Certaminavergadering

Ik heb me nog verdomd hard moeten haasten vandaag, en dat was eigenlijk te stom om los te lopen.

Eerst ging mijn ochtend veel te traag en toen plots veel te snel, waardoor ik me gigantisch moest haasten om te koken, en totaal onterecht gigantisch ben uitgevlogen tegen de jongens. Enfin, een en ander zorgde er toch nog voor dat ik nog snelsnel kon eten voor ik in de auto sprong richting Dampoort en daar de trein nam. In Sint-Pieters moest ik dan een kwartier wachten op mijn trein naar Brussel, en dus ging ik op mijn gemak buiten een paar pokémon vangen, en toen dacht ik: “Oh, zo’n frappuccino van de Starbucks, dat is mega lang geleden zeg!” Ze mogen dan pokkeduur zijn, af en toe kan het wel. Alleen… had ik er niet op gerekend dat de wachttijd zo lang ging zijn, en dat ze het rustig aan deden ginder. Ik heb verdorie nog gelópen daar in de gang met mijn frappuccino in de hand om nog net op tijd op de trein te kunnen springen. Vreemd genoeg had ze dan nog wel mijn naam correct geschreven…

Enfin, ik kwam in Brussel aan, wandelde op ’t gemak naar het Consciencegebouw en verwonderde me weer over de naamgeving van alle zalen. Zalig toch?

Er volgde een stevige vergadering met een aantal krijtlijnen, en toen namen Gwen en ik samen de trein naar Gent, waar we ons alsnog even op een terrasje placeerden, voor zij met de fiets naar huis reed en ik nog de trein tot in de Dampoort nam.

Enfin, een fijne dag, alles tesamen. Oh, en aan de Dampoort werd ik al helemaal goed gezind. Onderstaand bord eens goed lezen.

Mijn Gent, ik zie u graag, verander nooit!

Afscheid

Erik

ik zit hier na een lange, zware dag op mijn oprit in de auto naar The Cure op Werchter te luisteren, en ik kan alleen maar aan jou denken.

De afgelopen dagen heb ik woede gevoeld, verdriet, onbegrip, maar nu voel ik alleen maar een intense vriendschap voor jou. Nee, zo vaak hebben we niet gepraat, maar elke keer opnieuw zeiden we dat we daar nu eindelijk eens werk van gingen maken, dat we eens gingen afspreken, dat we samen een pint gingen drinken. En we waren vooral vast van plan om de volgende keer samen naar The Cure te gaan. Nee, niet Werchter, een echt concert.

En nu zit ik dus in mijn auto naar hun muziek te luisteren en kan ik niet uitstappen. Want jij, jij bent er niet meer. Dat is je eigen keuze en dat moet ik respecteren omdat ik jou respecteerde. Maar je maakt het wel verdomd moeilijk, Erik.
Smith zingt: “Why can’t I be you?” op dit moment, en ik wou dat ik in je geest kon kruipen en je beweegredenen begrijpen. Want deze muziek, en al die larps, wou ik nog samen met jou beleven. En al die andere mensen die nog zo veel met jou wilden doen…
“Boys don’t cry” weerklinkt hier nu in mijn auto, en ik kan je verzekeren dat ze dat wel doen. Girls nog meer. “But I know that It’s too late, that you’ve already gone away”.

Het zij zo, Erik. Maar in mijn hoofd ben je nog lang niet weg. Ik zal nooit meer naar The Cure kunnen luisteren zonder jou in mijn hoofd. En misschien is dat zo slecht nog niet.

Het ga je goed, maat. We zien elkaar nog wel eens, en dan gaan we echt samen die pint pakken. En keihard “Lullaby” opzetten. Beloofd.

Kus.

Gudrun

Nu even niet.

Mijn leven is momenteel gevuld met een eindeloze reeks futiliteiten, die allemaal energie vragen die ik nu gewoon niet heb. Dus als je me nog iets extra wil vragen en het kan een weekje of zo wachten: graag. Nu gewoon even niet.

Ik ben bezig met de muziek voor de proclamatie, de geocacheroute voor de Final KAMdown, de rapporten en de C-attesten die zwaar op mijn maag liggen, gedoe rond de vervanging van mijn kuisvrouw (die geopereerd wordt aan haar knie), het geregel rond de scoutskampen van de kinderen en meer van dat soort dingen die ik niet kan laten liggen, maar die energie vragen.

Eergisteren had ik een platte band en mocht ik nog de pechdienst vragen en naar de bandencentrale rijden.

En deze hadden we dit schooljaar ook nog niet gehad, maar gisteren zijn we er op de valreep nog in geslaagd: Merel die om half negen (het startuur van school) aan mijn bed staat (ik mocht eindelijk nog eens uitslapen) omdat ze haar zwemzak was vergeten en ze teruggekeerd was en dat ze nu te laat ging zijn en of ik haar wilde brengen. Ik dus in slaapkleed op pantoffels in de auto. Ook goeiemorgen.

Maar al mijn energie gaat momenteel naar mijn vader die opnieuw opgenomen is sinds bijna twee weken en blijkbaar dinsdag de hele afdeling op stelten heeft gezet. Ze hebben hem moeten platspuiten en hij heeft slecht gereageerd op de medicatie, waardoor hij nu tijdelijk in een rolstoel zit en met moeite zelfstandig kan eten. Komt weer goed natuurlijk, maar ik maak me gigantisch zorgen.

En dan is er natuurlijk Erik, een larpvriend die zondagavond uit het leven is willen stappen en die vandaag in het ziekenhuis is overleden. Ik ben al de hele week van slag, ik kan aan vrijwel niks anders denken.

Dus, als je me nodig hebt en het is niet dringend: nu even niet.

Verdomme…

Erik, verdomme,

je had me beloofd dat we samen naar het volgende Cure concert gingen gaan.
En we hadden nog zo veel te bespreken dat je bij mij een glas (of twee) ging komen drinken.

Emotioneel snap ik je, rationeel niet.

Echt serieus, Erik… Ik weet dat je het de max vindt als je me zonder woorden kan zetten, maar deze manier had echt niet gehoeven.

Ik zou je nog zo veel willen zeggen, maat…

Donkerte

Lieverds

als het ooit té donker wordt, als het licht voor jou precies niet meer wil schijnen, als je zelf het eind van de tunnel niet meer ziet, kom dan bij me, bel me, spreek met me, hou me vast, laat me je knuffelen, en laat me vooral jouw kaarsje zijn.

Of laat me tenminste toe bij jou te komen, jou aan te spreken, naar je te luisteren, en wimpel me niet af.

Want er is altijd wel ergens nog een sprankeltje hoop, ook al kan jij het zelf niet meer vinden.

En anders is er ook altijd nog het nummer 1813 of https://www.zelfmoord1813.be/

Er is altijd een luisterend oor. Echt.

Living in ’t Park

Sinds vorig jaar heeft Wondelgem er een nieuw, kleinschalig festivalletje bij: Living in ’t Park. Ze noemen zichzelf een traag festival voor familie en vrienden, en dat klopt wel. In de Dries van Wondelgem, een klein bosachtig park rond de kerk, was het vooral gezellig. Zetels, hangmatten, een klein podium met dansvloer, verschillende workshops voor kinderen maar ook volwassenen, voorlezen, eetstandjes, lange gezellige tafels…
Vorige keren zijn we er niet geraakt, deze keer was ik het wel vast van plan. Het was dan ook ideaal dat Lieze haar verjaardagsfeestje eigenlijk in het park doorging, en dat wij daar dan ook maar blijven hangen zijn.
Het werd bijzonder gezellig en eten deden we dan ook maar ter plekke. Zelfs Wolf vond het er fijn. Merel is nog wat langer gebleven met haar vriendinnetjes, wij zijn rond een uur of acht naar huis gegaan.

Half dagje Antwerpen

Nu ja, Antwerpen: ik stond rond half twaalf bij Lorre in Ter Hagen, deelgemeente van Rumst. Onderweg was ik nog een paar caches tegengekomen, onder andere een wel fijne in Temse.

We reden fluks door naar Antwerpen, want daar moest Lorre om drie uur zijn nieuwe contract tekenen, yay!
We zochten ons een gezellig hipsterrestaurantje, Fabrik, en zaten heerlijk op het terrasje in de zon te tetteren.

Ik  gooide hem om de hoek af aan zijn nieuwe kantoor en ging zelf – ik had nog een dik uur op overschot, ik wilde om vijf uur in Gent zijn voor Merels blokfluitles – geocachen in het stadspark. Mooi park, mooie beelden, lekke vijver :-p

Bij dat laatste beeld had ik trouwens touche: drie twintigers die uiteraard benieuwd waren wat ik daar liep te zoeken, en na de uitleg me gerust wilden helpen, en vooral om de halve minuut vroegen of ik wel oké was, daar in het struikgewas. En dat ik voorzichtig moest zijn. En dat ze ouder waren dan dat ze eruit zagen, en dat ik een knappe dame was, enzovoort enzoverder. Heel respectvol en best wel grappig!

Ik reed naar huis, pikte Merel op en samen gingen we nog snel naar de blokfluitles, voor de laatste keer (volgende week zit ik op klassenraden).

Aangename dag, zowaar!