto’s, en schreef ik in mijn hoofd al het verslag voor de schoolwebsite. Dat kan u, met alle foto’s, overigens hier bekijken. ’t Was wel redelijk de max, ja.

Kwart voor vier stormde ik terug te school binnen, want eigenlijk had ik nog les met de zesdes, en hadden we om half vier terug willen zijn. Wat ik behoorlijk fantastisch vond, was dat al mijn zesdes netjes stonden te wachten. Op papier hadden ze namelijk dispensatie gekregen, een misverstandje van het secretariaat. Maar de dag voordien had ik hen nog gezegd dat ik zeker les ging geven, dat ik normaal gezien op tijd ging terug zijn, en dat ze dus eventueel eventjes moesten wachten. Dat eventjes liep dus uit, op papier mochten ze naar huis – er ging hen eigenlijk niks te verwijten vallen – maar ze waren allemaal. Chic, echt chic. En bijzonder geapprecieerd.

Aansluitend, om kwart over vier dus, startten we de leesclub van de school weer op voor dit jaar. Niet dat dat erg lang duurde – het ging om data en boeken vastleggen – maar toch.

Ik repte me naar huis, net op tijd om snel een koffie te drinken en dan Wolf af te zetten voor zijn gitaarles, onderwijl nog een bakker passerend.

Thuis begon ik snel een beslag bij elkaar te kletsen, en bakte ik twee mooie cakes voor Merels verjaardag morgen, om uit te delen op school.

Gelukkig was intussen Bart thuisgekomen, en ging hij dan om half acht Wolf ophalen van de les.

Maar man, dat het druk was. Poeh.

 

Welke ouder bent u op het oudercontact?

Toch bizar hoeveel verschil er kan zitten in de houding van ouders op het oudercontact. Als leraar probeer je bij iedereen even vriendelijk, goedlachs en begrijpend te zijn, maar dat lukt niet altijd. Ziehier een opsomming van soorten ouders. Onder welke categorie/categorieën valt u?

  1. De kennismakende ouder. Hun kind heeft niet echt een probleem, meestal zelfs redelijk goeie punten, maar het gaat eigenlijk niet om die punten. Ze willen gewoon even kennismaken, weten wie hun kind les geeft, wat voor persoon je bent. Duurt meestal niet lang, is heel hartelijk.
  2. De complimentjesvissende ouder. Hun kind heeft minstens een negen, maar toch willen ze er zeker van zijn dat het kind het goed doet, en daarom komen ze even luisteren. Zijn vaak niet geïnteresseerd in het welbevinden van het kind, willen gewoon een complimentje. Als leraar heb je dus eigenlijk geen boodschap en wil je die zo snel mogelijk kwijt om je kostbare tijd te kunnen schenken aan ouders bij wie het wél nodig is, maar vaak blijft deze soort bijzonder lang hangen. Hoogst irritant.
  3. De puntenbezorgde ouder. Hun kind heeft een zeven of een acht, maar dat is niet voldoende. In de lagere school – of vorig schooljaar – had hij/zij altijd minstens een negen, en dus willen ze weten wat er scheelt. Dat het kind het moeilijk krijgt, willen ze niet geweten hebben: er moet een externe oorzaak zijn. Ze blijven hangen tot je hen iets aanreikt, al was het maar het niveau dat gestegen is, de klas die wat moeilijker is, of het feit dat ze de GSM echt wel uit het kind zijn kamer moeten bannen.
  4. De agressieve ouder. Hun kind heeft niet echt goeie punten, en de ouder wil weten waarom niet. De schuld ligt al op voorhand bij de leraar: het vak trekt op niks, de methode was in zijn/haar tijd veel beter, het handboek is complete onzin, en de leraar kan geen les geven. Elke poging tot gesprek loopt op niks uit, de ouder wil vooral zijn/haar gal spuwen. Als leraar onderga je best de woordenvloed, en werkt daarna de ouder buiten. Desnoods met harde woorden, of dreigen met directie.
  5. De bezorgde ouder. Voor dit type ouder zijn de punten op zich niet belangrijk – tenzij ze echt slecht zijn natuurlijk. Hij/zij wil vooral weten hoe het met hun kind gaat in de klas. Voelt hij/zij zich goed, werkt het kind mee, durft het vragen stellen, zit het al eens te lachen? Zou er sprake zijn van faalangst, of is alles in orde? Dit soort ouder sta je als leraar met plezier te woord, maar vaak moet je alles minstens twee keer herhalen voor ze gerustgesteld zijn. Vaak is er ook geen enkel probleem.
  6. De luisterende ouder. Dit is het favoriete type van elke leraar. De ouder komt luisteren hoe het met zijn/haar kind gesteld is, met een open geest. Hij/zij is bereid te aanvaarden wat je zegt, of dit nu enkel positief is of niet. Zit het kind te veel te tateren in de les, is het een warhoofd dat af en toe met zijn hoofd op een andere planeet zit, moet het wat nauwkeuriger werken, of gamet het toch niet te veel? Dit type ouder aanvaardt jouw beroepsernst, en accepteert dat jij als leraar misschien ook wel dingen weet die de doorsnee ouder niet weet. Hij wil samen met jou het beste voor het kind, maar verwacht dan ook van jou als leraar de nodige inzet en werkbereidheid. Hij verprutst jouw tijd niet, maar stelt gerichte vragen, en gaat ook niet zomaar bij elke leraar langs, enkel die waar het nodig is. Hij/zij neemt ook niet klakkeloos jouw mening voor waar, maar durft die in vraag stellen, op een beleefde en respectvolle manier. Dit zijn de ouders die je wil zien als leraar.
  7. De afwezige ouder. Dat zijn eigenlijk de ouders die je écht wel had willen zien. Zoon- of dochterlief heeft echt geen goeie punten, een slechte studiehouding, een negatieve ingesteldheid, of een hang naar perfectionisme en faalangst. Je maakt je zorgen over de prestaties, gedrag en/of gezondheid, maar de ouders vinden dat een gesprek niet hoeft, ook al zijn ze persoonlijk uitgenodigd. Misschien paste het oudercontact niet voor hen, maar ze doen ook geen moeite om op een ander moment een afspraak te maken. Tsja…

Er zijn zeker nog soorten ouders, en de meesten zijn een gezonde mix van bovenstaande. Maar geloof me, elke leraar zal deze soorten beamen.

Voor het geval het niet duidelijk was: ik had dus oudercontact vanavond. Een volle agenda, en van elke soort wel eentje, behalve dan nr. 4. Gelukkig maar.

 

Maandag taartdag

En jawel, we zijn weer vertrokken met taartdag, zo blijkt. Op maandag hebben mijn zesdes twee uur na elkaar, maar wel met een speeltijd tussen: perfect voor taartdag dus.

Tsja, mij hoor je niet klagen :-p

img_2013