Onderbroekenlol

onderbroek

Gisterenvoormiddag ben ik met de kinderen naar Lommel centrum getrokken, want blijkbaar had ik wel voor iedereen een reserve zwembroek mee en stapels kousen, maar had ik Wolfs onderbroeken schromelijk over het hoofd gezien.
En aangezien hij moeilijk vijf dagen lang dezelfde onderbroek kon dragen, zag ik me genoodzaakt Lommel onveilig te gaan maken. Een van de eerste winkels die ik tegenkwam was een Kruidvat, en laat mijn ma me nu nog net een mailtje gestuurd hebben dat de kinderonderbroeken daar in reclame stonden zeker?

Enfin, eens kijken of die Limburgse marchandise wel even goed is als die van ons hier :-p En hopelijk moet ik hier vandaag of morgen niet opnieuw zijn omdat ik nog zo van die stommiteiten heb uitgespookt.

The Hours

Daarnet op Canvas naar The Hours gekeken.

Ik had hem al gezien, en ik had eigenlijk beter moeten weten. Ook toen was ik bijzonder aangeslagen, en liep ik er nog dagen aan te denken en te piekeren.

Het is een prachtige film: drie vrouwen, elk in hun tijd. En toch… Iemand noemde het ‘vrouwentalk’, ik classificeer het eerder onder ’the unbearable lightness of being’, of het onder woorden en beelden brengen wat een depressie is.

Omgaan met de banaliteit van het leven, en beseffen dat dit echt alles is wat er is.

Midlifecrisis iemand?

Zaterdag

Dit is warempel een zaterdag zoals die al véél te lang geleden was: heerlijk niksdoen.

Ik heb deze morgen al de sites van de kinderen bijgewerkt en de was gedaan, maar allemaal op een zeer rustig tempo.
Dan lekker gegeten, en nu ben ik eigenlijk de krant aan het lezen terwijl AVS opstaat, Bart in slaap gevallen is in de zetel, Wolf rustig aan het spelen is in zijn onderbroekje, de baby slaapt, en er een dampende kop koffie naast me staat.

Het is hier warm en gezellig, en niks moet. Lang leve dit soort zaterdagen. Meer van dat.

Vandaag is een goeie dag, en ik denk dat het voor een groot deel aan het weer ligt. Ik heb haalbaar geslapen, me nog niet dood moeten haasten deze morgen (dank zij Bart die me heel veel uit handen heeft genomen), fijn lesgegeven (enfin, dat is mijn mening, voor die van mijn leerlingen sta ik niet in).

Onverwacht moest ik het vijfde lesuur niet lesgeven, de helft van mijn zesdes waren op uitstap en de andere helft kreeg dispensatie. Ik heb dan maar in mijn lokaal toetsjes zitten verbeteren, terwijl een paar leerlingen toch waren blijven hangen, en er eentje piano zat te spelen. Allemaal heel aangenaam eigenlijk. Een heerlijk slaatje (met gebakken kip, rauw witloof, gebakken spekjes en croutons, pijnboompitten en een heerlijke balsamicovinaigrette, lang leve de schoolkeuken bij ons), een constructieve vergadering met een klas derdes, en dan…

Gewoon een uurtje rustig thuis terwijl de zon schijnt.  Ik overweeg zelfs om de baby te halen met de buggy, ipv de auto.

Mmm. Misschien heeft het feit dat ik nu een espressomachine in mijn klas heb, wel bijgedragen tot mijn goede stemming 🙂

Vragen

Toen Wolf donderdag bij een vriendinnetje was gaan spelen, kwam hij thuis met een vriendenboekje, dat ik voor hem moest invullen. Eén van de vragen was: “Wat wil je later worden?” “Ridder”, zei hij prompt.

Het zette me daarstraks onder de douche aan het denken. Wat wilde ik worden als kind? En welke verwachtingen heb ik nog moeten bijstellen? Vandaar de volgende vragen:

Wat wilde jij later worden toen je nog een kind was? Theateractrice, denk ik. Ik heb die droom heel lang volgehouden, ik was er blijkbaar ook echt wel goed in (einddiploma toneel aan de academie (H3) met 95% en felicitaties van de jury, ik bleek de eerste van België te zijn) tot een stemoperatie roet in het eten gooide.
Wat ben je dan uiteindelijk geworden? Leerkracht Latijn, en ik doe het nog steeds met passie en overgave.

– Hoe wilde je er als kind later uitzien? Ik zou dolgraag een zuiders type geweest zijn, stijl Sophia Loren, met van die donkere zwoele blikken, brede heupen, smalle taille… Het ideaalbeeld van een zigeunerin, denk ik.
– Hoe zie je er nu uit? Een echte Vlaamse: niet bijzonder groot, plomp, 25 kilo te dik, naar de blonde kant met groene ogen. Ideaal als een Vikingvrouw, zou ik zo denken.

Hoe zag de man/vrouw van je dromen er uit, als puber? Goh, ik val eigenlijk op van die Italiaanse machomannen: brede borst, vierkante kin, zwart haar, bij voorkeur blauwe ogen… Denk aan de types van Aqua di Gio (het parfum)
En was is het in echte leven geworden? www.bartdewaele.be. Een droomkerel, maar niet echt die Italiaanse macho…

– Hoeveel kinderen wilde je later, en op welke leeftijd? Over die leeftijd heb ik nooit nagedacht, wel wilde ik altijd drie kinderen. Twee jongens en een meisje, als ik zou kunnen kiezen.
– Wat is het uiteindelijk geworden (of wat zal het wellicht worden)? Twee zonen, vijf jaar later dan gedacht, en daar blijft het echt wel bij.

– Wat was als kind je lievelingseten? En wat lustte je totaal niet? Mmm, ik lustte nogal veel eigenlijk :-p Toch wel de fazant zoals mijn ma die klaarmaakt, een heerlijk recept. Ik moest niets hebben van witloof, en van bittere smaken.
Lust je dat nu nog (niet), of heb je andere favorieten? Ik hou nog steeds van fazant, maar ik eet nog liever foie gras en kalfszwezeriken. En zo ongeveer alles wat zoet is. Witloof eet ik ondertussen wel zeer graag, maar voor de rest nog steeds geen bittere smaken, of anijsdingen.

Ik vind het leuk om zien hoe iemand geëvolueerd is, eigenlijk. En ik ga er een stokje van maken, denk ik.
Graag zie ik deze vragen beantwoord door ongeveer iedereen (dus ga je gang), maar ik ben toch wel curieus naar de antwoorden van Bart, Ilse en Michel.

Cidade de Deus

kbotmt.jpgBehoorlijk onder de indruk van Cidade de Deus, daarnet op Canvas.

Dan besef ik nog maar eens hoe goed we het hier eigenlijk hebben. En vooral, hoe weinig we ons daarvan bewust zijn, of willen zijn.

Ik weet waarover ik in mijn bed zal piekeren.

Kafka

Naar aanleiding van een post bij Tessa wilde ik jullie het volgende verhaal niet onthouden.

Ik moest voor een interimjob of zo (het is een paar jaar geleden) een paar papieren hebben, en ik wist niet of ik nu bij de VDAB of de RVA moest zijn daarvoor. Ik zou dat dus wel even gaan vragen bij de RVA in de Korte Meer, dacht ik zo, ik moest toch in ’t stad zijn.

Ik mijn moto op, en daar naartoe. Ik kom beneden in de hal, en ik zie dat de bureaus eigenlijk enkel in de voormiddag toegankelijk zijn voor het publiek, en dat je in de namiddag enkel telefonisch inlichtingen kan krijgen. Bon, ik was er nu toch, ik kon het evengoed even gaan vragen, en zou dan wel een andere keer terugkomen om de bewuste papieren.

Ik dus naar boven, waar ik terechtkom aan een soort balie. Daarachter staan een hoop bureaus opgesteld, beladen met paperassen, en waar een dame van middelbare leeftijd zit te … zwoegen, had ik bijna gezegd.
Zeer verstoord kijkt ze op, wanneer ik beleefd mijn keel schraap om de aandacht te trekken.

– Excuseer, mevrouw, kunt u mij soms zeggen…

Zonder een woord uit te brengen wijst ze naar een bord, waar nog eens de openingsuren herhaald worden.

– Ik besef dat, mevrouw, maar ik wil enkel een inlichting.
– Madam (het Gentse accent kan/wil ze niet weg steken), de bureau’s zijn nui geslote, veur inlichtinge moede belle.
– Ja maar, mevrouw, ik ben hier nu toch, kan u me soms zeggen…
– Zeg, kundegij nie leze messchiens? Os ge een inlichtinge wilt, moede ofwel morgenneuchtink terugkome, ofwel ne kier belle.
– Maar mevrouw…

Nors draait ze zich terug naar haar papierwerk, en keurt me geen blik meer waardig.

Bon. Ik open mijn handtas, en haal mijn GSM boven. Onverstoord begin ik het nummer van het bureau (dat op het bord naast mij geafficheerd staat) in te tikken. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat het mens nors in mijn richting kijkt omdat ik nog steeds niet verdwenen ben. Dan gaat de telefoon op haar bureau over. Met een blik die het midden houdt tussen verbazing, ontzetting en ongeloof staart ze in mijn richting. De telefoon rinkelt. Zij staart.

Na een tiental belsignalen spreek ik haar aan: ‘Excuseer mevrouw, maar zou het mogelijk zijn de telefoon op te nemen? Ik zou graag een inlichting willen.’

Nog even blijft ze in mijn richting staren, dan pas komt ze in beweging. Ik zet de GSM af, zodat het gerinkel ophoudt.

– Ja?
– Wel, mevrouw, formulier xxy/14, kan ik dat bij u krijgen, of moet ik daarvoor bij de VDAB zijn?
– VDAB
– Ah, bedankt mevrouw, meer moest ik niet weten! Nog een prettige namiddag verder!

Ik denk dat ze daar nog even is blijven staan kijken. Kafka is de wereld nog niet uit.

Genoeg.

Het is genoeg geweest, mijn besluit staat vast, de kogel is door de kerk: ik stop met vreten. Vreten being the right word, alas.

Echt diëten wil ik het niet noemen, ik ga geen punten beginnen tellen en zo, maar ik stop met snoepen. Waarom? Wie me persoonlijk kent, stelt zich die vraag niet, jammer genoeg.

Even schetsen: ik ben al altijd een dikkerdje geweest, met zwaar en breed gebeente. Ideaal dus voor de twee jaar competitierugby die ik gespeeld heb. Aan de unief (1989) woog ik nog 68 kilo (ik ben 1.67 meter), dank zij intensief gesport, gefiets van het een naar het ander, veel uitgaan op water (ik drink nauwelijks alcohol), veel gedans, en al eens een maaltijd overslaan wegens te druk aan het kaarten en zo.

En toen kwam Bart, en mijn moto. Exit het fietsen, het vele uitgaan, ik sloeg al eens een training over, en ik at veel regelmatiger en rijker (kwestie van te koken voor het ventje). Na een blessure stopte het sporten al helemaal, en begon het verdikken. Yep, zo heel gemeen en geniepig, half kilootje per half kilootje. Resultaat? Een jaar voor mijn trouwdatum, zijnde 1995, woog ik bijna negentig. Ugh. Lang leve de Weight Watchers: ik trouwde met een nette 75 kilo. En toen kwam het goede en gelukkige leven… De zwangerschap van Wolf leverde me een kiloverlies op van 95 naar 81, maar ook die zijn er weer aangeslopen.

Om kort te gaan: vóór mijn zwangerschap van Kobe woog ik 99. Jawel. Ik moet zelf slikken wanneer ik het neerschrijf. Ik leg direct wel uit waarom ik dit trouwens doe op mijn blog, voor iedereens neus en zo. Opnieuw was ik zo ellendig, en nam het metabolisme van de baby zodanig over, dat ik twee dagen na de bevalling nog 88 woog. Ik kreeg complimenten van alle kanten, voelde me goed in mijn vel, zag er stralend uit. Nieuwe haarstijl en al 🙂

Helaas. De vreetzak, de lamme kwal in mij heeft het weer overgenomen, en ik ben weer aan het snoepen geslagen. Voor de rest eet ik niet zoveel, zolang ik maar mijn snoepverslaving kan onderhouden. Ruggengraat? Wie? Moi?

Resultaat, een goeie drie maanden na de bevalling, deze morgen: 92. En het is genoeg geweest.

Waarom schrijf ik dit nu, geloof me, met een pak moeite en schaamte allemaal op, te grabbel op een internetpagina? Omdat ik mezelf dan niet langer iets kan wijsmaken. Ach ja, dat ene kilootje… Ik heb net ontbeten… We zijn gisteren zwaar op restaurant geweest… Smoezen met hopen en kilo’s, vet jammer genoeg ook.

Ik ga jullie de komende weken dus vervelen met gewichtsproblemen, dingen die ik gevreten heb en zo. Een eigen excellijstje helpt niet, dus dan maar openbaar. Tik me gerust op de vingers.

En interesseert dit jullie niet (waar ik dik kan inkomen)? Niemand verplicht je om dit te lezen. Een blog is voornamelijk voor mezelf, denk ik zo. Maar laat gerust de commentaren komen, en vooral ook de stekken en de grappen. Kan ik me misschien nog beter motiveren.

EN als u me nu wilt excuseren, ik ga een taart bakken voor vanavond (geen grap, helaas :-p).