22 jaar is onvoldoende.

Bart schreef deze morgen op mijn Facebook:

22 jaar is onvoldoende.

Ik kan er namelijk niet genoeg van krijgen om je graag te zien.

Hoe je met je tong klakt en ‘Tsk, alleé, geeft dat hier’ zegt als ik worstel met een fysieke taak en hoe je die doos dan als vanzelfsprekend gewoon open doet.

Als ik bij het avondeten grappig meen te zijn, hoe je dan toch giechelt als een bakvisje met mijn dad-jokes terwijl de echte tieners rond de tafel met hun ogen rollen.

Hoe je aanvoelt dat ik even alleen moet zijn als ik na een werkdag zotgeraasd thuiskom.

Dat je ondanks mijn neurotische voorkeur voor clean desks en lege oppervlakten er toch volhardend in blijft slagen van ons huis een warm nest te maken.

Ik weet dat ik ’s avonds vaak al uitgeteld in bed lig te slapen op het moment dat jij pas energie krijgt om nog duizend dingen te doen en te vertellen. Maar als ik ’s morgens (of zoals jij het noemt: ’s nachts) aan mijn dag begin, lig ik eerst nog even te kijken naar de slapende jou, hoe je lippen Morpheus zelf lijken te kussen en hoe je dijen van tussen de lakens glooien, en ik kan er niet genoeg van krijgen.

Jij hebt geen werk en hobby’s; jij Geeft Les! en Onderhoudt de Website! en Geocacht! en Zingt! In! Een! Koor! en Larpt! en ik kan niet genoeg krijgen van de intensiteit waarmee jij leeft. Diezelfde hoofdletters en uitroeptekens voel ik ook elke dag in je zorg voor onze kinderen en mij.

Ik kan er niet genoeg van krijgen hoe je met getuite lippen en gekantelde heupen aan me vraagt over kleedjes en hoedjes en bloesjes ‘Is dit mooi?’ en ach dan ben ik waardeloos want ik vind ze allemaal mooi op jou.

Ik kan je niet beloven dat ik er de rest van jouw leven zal zijn om je graag te zien; maar ik zal dat vol overgave doen voor de rest van het mijne.

22 jaar is onvoldoende.

Ik krijg er niet genoeg van om je graag te zien.

Ik las het, en schreef terug:

Dan slaap je op je trouwdag tot negen uur, kom je met een slaaphoofd aan je computer om te kijken of de bib vandaag nog open is, en lees je de prachtigste ode aan jezelf. En dan zit je, nog in je slaapkleedje en helemaal slaapwarm, te huilen voor je scherm.

Dank je, mijn lief.

Dank je, om mijn rustpunt te zijn. Al heel mijn leven raas ik maar door omdat ik overloop van energie, enthousiasme, ergernis en frustratie, maar zodra ik bij jou ben, ben ik als een ballon die leegloopt, een puddinkje dat inzakt. Ik hoef maar eventjes je armen rond me te voelen, en mijn wereld is weer oké.

Dank je, om mijn rots in de branding te zijn, wanneer mijn lijf het weer eens opgeeft. Hoe vaak heb jij nu al met mij in het ziekenhuis gestaan? Voeten, enkels, rug, stem, kaak… En jij kijkt naar me, schudt je hoofd, en bent er. Ook als ik twijfel of het dit keer nog wel goed komt.

Dank je, om zelf een tomeloos vat van doorzettingsvermogen te zijn. Twaalf jaar geleden bespraken we het nog samen: of het een goed idee was om als zelfstandige in bijberoep te beginnen, en of we dan de zolder konden inrichten als kantoor. Ja, zei ik vanuit mijn hart, ga ervoor, liefje, want dat is jouw passie. En twaalf jaar later loop ik met mijn vader door een gloednieuw gigantisch kantoor waar al meer dan honderd man onder jou werkt, en springt mijn hart bijna uit mijn borstkas van trots. En heb ik mijn pa wel een keer of tien aangestoten: da’s die van mij, hé! De mijne!

Dank je, om al 22 jaar te blijven proberen orde in mijn chaos te brengen. Ik doe mijn best, liefje, maar clean desk zal me echt nooit lukken. Dat zit niet in mij, vrees ik. Maar telkens wanneer ik de garagepoort hoor opengaan, en jij iets later de woonkamer binnenkomt, maakt mijn hart een sprongetje. Je zucht, puft, zet je spullen weg, en ploft in de zetel. Dan weet ik dat ik je even moet laten bekomen van die zotgeraasde dag, en dan ben ik blij dat er dit rustgevende, zij het rommelige huis is.

Dank je, om telkens opnieuw van die onnozele opmerkingen en dwaze grapjes te maken. Je doet me lachen, en da’s niet om jouw woorden, maar om dat kleine twinkeltje in je grijze ogen, en dat krullen van je ene mondhoek. En je gevatte opmerkingen, die doen gewoon mijn hart smelten.

Dank je, om me telkens weer voor voldongen feiten te stellen als het op plannen aankomt. Als het aan mij lag, zouden we nooit georganiseerd ons kot uitkomen. Maar jij, jij stuurt me bericht dat ik een bepaalde avond vrij moet houden, en dan doe ik dat. Zeg ik plannen af, probeer ik haakjes te vinden om de kinderen aan te hangen, mensen te zoeken met wie ze kunnen meerijden, dat soort dingen. Want aan de praktische kant had je alweer niet gedacht, liefje. Maar dat los ik met plezier voor je op. En ook wel een beetje grommelend, dat ook.

Dank je, om me geduldig mijn ding te laten doen. Om in je broodnodige weekends toch de kinderen voor je rekening te nemen, zodat ik ergens in een of ander Vlaams bos het stof uit wat orken hun gat kan kloppen, of een weekend de longen uit mijn lijf kan zingen, of god-mag-weten-welke onnozeliteit kan uithalen.

Dank je, mijn lief, om 22 jaar geleden met mij ervoor te gaan. Ik kijk om me heen, en zie een warm huis voor drie kinderen en onszelf, een gelukkig gezin. Dit is meer dan waar ik 22 jaar geleden had van durven dromen.

Ik weet niet waar we over 22 jaar zullen staan, mijn lief. Wellicht niet meer hier, want mijn rollator zal niet compatibel zijn met die trappen, en tegen dan is dit huis ook veel te groot voor ons. Maar ik weet wel dat het samen zal zijn. En weet je? Dan maakt het me eerlijk gezegd ook niet veel uit waar we zijn. Zolang ik maar bij jou ben.

Want je hebt gelijk, mijn lief. 22 jaar is onvoldoende.

Openingsdans

Negentien jaar geleden stak ik de CD ‘Intiem’ van Raymond van het Groenewoud in de DJ zijn handen: of hij dit nummer wilde spelen als openingsdans. Hij kende het – uiteraard – niet, maar ik ben er na al die jaren nog steeds ongelofelijk zot van, van dit nummer. Ik kan het je helaas niet laten horen, omdat ik enkel de live versie vind, en ik wil echt de CD-versie met de prachtige altviool en de bandoneon. Ik heb het hier staan, op aanvraag kan ik het altijd doormailen, en je kan het vlot op Spotify vinden.

Omdat ik van je hou

Stormen zal ik trotseren
Hitte en bittere kou
Niets kan me nu nog deren
Omdat ik van je hou

Bergen kan ik verzetten
‘k Verdraag elke beet en snauw
Niemand zal dit beletten
Omdat ik van je hou

Vroeger leek ik op deze plek verloren
‘k Wist toen nog niet wat zij me brengen zou

Rijken, ze mogen rijk zijn
Vol waanzin en vol berouw
Nooit zal ik ze benijden
Omdat ik van je hou

Vroeger leek ik op deze plek verloren
Ik wist toen nog niet wat zij me brengen zou

Niets kan m’n hart nog breken
Niets maakt m’n hart benauwd
Zelfs niet je kwaadste streken
Omdat ik van je hou