Klaver

Ons grasveld is momenteel eigenlijk meer een klaverveld. Best mooi, al die kleine witte bloemetjes. En gevaarlijk om dus met je blote voeten door te lopen, want die klaver zit vol bijen.

Want klaver, da’s een lekkernij, als je een bij bent tenminste.

En dan heb ik me zitten afvragen… Je weet dat bijen er een nifty communicatiesysteem op nahouden, en dat als een verkenner een veld bloemen heeft gevonden, die met een dansje uitlegt aan de rest waar dat veld zich nu precies bevindt.

Wel, als ik nu mijn gras afrijd, dan is al die klaver weg. En als er dan net zo’n zwerm bijen toekomt, op aanraden van een verkenner, en geen klaver vindt, zou die verkenner dan onder zijn voeten krijgen? En scheef bekeken worden door de rest? Als ne flauwe plezante?

Yup, dat vraag ik me dan alweer af.

Examens, da’s nergens goed voor. Zeker al niet voor de hersenen.

Zinloze vaststelling van de dag

Wat ik me daarnet heb zitten bedenken: onze hond – een stevige, 11 jaar oude maar zeker niet obese labrador – weegt evenveel als onze twee kinderen samen.

Gek eigenlijk, nee?

Mysterieuze verdwijningen.

photos-avent-fopspenen.jpg

Ik heb daarnet een volle twintig minuten, zonder overdrijving, gezocht naar een tuut voor Kobe. Het ventje was gelukkig intussen vrolijk aan het spelen met zijn broer, en deed niet moeilijk, maar ik kreeg het snel op mijn heupen.

We hebben vier tuten: eentje ligt standaard in de crèche, twee zijn hier thuis, en de vierde hangt met een knijptouwtje aan zijn jasje. Eén van de twee losse had ik zeker nog deze morgen, de andere herinner ik me van gisteren. En daarnet was er geen enkele te bespeuren. Nog steeds niet, overigens. Ik heb dan maar uit armoe het koordje van de jasjestuut losgeprutst en hem die tuut gegeven, zodat hij in zijn bedje kon.

Ik snap dat dus niet, hé. Waar kan die naartoe zijn???

Mijn theorie is (ooit lang geleden eens bediscussieerd met een hoop vrienden, wellicht onder de nodige invloed, maar bon):

ergens moet er een planeet zijn, waarvan de grondstof bestaat uit paperclips. Daarop leeft het volk van de kousen, en tweelingen bestaan er niet, geloof me. De vegetatie wordt gevormd door stylo’s, de huisdieren zijn aanstekers. Hun huisjes zijn opgebouwd uit wasspelden en rekkertjes. Blijkbaar (daar was ik me vijf jaar geleden en langer nog niet van bewust) hebben ook de tuten hun functie op die planeet.

Geef toe, dat kan toch niet anders? Waar zouden die dingen anders naar toe gaan? Ik heb hier een hele doos met enkele kousen, en om de zoveel tijd moet ik wasspelden, rekkertjes, stylo’s en aanstekers bijkopen, want die dingen verdwijnen op mysterieuze wijze.

Of heeft u een betere theorie?

Klok (bis)

Krijg nu wat!

Uit koppigheid heb ik die nieuwe klok al een tweetal keer goed gezet, en nu blijft ze lopen zoals het hoort. Bizar.

Trouwens, nu is net mijn keukenklok raar beginnen doen, en zal ik die eens moeten nakijken.

En nu ik eraan denk: voordat mijn nieuwe bureauklok er was, had ik al net de badkamerklok vervangen: die had ook plots de geest gegeven. De oude ligt hier nog als getuige, is nog niet in de vuilbak geraakt.

Een klokkenspook, bestaat dat?

Kou

Op zich heb ik eigenlijk geen problemen met die vrieskou. Ja, het is vervelend als je de straat op moet wanneer het glad ligt, en nee, een ijskoude slaapkamer is niet zo fijn. Snotneusjes afvegen is ook een van de minder leuke bezigheden.

Maar ’s avonds ligt mijn elektrisch dekentje aan en vlij ik me tegen Barts warme lijf. Tijdens toezicht doe ik een dikke sjaal en een paar wanten aan, en mijn auto staat gelukkig in de garage, dus die ruiten hoef ik niet af te krabben.

Er is eigenlijk maar één ding wat ik vreselijk haat aan de winter. Dan kom je ’s nachts uit je warme bedje omdat je moet gaan plassen, steekt je voeten slaperig in een paar pantoffels, sleft de trap af, gaat zelfs zonder het licht aan te steken het toilet binnen, en dit allemaal om eigenlijk niet echt wakker te worden. En dan ga je zitten. Uck. Oeh. Koud! Meteen zijn al mijn spieren opgespannen, staan mijn ogen wijd open, en ben ik klaarwakker.
En koude billen, maat! Nee, die ijskoude wc-bril in de winter, da’s niks voor mij.
Probeer dan maar eens onmiddellijk weer te slapen.

Misschien toch eens wc-brilverwarming overwegen. Zou dat eigenlijk bestaan?

The Hours

Daarnet op Canvas naar The Hours gekeken.

Ik had hem al gezien, en ik had eigenlijk beter moeten weten. Ook toen was ik bijzonder aangeslagen, en liep ik er nog dagen aan te denken en te piekeren.

Het is een prachtige film: drie vrouwen, elk in hun tijd. En toch… Iemand noemde het ‘vrouwentalk’, ik classificeer het eerder onder ’the unbearable lightness of being’, of het onder woorden en beelden brengen wat een depressie is.

Omgaan met de banaliteit van het leven, en beseffen dat dit echt alles is wat er is.

Midlifecrisis iemand?

Bizar

2003-suzuki-savage.jpgHet is zeer bizar om te moeten vaststellen, na een deugddoend motorritje, wanneer je afstapt, dat je beha is losgeschoten. Het was wellicht te wijten aan het rugzakje dat op mijn rug hing, hoewel, met die dikke motorvest lijkt het me onwaarschijnlijk.

Gelukkig bevond ik me op dat moment in mijn eigen garage en kon ik ongegeneerd het ding weer vasthaken. Ik zie me al toekomen op de speelplaats van school…

Enfin, goed om weten dat mijn motor slaagt in datgene wat veel mannen vervloeken.

Collega

Vandaag heb ik vastgesteld dat ik blijkbaar een licht neurotische collega heb. Niet dat ik het erg vind hoor, ik ben alleen een beetje… verbaasd.

Toen ik deze morgen in mijn klas kwam (het is een Latijn-Muziekklas, wat wil zeggen dat ik er 18 uur in doorbreng, en zij in totaal acht uur) stond er een anonieme boodschap op bord. Dat gisteren alle banken waren afgeschrobd door een leerling met strafstudie, dat ze nu maagdelijk wit waren, en of we erover wilden waken dat dat zo bleef. Ghoh, dacht ik, leuk! Meteen mijn klas onder handen genomen, mooi zo!

Tot ik deze middag de poetsvrouw tegen het lijf liep. Die vroeg me of ik mijn jonge interimcollega van muziek kende. Want die had gevraagd of ze de gordijnen mocht wassen. De poetsvrouw had verbaasd gerepliceerd dat het mijn gordijnen waren (gekregen van een leerling) en dat ze dat dus aan mij moest vragen. Die gordijnen hangen er amper een jaar en waren toen fris gewassen, maar blijkbaar vindt mijn collega ze smerig. Bon, ze doet maar, die gordijnen kunnen er maar properder op worden.

Verder wist de poetsvrouw te vertellen dat mijn collega gisteren (woensdagnamiddag) van één tot drie in mijn klas had gezeten, samen met haar zoontje, om de banken te laten kuisen, en dat ze ondertussen ook al één van de twee kasten volledig had uitgekuist, zijnde die met de muziekinstrumenten. Wellicht is ze van plan om ook de andere kast, met onder andere een hoop oude handboeken, papieren en het nodige bureaugerief van mij, onder handen te nemen.
Persoonlijk vind ik die kast niet echt smerig. Een beetje wanordelijk misschien, en wellicht inderdaad in geen jaren gekuist, maar dan nog.

In ieder geval heb ik het al moeilijk om hier thuis iets te kuisen (ik heb dan ook een kuisvrouw), laat staan dat ik mijn klas zou kuisen. De vloer en de lavabo worden geregeld door het kuispersoneel onder handen genomen, en voor mijn bord sta ik uiteraard zelf in, en dat wordt dan ook regelmatig tot op het maniakale af schoongemaakt. Maar kasten uitkuisen? Kom zeg!

Ik hoop alleen maar dat ik op een bepaalde dag in mijn lokaal binnenkom en vaststel dat de ramen gekuist zijn. Zelf begin ik daar niet aan, en het personeel heeft daar absoluut geen tijd voor. Geef toe, het zou wel leuk zijn. Maar tegelijkertijd ook wel een beetje beangstigend. Een netheidsfreak in mijn lokaal, stel je voor. Zou dat besmettelijk zijn?

Droom

Goh, plots herinner ik het me weer. Ik heb vannacht gedroomd van Huug, en Michel kwam er ook efkes in voor. Bizar bizar. Zeker als je weet dat ik beide heren nog nooit in levenden lijve gezien heb (bijkans omver rijden telt niet mee).

Bart en ik zaten in een soort cinemazaal, maar de voorstelling was nog niet begonnen. Plots stoot Bart me aan: “Kijk ne keer achter u? Daar zijn ze bezig met Bill, de androgyne zanger van TH (kwestie van hier geen slapende honden wakker te maken). Hij had genoeg van dat imago en van de beschuldiging dat hij in feite tóch een vrouw is, en ze zijn hem aan het bijwerken”. Er was een legertje mensen met hem bezig, en uiteindelijk zag hij eruit als een student die van een cantus komt, veels te weinig slaapt en veel te veel drinkt: kort zwart haar, een papperig bleek gezicht, pukkels, een brilletje, en nogal nerdy kledij. Hij trok eigenlijk aan geen kanten nog op het origineel. Hij was allesbehalve sexy, en dat vond Bart ook.

“Moh”, riep ik uit terwijl ik recht sprong, “Ik vraag me af of hij nu (nog) in de smaak zou vallen bij homo’s. Eens gaan vragen aan Huug”. Die lag blijkbaar op een groot geel bed naast de middengang achteraan in de zaal languissant te wezen, maar bleek bij nader inzien bijzonder vrolijk. Naast hem zat – in een gewone cinemazetel – Michel, maar die stond op om iets te halen toen ik aan kwam lopen, en zei nog in ’t voorbijgaan tegen mij: “Pas op voor die groene hé!” (Geen idee trouwens waar dat op sloeg.)

Ik stelde Huug de vraag wat hij vond van de vernieuwde Bill, maar het antwoord daarop weet ik niet meer, want toen nam mijn droom een totaal andere wending.

Hmm. Iemand een droomverklaring? Dit zou ik wel eens willen weten…

What do babies dream about?

Ik heb me dat gisteren zitten afvragen, terwijl Kobe in mijn armen lag te slapen. Hij lag duidelijk te dromen, want hij trok voortdurend gezichten, en glimlachte de hele tijd. Het was heerlijk om te zien.

Maar: waarover dromen baby’s dan? Zeker als ze dan zo glimlachen? Over gigantische borsten waar de melk uitspuit?

Of heeft u een beter idee?