Springen lopen vliegen crossen… naar Houffalize

Ons ma spreekt al een paar jaar van samen op weekend gaan. Wij doen dat al jaren met Barts familie, en blijkbaar gaan ook Roeland en Sarah met haar familie elk jaar een weekendje op stap. Jammer genoeg zagen mijn oudste broer en zijn vrouw dat niet zitten, maar bon, dat heeft ons niet tegengehouden. Ik zou het nochtans wel leuk gevonden hebben als zij er bij waren geweest.

Het werd in elk geval een jachtige dag. Woensdagnamiddag had ik Latijnolympiade, en dus niet echt veel tijd over. Donderdag is normaal gezien mijn vrije dag – ik werk 4/5 – maar omdat het pedagogische studiedag was, viel ook dat in het water. Gelukkig niet letterlijk, maar bon. Het betekende wel dat alles qua huishouden was blijven liggen, en dat ik alle spullen nog moest pakken.

De vrijdag is voor mij sowieso een drukke dag: zes uur lesgeven, een uur studie en een lang middagtoezicht, dus twee keer een kwartiertje pauze tussen half negen en half vier. Gelukkig had Bart de namiddag vrij kunnen maken, en was hij al om de auto geweest in de garage.

Het betekende dat alles eigenlijk pas samengeraapt was, en in de auto zat kwart over vijf, en dat was dus pas tegen achten toekwamen in Houffalize. Merel had gelukkig de laatste twee uur liggen slapen, en had dus nog geen last van honger of zo. Ma en pa hadden kaasschotel voorzien, en wij schoven gezellig mee aan. Alle drie de kinderen vlogen daarna meteen in bed, in een eigen kamer met een apart bed voor Merel, een dubbel bed voor Wolf, en daarboven een stapelbed voor Kobe. Wreed gemakkelijk, eigenlijk.

Tegen kwart voor negen kwamen Roeland en Sarah toe met de kinderen, en die namen de resterende twee kamers op de eerste verdieping, telkens met een dubbel bed. Bart en ik hebben de tweede verdieping voor ons, met een ruime tweepersoonskamer, en een ruime badkamer met toilet en douche, die we dan maar delen met de kinderen. De badkamer op  de eerste verdieping is trouwens groot genoeg om tussen bad, dubbele lavabo en douche nog een enthousiast walske te placeren.
Er zijn twee salons, trouwens: een ruime beneden, rond een kachel, en een identieke op de vout daarboven, waar een tv staat. Ideaal voor de kinderen om boven te zitten, en wij beneden. En de keuken, die is ook behoorlijk ruim, met een aparte eetkamer. Ons ma heeft dat bijzonder goed gekozen, vind ik. Dik in orde.

Enfin, we kletsten nog wat af, en kropen uiteindelijk in bed. Ik was gewoon doodop, om eerlijk te zijn.

Pedagogische Studiedag

Qua timing had het een pak beter gekund, dat geef ik toe. Zo’n paar weken voor de examens is niet ideaal, maar bon, het lag blijkbaar vooral aan de pedagogische begeleidingsdienst die wilde komen spreken.

Bon, eerst dus een dik uur ‘interactieve presentatie’. Mja. Ik kan niet zeggen dat ik iets nieuws geleerd heb, en dat gold blijkbaar voor het overgrote deel van de collega’s. De aansluitende vakgroepvergadering was wél zeer zinvol, en we gaan die zelfs nog op een latere datum verderzetten.

De zelfgemaakte lasagne van onze onovertroffen kokkin Anja voldeed aan alle verwachtingen, en daarna prezen we de goden gelukkig voor het goede weer: een deel van ons ging met gids wandelen in de Bourgoyen, een deel sprong op de fiets om onder leiding van de collega geschiedenis een boeiende fietstocht door Gent te maken, en 25 van ons werden door de schoolbus gedropt aan de torentjes van het Rabot, om dan op de Lievekaai in kayakken en Canadese kano’s te stappen. De max, gewoon!

Ik wilde foto’s nemen, en kreeg daarom de zoon van onze werkman Pierre – beiden uitmuntende en bijzonder ervaren kayakkers – mét hond in een cano toegewezen. Zalig gewoon! Ik heb er gigantisch van genoten, en het volledige fotoverslag krijgt u nog, zodra het op de schoolwebsite is verschenen. Gent vanop het water is een compleet andere ervaring. Een kayaktocht op de Gentse binnenwateren: ik kan het iedereen aanraden! En als daar dan nog taart en koffie op volgt in de kayakclub, kan het voor mij al helemaal niet meer kapot. Dank u, directie!

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

 

Dooie auto. Of toch een beetje kapot.

Toen we daarstraks vrolijk tegen zessen naar de rugby reden, sloeg plots mijn hele dashboard in het rood: temperatuur van het koelwater was boven de 120°. Unk? Ik schakelde meteen over op een veel lager tempo en vooral een veel lager toerental, en het zakte net onder de 100°, en uit het felrood. Maar toen ik een paar bochten moest nemen en dus gas moest geven, sloeg alles meteen weer rood uit. Heel voorzichtig reed ik nog tot op de parking van de Blaarmeersen, liep met Merel naar het clubhuis, en belde de VAB. Daar hebben we gelukkig, sinds vorig jaar, een abonnement, en dat heeft zijn geld al opgebracht.

Ik belde dus, en kreeg een ongelofelijk vriendelijke dispatcher aan de lijn. Hij moest me helaas melden dat het een drukke avond was, en dat de wachttijd tegen de twee uur aanliep, maar hij ging zien wat hij kon doen, aangezien ik Merel bij me had. Ik mocht rustig in het warme clubhuis blijven: zodra de wegenwachter naar mij ging vertrekken, ging die een smsje sturen, en voor de zekerheid gaf hij ook nog mijn GSM-nummer door, zodat die mens mij kon bellen om de exacte locatie van de auto op de parking te weten.

Ik had amper dichtgelegd (of hoe moet je dat zeggen, tegenwoordig, met een smartphone?) of ik kreeg al een smsje binnen dat de VAB over 15 minuten bij mij ging zijn. Chic! Ik was nog toezicht voor Merel aan het regelen – gelukkig zit het hele clubhuis vol met ouders – toen mijn telefoon een paar minuten later al ging: dat hij net de Blaarmeersen ging oprijden, en waar hij precies moest zijn. Ik schoot mijn jas aan, en liep op een drafje naar de parking. En jawel, de auto van VAB stond al vrolijk te pinkelen naast mijn auto.

Na veel vijven en zessen – de details zal ik u besparen – bleek er een lek te zijn in de radiator of de waterpomp, iets wat hij niet ter plekke kon repareren. Bart kwam de kinderen ophalen, en 59-jarige Danny uit Knesselare – ne mens hoort wel wat als ge bijna een uur samen in een auto zit – takelde mijn wagen naar Ledeberg, en bracht mij naar de vervangwagen aan het Vanbeverenplein. Het moet gezegd: bijzonder vriendelijke mens, excellente service. Onder de omstandigheden – dooie auto, per slot van rekening – had het niet beter kunnen zijn, eigenlijk. Danny kreeg van mij op het latere smsje van VAB over de service dan ook zonder meer een tien. Echt, moest iedereen op zo’n manier zijn job doen, wel, de wereld was een pak amusanter.

Nu maar hopen dat ook de CIAC een gelijkaardige service geeft, want we willen vrijdag met deze auto naar de Ardennen. Zucht.

UPDATE: jawel, ook de CIAC kwam uit zijn pijp, gaf ons prioriteit, en vrijdagmorgen om tien uur was de kapotte waterslang al vervangen. Chapeau!

43

Drieënveertig wordt hij vandaag, mijn liefste. Meer dan twintig jaar is hij al mijn liefste, en zo lang hij blijft doen alsof hij de boeken die hij van mij krijgt, leuk vindt, en zo lang hij dit soort gezichten blijft trekken, zal hij mijn liefste blijven. Ook al wordt hij honderd.

IMG_2686

Gelukkige verjaardag, liefje!

 

Nat

Deze morgen.

“Jongens, gaan we te voet naar school?”
“Ja hoor mama, het is wel grijs, maar het regent niet, en het is echt niet koud!”

Tien minuten later lopen we met ons viertjes de Waterhoenlaan af.

“Zeg gasten, ligt dat nu aan mij, of is dat aan het miezeren?”
“Goh ja, maar mama, zet dan gewoon uw kap op.””Nah, da’s niet nodig, het is niet alsof het regent he.”

Nog tien minuten later heb ik hen netjes aan de schoolpoort afgeleverd, en ben ik op de terugweg. De kap heb ik nog steeds niet op, want daarvoor is het intussen te laat. Want het is een gigantische miezerregen intussen, en ik ben klets- en zeiknat. Zo van die minidruppeltjes, die je door- en doornat maken. Zo’n regen, waardoor je weer weet wat de oorspronkelijke functie van je wenkbrauwen was.

Ik ben thuisgekomen, heb een handdoek gepakt en heb mijn wollen jas afgedroogd, want de druppeltjes waren er bovenop blijven liggen. En toen heb ik voor de tweede keer in een uur tijd de haardroger genomen. Ha ja, ik kon toch moeilijk als een verzopen kieken gaan lesgeven?