Op bezoek bij omoe

Omdat Merel het zo lief gevraagd had, en de gedachten blijkbaar ook door haar hoofd bleven spoken, laadde ik de kinderen in de auto, en reed naar Sleidinge, naar mijn grootmoeder.

In november wordt ze 103, maar ze is nog behoorlijk bij de pinken, en leest zelfs nog steeds zonder bril. De jongens waren vooral geïntrigeerd door het feit dat zij de Groote Oorlog nog bewust heeft meegemaakt – ze is van 1911, en was dus 7 bij de bevrijding – en vooral dat zij een vrouw was met drie kinderen tijdens de tweede Wereldoorlog. Wolf wilde haar eigenlijk een paar vragen stellen daarover, maar ik had een fotoboek mee van ons gezin het afgelopen jaar, en dat heeft ze nauwgezet en uitvoerig zitten bekijken, met vragen over wie wie was en zo.

Aan die vragen zijn we niet toegekomen, maar wel aan een fijne namiddag. Merel week quasi geen moment van mijn zijde, en was helemaal gerustgesteld toen ze haar overgrootmoeder zo bezig zag. En oma? Die genoot.

IMG_0731

Cent deux

Mijn vaders moeder, mijn oma dus, is intussen 102. Ze zit sinds een paar jaar in een tehuis, niet omdat ze het niet echt meer aankon om alleen te zijn, maar omdat ze gevallen was, en we het sindsdien niet meer vertrouwden.

Ze heeft twee hoorapparaten, dat wel, maar heeft nog altijd geen bril nodig om te lezen.

Zo zat ze vorig week in een dik boek te lezen toen mijn ouders binnen kwamen. Het bleek dan ook nog een Franse turf te zijn, waarbij ze al aan pagina 350 of zo zat. Uiteraard kwam de vraag waarom ze in het Frans zat te lezen. Het antwoord kwam snel:

“Ha ja, toen ik jong was, moesten we veel Frans spreken. En het zou toch jammer zijn dat ik dat zou kwijtspelen. Want ja, als ik een woord niet meer weet, dan zoek ik het op in mijnen dictionnaire! Ik heb dat, zulle!” en trots hield ze het woordenboek omhoog.

Stel u voor zeg, dat ze haar Frans zou verwaarlozen! Zie dat ze het nog nodig heeft in haar volgende job!

Juist ja.

Ik heb het, geloof ik, van niet verre.

102

Mijn grootmoeder, de moeder van mijn pa, is onlangs 102 geworden. Omdat de hoop te groot is, hebben toen enkel haar kinderen dat gevierd met haar. Met de kleinkinderen hadden we gisteren afgesproken om samen te nieuwjaren. Lang niet iedereen was er – dat is ook bijna niet te regelen – maar we waren er toch met een flink aantal.

Oma zat erbij, keek ernaar, en glunderde. En at vrolijk mee van de meegebrachte taart, hield een ganse conversatie met mijn zesjarige over zijn lezen, speelde met de driemaander, en zag een fotosessie goed zitten.

Alleen die oren willen niet altijd even goed mee, en ook de hoorapparaatjes zijn niet altijd van goeie wil. Of, zoals ze het zelf verwoordde: “Ge moet daar zo soms ne keer op kloppen, just gelijk bij de kleine kinders”.

Times they are a-changing. Gelukkig maar.

Maar chapeau voor deze dame die beide wereldoorlogen heeft meegemaakt, en zelfs nog herinneringen heeft aan de eerste.

Ik wacht vol ongeduld op de foto’s van mijn kozijn. In afwachting is er hier al eentje die Bart getrokken heeft met zijn gsm, met de achterkleinkinderen.

foto 3