Charlie Mag

Ik had het al een paar keer zien passeren, Charlie Mag. Niet te verwarren met Charlie Hebdo, het Franse magazine dat slachtoffer werd van terreur.

Charlie is eigenlijk een online magazine, door vooral vrouwen, al is bijvoorbeeld ook Thomas Siffer erbij betrokken. Charlie is vooral bijzonder eigenzinnig, en alles wat Flair of Libelle niet is. Met andere woorden: geen dieettips of recepten, geen lezersbrieven of make overs, maar echte artikels. Over hoe het soms echt niet fijn is om een mama te zijn. Hoe het leven als alleenstaande kan zijn, niet alleen in relaties en eenzaamheid, maar ook hoe je dan de eindjes aan elkaar moet weten te knopen. Hoe mode soms echt is, dat soort dingen.

Ik had van Bart het papieren magazine gekregen, een eenmalig papieren feestnummer, omdat hij hen gesteund had bij hun crowdfunding. Wel, ik heb het van a tot z gelezen. Elke pagina, jawel, en dat gebeurt zelden. Al was het maar omdat in andere magazines altijd reclame staat, en in dit bookzine, zoals ze het zelf noemen, niet.

Ik vond het vooral… eerlijk, verfrissend, en echt. Zoals ze zelf beweren: bullshit-free. En eigenlijk dekt dat toch wel volledig de lading, ja.

Vanaf nu zit het dus in mijn feedreader, het Charlie Mag. Gewoon, omdat het zo goed is.

U moest al aan het lezen zijn.

Appelroosjes

Ik heb al veel vraag gekregen naar hoe je die appelroosjes, zoals op de vorige post, nu eigenlijk maakt. Wel, eigenlijk zijn ze poepsimpel. Ik zag ze passeren via de FB van een vriendin, uitgelegd in een kort Engelstalig filmpje. Recepten in filmpjes van drie minuten kunnen altijd op mijn aandacht rekenen :-p

IMG_5009

Maar het is echt, maar echt niet moeilijk. Wat heb je nodig voor zes stuks?

* twee rode, liefst echt volledig rode appels
* een vierkant vel bladerdeeg (bv. diepvries bij Aveve)
* beetje abrikozenconfituur
* citroensap
* poedersuiker voor de afwerking

– Je halveert de appels en prutst er het klokhuis uit. Dan snij je ze, dwars op de uitsnijding, in dunne, dunne plakjes zodat je halve maantjes krijgt.
– vul een kom met water, doe er het sap van een halve citroen bij, en kook daarin je appelschijfjes drie minuten in de microgolf. Laat grondig uitlekken. Let op: laat ze niet nog even in het water staan, of je bent je rode kleur kwijt (heb ik ondervonden)
– rol je vel bladerdeeg nog net iets dunner uit, en snij in zes gelijke repen.
– leg een streepje confituur in het midden van de reep, schik de appelschijfjes netjes op de rand, half overlappend, en zorg dat het rood mooi uitsteekt boven het bladerdeeg
– vouw de repen dicht over de rand van de appeltjes zodat ze vast zitten, en rol op. Zet in een cupcakevormpje, of nog beter, een rammequin, zodat ze wat breder uitstaan.
– zet 40 minuten in een voorverwarmde oven van 190°, maar zet liefst de heteluchtfunctie uit, want anders verbranden de randjes.
– laat een beetje afkoelen, en bestrooi met poedersuiker.

IMG_4976

Het filmpje vind je hier:

Heel erg fijn samenzijn

In de voormiddag was er rugbytoernooi, in de namiddag waren er toetsen en desserts die moesten gemaakt worden, maar ’s avonds was er een etentje bij ons ma. Ze had namelijk nog vier hazenruggen in de diepvries, en dat was ideaal voor vier koppels, zijnde mijn ouders, mijn broers en ik. Zonder onze kinderen dus, en dat was, denk ik, elf jaar geleden, van voor Wolfs geboorte. Want eigenlijk hebben we dat sindsdien nooit gedaan, gegeten of gefeest zonder de kinderen. Dat geeft toch een compleet andere sfeer, want er is altijd wel eentje die om een of andere reden aandacht vraagt, al was het maar door het feit dat het muisstil is :-p

We hadden allemaal een babysit, en tekenden om zeven uur present in Zomergem. Sarah had voor hapjes gezorgd, Delphine had een heel erg lekker voorgerecht voorzien, ons ma had dus hazenrug gemaakt volgens recept van Bocuse – we hebben allemaal te veel gegeten – en ik tekende voor het dessert. Ons pa zorgde voor succulente wijnen, en ik had intense spijt dat ik er niet van kon drinken. En de afwas? Die deden we allemaal samen, zodat ons ma wat respijt had. Want ze mag dan wel weigeren ziek te zijn, en zelf gras afrijden en dat soort onzin, maar eigenlijk is ze, ondanks alles, zwaar ziek, en is ze snel moe.

Ik had een heerlijke avond. Ik heb lekker gegeten, de meest absurde gesprekken gevoerd, natte-handdoekgevecht gehouden met mijn oudste broer, dat soort onzin. Mijn pa had iets te veel op, en hield een emotionele speech. En ons ma? Die glunderde.

En daar, daar zou ik momenteel alles voor doen.

Touch Rugby

Dat mijn zonen rugby spelen, dat kon je hier al lang lezen. Dat ikzelf zo’n twintig jaar geleden ook speelde, wist je misschien niet. Ik was een, zoals iemand het vandaag zo heel erg mooi en treffend uitdrukte,  “scrumwandelaar”. Ik stond dus op de eerste lijn van de scrum – dat moment waarop ze met 8 spelers per ploeg tegen elkaar staan te duwen, heel goed uitgelegd op wikipedia. Op wikipedia staat er ook netjes bij dat die spelers de zwaarste van het team zijn, met een klein en gezet postuur. Juist ja. Tegen dat de bal uit de scrum is en de scrum los is, is de bal al vaak de andere kant van het plein. Wij props keken dan eens naar elkaar, bekeken het spel, probeerden in te schatten waar de volgende scrum ging zijn, en wandelden dan in die richting. Tenzij het spel alweer onze kant uitkwam, dan probeerden we alsnog mee te doen, natuurlijk. Maar van die kleine stevige blokjes, dat loopt niet snel, geloof me. Ik was heel explosief en sterk, maar ik kon – en kan nog steeds niet – voor geen meter lopen.

En toch liet ik me vandaag overhalen om mee te spelen met touch rugby, de no-contact, loop- en uithoudingsvermogenvariant op rugby. Eigenlijk niks voor mij, want ik kan niet lopen, heb een conditie onder nul, en het leuke aan rugby is dat je elkaar mag omver lopen, en dat mag hier totaal niet. En toch heb ik me de max geamuseerd. Het blijft rugby, dus lopen en achterwaarts passen met de bal, maar je mag elkaar enkel zacht aanraken, en verder geen contact.

Onze club had uitdagingen gemaakt voor elke afdeling, en de uitdaging van de Touch was om 30 mama’s van jeugdspelers op een training te krijgen. Ha ja, want wij zijn meestal toch aan het wachten tijdens de training van de kinderen, en waarom dan zelf niet spelen? Ideaal voor de conditie, en bijna geen gevaar voor blessures, toch niet als je deftig opwarmt. Enfin, ik wilde hen wel steunen, en verscheen dus in sportkledij op het veld, ervan uitgaand dat ik wat foto’s ging nemen en het na vijf minuten al voor bekeken ging houden. Niet dus: ik vond het bijzonder leuk, ook al is lopen niks voor mij. Toegegeven, het was een zeer lichte en luchtige training, meestal is het een pak intenser, maar dan nog.

IMG_4905

We zijn met een aantal eigenlijk wel van plan om het nog eens te proberen. Gewoon, puur voor de fun. En waarom ook niet?

Mocht je ook interesse hebben in een sport die veel leuker is en een pak intensiever dan een rondje lopen rond de Watersportbaan: elke vrijdag van 18.00u tot 20.00u op terrein B aan het rugbylokaal aan de Blaarmeersen. Alle info bij mij, of via de Gent-Rugby.be.

Fitbit

Sinds het begin van de vakantie heb ik een Fitbit aan, een kleine armband rond mijn pols die mijn stappen telt, en ’s nachts de beweging in mijn slaap. Op basis daarvan berekent hij mijn slaapkwaliteit, mijn bewegingsritme, en dus mijn aantal stappen per dag. Ze zeggen altijd dat je tienduizend stappen moet zetten per dag om goed te zijn, en ik was eens benieuwd. Ik had vroeger al een stappenteller aan mijn broeksriem gehad, maar die telde de domste dingen mee. Geen idee of die Fitbit betrouwbaarder is, maar ik vind het wel leuk, en het zet me aan om meer te voet te doen, dat merk ik wel.

De eerste dag, dinsdag 7 april, haalde ik meteen al meer dan 12.000 stappen, blijkbaar. Ik had inderdaad wel wat rondgelopen: op school, om een computer, gras afgereden… Maar toch was ik ergens wel verbaasd.
Wat me dan weer niet verbaasde, was mijn slaappatroon. Ik zeg vaak dat ik slecht slaap, en dat ik vooral heel erg vaak wakker word, en dat werd bevestigd door de Fitbit, al vermoed ik dat hij iets te snel registreert.

Woensdag 8 april: 8.623 stappen, doel niet gehaald dus.
Donderdag 9 april: 10.211
Vrijdag 10 april: 14.141, maar dat was de vrijdag dat ik aan een deftig tempo rond de Blaarmeersen ben gestapt om uit te waaien.
Zaterdag 11 april: 9.875
Zondag 12/04: 8.419
Maandag 13/04: 12.098
Dinsdag 14/04: 8.746
Woensdag 15/04: 10.003
Donderdag 16/04: 10.299
Vrijdag 17/04: 10.462
Zaterdag 18/04: 7.194
Zondag 19/04: 10.084

Ik dacht dat dat eigenlijk vooral aan de paasvakantie lag, en het feit dat ik dan met de kinderen nogal wat rondcross. Maar:

Maandag 20/04: 11.446
Dinsdag 21/04: 9.668
Woensdag 22/04: 13.216
Vandaag: 11.279

Ik ga er dus maar van uit dat ik van nature een rondloopmens ben. Er zullen wel rustiger dagen zijn, vooral in het weekend, maar doorgaans ben ik dus vrij actief.

Helaas blijkt dat in mijn slaap ook zo te zijn. Ik geef u even het slaappatroon van vannacht mee:

slaap 150423
Ik denk dat het een beetje te scherp afgesteld is, maar het zegt wel iets natuurlijk. En eigenlijk is dit een typisch beeld van de voorbije weken, blijkbaar: ik slaap gemiddeld zo’n vier uur per nacht. Ik kan me effectief ook vaak momenten herinneren waarop ik wakker ben, en waarop ik zelfs naar mijn wekker kijk. Mja…

Enfin, meer dan dat is die Fitbit niet natuurlijk. Maar het geeft me wel een beeld van hoeveel ik beweeg.