Het laatste loodje

Dat het een zwaar was, dat laatste loodje vandaag.

Om half negen zat ik alweer op school: vergadering voor het fotoproject van de vijfdes. Tegen half tien dienden de eerste leerlingen zich aan om hun examen in te kijken, en dat bleef wel eventjes zo. Maar twee uur is voor velen te lang, als ze geen problemen hebben. En dus zat al gauw mijn klas vol met kletsende leerlingen, waaronder zelfs twee die geen Latijn meer doen, maar telkens weer bij mij komen zitten babbelen. Eigenlijk best wel fijn…

Enfin, ik deed nog wat administratie, kletste wat met collega’s, en ging om één uur naar de mooie en best wel ontroerende afscheidsspeeches van twee collega’s die met pensioen gaan. Ze zullen allebei gemist worden, zoveel is zeker, ook door mij. Er volgde heel kort een receptie, want om twee uur zat er alweer een ouder voor een gesprek met mij en de directie: zelf een leerkracht zijnde had ze gisterenavond ook oudercontact en kon ze dus niet aanwezig zijn. Tsja…

Enfin, een uurtje later werkte ik de administratie af, en reed ik naar de kinderen. Om eerlijk te zijn: ik was doodop. Maar ik gaf hen een vieruurtje, verwerkte de foto’s van vandaag, en bracht Wolf tegen vijf uur naar de muziekacademie. Opnieuw thuis zat ik Kobe behoorlijk stevig achter zijn vodden zodat die klaar was voor zijn kerstfeestje van de scouts om zes uur, spoelde mijn antibiotica door met een Dafalgan, gooide Kobe af op de scouts, en reed met Merel door naar Evergem, voor Wolfs kerstconcert. We luisteren tot Wolf klaar was met spelen, muisden er vanonder, gingen snel eten, en Wolf ging om zeven uur naar zijn scoutsfeestje.

En om acht uur ging ik Kobe weer ophalen aan de scouts. Het is gelukkig niet ver, maar ik laat Kobe toch liever nog niet te voet in het donker gaan.

En toen? Toen trok ik een losse broek, dikke sokken en een wollen gilet aan, en plofte in de zetel. Vakantie? Vakantie! Oef.

Rondlopen

Er zijn zo van die dagen die precies niet vooruit gaan. Klassenraaddagen zijn er zo. Om half negen was mijn eerste klas, en toen zaten er een ganse pak andere klassen tussen, die niet voor mij waren. En wat doet ne mens dan? Rondlopen, zo blijkt. De oude posters van de muren halen en nieuwe ophangen. Een kast gaan versieren, die verslepen, afkuisen, opvullen. Dingen regelen met de respectieve secretariaten. Rondlopen. Gaan luisteren hoe ver ze intussen zitten met die klassenraden. Administratie bijwerken, examens sorteren. Rondlopen.

Een broodje gaan kopen, en dan klassenraden. En dan de zesdes, waar ik opnieuw de eerste klassen had, en de voorlaatste. Rapporten in elkaar steken. Lingerie gaan kopen met de bon van vorig jaar die nog twee dagen geldig is. Rondlopen.

Laatste klassenraad, naar huis, in slaap vallen. Opruimen, naar het oudercontact, en meermaals slecht nieuws brengen. Oudercontact from hell, en aan de andere kant toch weer ontroerd door sommige ouders. Tussendoor een pannenkoek naar binnen werken. Thuiskomen tegen tien uur, compleet plat.

En dan vaststellen dat je bijna 15.000 stappen hebt op een dag, zonder ook maar één bewust wandelingetje of zo te maken.

Van film en klassenraden

Het is intussen zowat een traditie geworden, dat we op de woensdag voor de kerstvakantie met onze leerlingen naar de film gaan. Ze beslissen zelf, via de leerlingenraad, wat ze willen zien, en dus zat ik vanmorgen netjes in Spectre. Het viel best mee: ik ben maar drie keer van plaats veranderd, heb één leerling verzet, en één gsm afgepakt. En best wel genoten van een visueel knappe film.

Ik had nog net de tijd om snel naar huis te gaan, eten op te warmen, snelsnel te eten, en naar de klassenraad te gaan. Mijn klassen vierdes waren eerst, en dus was ik eigenlijk behoorlijk snel klaar, met nog genoeg tijd om even naar de Action te gaan om van die Secret Santacadeautjes voor de kinderen. Man, geen goed idee op een woensdagnamiddag, zoveel was wel duidelijk: zo’n massa volk!

En blijkbaar was dat gedoe er net te veel aan: ik ben thuisgekomen, en heb een uur geslapen in de zetel. Ziek, moi? Nee hoor!

Maar ik stond tegen ’s avonds alweer stevig genoeg op mijn pootjes om te kunnen kwissen, gelukkig maar. Ons ma was er niet, en anders hadden we gewoon een man te kort gehad!

Enfin, fijne, maar vermoeiende dag dus.

Angine

Ik ben vandaag dus even langs de dokter geweest, gewoon omdat die keelpijn en algemene mottigheid blijft aanslepen, en vooral omdat mijn keel intussen dik begint te staan, en slikken moeilijker begint te worden. Niet in orde dus.

En jawel, het verdict luidde “angine”, bacterieel, want ik maak geen koorts. Ik moet antibiotica nemen, en tegen overmorgen zal ik me een pak beter voelen, voorspelt ze. Meh. Die deadline ligt wel vanavond he. Maar ik sta er vrij goed voor: ik moest gisteren noch vandaag naar school, en ik heb dus goed kunnen doorwerken. De examens van vijf en zes verbeteren ook altijd een pak aangenamer dan die van de vierdes, waarbij er altijd problemen zijn. En in tegenstelling tot wat veel leerlingen denken, buizen wij echt niet graag. Eigenlijk is dat een teken van ons eigen falen, want dan hebben we die leerling niet goed aangepakt en niet voldoende begeleid.

Ik moest trouwens ook lachen met de dokter. Ze ging me thuis zetten tot het einde van de week. Toen ik bij die opmerking een wenkbrauw optrok, keek ze me aan en zei: “Ah ja, da’s waar ook, gij staat in het onderwijs.” en legde haar boekje gewoon weer opzij.

’t Is dat ik het zo graag doe, dat lesgeven, want soms he…

Letterkoekjes

Eigenlijk is het intussen een traditie geworden, ik doe het al jàren: letterkoekjes uitdelen tijdens de kerstexamens. Zo rond tien uur krijgen zowat alle leerlingen een beetje een concentratiedipje. Dat is heel normaal, en dan helpen een paar extra suikers wel eventjes. Ze mogen altijd zelf een flesje water bij hebben – met de nodige caveat, want omdat ik er alleen voor sta, kunnen ze niet naar het toilet – en iets om te knabbelen dat geen geluid maakt.

En dus ook altijd een poot letterkoekjes. Ik weet niet hoe ik het doe, maar ik ben het nog nooit vergeten. Denk ik. Ik kan dat ook al vergeten zijn.

Examens

Jawel, de examens zijn eigenlijk al vorige week woensdag begonnen. Een en ander wil zeggen dat ik nu vooral bezig ben met verbeteren, en dus weinig tijd heb om te bloggen. Veel gebeurt er hier momenteel dan ook niet, tenzij u het wisselen van een rood inktbuisje even spannend vindt als ik.

Maar nog anderhalve week, en we zijn terug. Hoop ik.

*duikt terug de stapel papieren in*

Stress!

Ik denk dat ik vanmorgen toch wel een half jaar van mijn leven heb kwijtgespeeld. Serieus zeg!

Het begon nochtans allemaal goed: Bart zit in Bratislava, en dus had ik de kinderen gevraagd om zelf hun boekentas te maken en niet te treuzelen, zodat we zeker om acht uur in de auto zaten. Ik heb examen, vandaar, en dan moet ik echt op tijd zijn. Dat lukte ook perfect, allemaal heel rustig en op ’t gemak, eigenlijk.

Ook op school was het allemaal heel relaxed: mijn gerief stond netjes binnen, alles mooi op tijd, de leerlingen op hun plaats, alles mooi uitgedeeld. Tot ik met hen het examen begon te overlopen, en vaststelde dat blijkbaar bij cursieve tekst, door de switch van versies in Word, alle spaties weggevallen waren, en dus de Latijnse tekst quasi onleesbaar was geworden. Zal me leren om het niet naar PDF om te zetten! Efkes paniek, ha ja, want een onleesbaar examen, da’s niet zo praktisch.

Het eerste deel was gelukkig puur theorie, en perfect in te vullen. Ik belde meteen het secretariaat op, en Peggy had aan een half woord genoeg, en stond daar een halve minuut later. Ik rende richting leraarskamer, startte een PC op, logde in op het schoolnetwerk, downloadde mijn examen van de directiemap, voegde stapels spaties toe, en ging opnieuw printen. Poeh! Lang leve de cloud dus, en al een chance dat ik er altijd voor zorg dat het wel ergens upgeload staat.

Enfin, het duurde even voor ik mijn zen terugvond, maar het examen kon wel probleemloos afgelegd worden. Man man man…

Gelukkig werd het daarna pakken beter: ik reed naar huis, kookte spaghetti, warmde Barts fantastische saus op, en er kon gegeten worden. Mijn bureau had ik gisteren al opgeruimd, er was goeie koffie, verse rode inkt, en VNV Nation schalde door de boxen: ideaal om te beginnen verbeteren. Alleen is dat niet altijd even gemakkelijk met kinderen in huis: een half uur later had ik al een koksmuts gefabriceerd voor Merel en Kobes fietsrem gerepareerd. Allez hup.

Maar bon, tegen drie uur gooide ik Kobe af op zijn muziekles, en reed ik met de andere twee naar Mariakerke: een laptop voor Wolf! Een vooruitgeschoven communiecadeau, dat wel, maar hij kan hem nu echt goed gebruiken. Alleen… bleek ik mijn handtas niet bij te hebben, en bestelde ik dus een laptop, in plaats van er eentje te kopen. Slim, echt slim, Rombaut!

Om half vijf pikten we Kobe weer op en reden we door naar Sleidinge om mijn jarige grootmoeder te gaan bezoeken, maar helaas, de 104-jarige was op bezoek bij haar 102-jarige zus in Knokke – die woont nog steeds thuis, een echt fiere madam – en dus niet thuis.

Tsja. We reden dan maar naar huis, Kobe werd richting rugby verscheept, en ik, ik zorgde dat ik om acht uur in het KANTL – Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, ook wel de Koningsstraat genoemd – stond voor een lezing van het NKV over de parallellen tussen Star Wars (de drie recentste films dan toch) en het Romeinse Rijk. Ik had dat zelf ook al zitten denken, maar eigenlijk zijn de gelijkenissen nog veel uitgesprokener dan ik dacht.

Enfin, al bij al wel een fijne, maar bij momenten ook zeer gestresseerde dag. Moeha.

Armida

Eigenlijk hou ik wel van opera. Alleen geraak ik daar nooit, net zoals het er eigenlijk nooit van komt om naar het toneel of een concert te gaan. Want ja, gedoe met babysits, en als er dan iets tussenkomt, en goh, tickets reserveren, ik stel dat dan altijd uit… U kent het wel. Daarbij komt ook nog het feit dat opera toch wel pokkeduur is, net zoals ballet.

Toen de cultuurcel van onze school dan ook aankondigde dat ze naar de opera zouden gaan, en schitterende plaatsen hadden kunnen regelen voor een klein prijsje, schreef ik me onmiddellijk in. En jawel, ik mocht zelfs mee!

Voor school schreef ik er een verslag over voor de schoolwebsite.

Maar hier kan ik uiteraard een heel eigen mening zetten. Ik heb ervan genoten, echt waar. Maar eigenlijk heb ik bijna nog meer van genoten van het feit dat onze leerlingen blijkbaar bijzonder aangenaam verrast waren en ook een schitterende avond beleefden. Heerlijk om zestienjarigen zo te zien genieten van dergelijke muziek.

Maar hoe was het stuk zelf eigenlijk? Wel, er is duidelijk een goeie reden voor dat de opera ‘Armida’ van Rossini niet vaak opgevoerd wordt, en dat ligt aan het libretto. Zelden zo’n rommelige plot gezien, en in operacontext wil dat al wat zeggen. Bepaalde stukken waren compleet van de pot gerukt, en vaak vroeg je je af wat dit er nu plots weer kwam bij doen. Eigenlijk is het verhaal vrij simpel: Godfried van Bouillon wil met zijn legers Jeruzalem innemen, wanneer prinses (en tovenares) Armida steun komt vragen om haar eigen stad opnieuw te veroveren (maar het is een plot om de strijdkrachten te verzwakken of zoiets). Ze wil daarbij onder andere de dappere kapitein Rinaldo, die ze blijkbaar al van vroeger kent. Ze verleidt hem, en daardoor komt het tot een discussie met ene Gernando, die sneuvelt in het daaropvolgende gevecht. Rinaldo vlucht met Armida, vergeet zijn krijgersverleden, en gaat volledig op in de liefde, in een soortement sprookjesbos, volledig onder de magische controle van Armida. Maar dan komen twee strijdmakkers hem redden, en met behoorlijk wat moeite – en aria’s – krijgen ze hem mee. Armida zweert wraak.

Rossini neemt twee en een half uur de tijd om dit verhaal uit de doeken te doen, en de regisseur zweert bij een vrij oubollige regie, compleet met theatrale clichégebaren die je je altijd wel bij een slechte opera voorstelt. De decors waren soms ingenieus, maar vaker ook… goh, ouderwets?

Maar, en daar draait het bij een opera toch grotendeels om, de muziek was prachtig! Chapeau voor zowel Enea (de naam alleen al) Scala en Carmen Romeu, de hoofdrolspelers. Maar ik ben vooral als een blok gevallen voor de prachtige tenor van Robert McPherson (te beluisteren op Spotify). Wat. Een. Stem. Fantastisch!

Ik had dus een prachtige avond, doorspekt met de nodige what-the-hell-momenten, en vooral met prachtige muziek. Een aanrader.