Ziekjes

Dat het eigenlijk niet zo goed gaat, momenteel.

Ik ben moe, het zijn de laatste drukke lessen voor de decemberexamens waarin ik nog een laatste hoeveelheid leerstof wil zien, er is de verbouwstress, de punten van dagelijks werk moeten binnen, en ik slaap slecht.
En dus heb ik nu een serieuze kopvalling, met sinusitis, keelpijn, oorpijn, en een stem die bijna weg is. En ik kan me écht niet permitteren om een dag thuis te blijven en in mijn bed te kruipen, daarvoor zijn die laatste lessen te essentieel.

Dat wordt nog interessant straks, dat lesgeven zonder stem. Lang leve Euphon dan maar, zeker?

Auw.

Dat mijn lijf gevoelig is voor vetrijk eten, dat heb ik intussen al door. Na zowat elk rijk diner heb ik het zitten: buikkrampen en misselijkheid, en uiteindelijk ook buikloop. Tsja. Ik weet dus dat ik moet opletten met vettige dingen.

Maar blijkbaar is er meer dan dat, is er wellicht iets specifieks waar ik op reageer, maar ik heb er geen idee van wat.

Want daarstraks, na het avondeten, ben ik opnieuw flauwgevallen van de buikkrampen, net zoals in juni vorig jaar. Nochtans had ik niet echt speciaal vettig gegeten of zo. Een beetje ontregeld door de Ankoria gisteren, misschien, en daar sandwichen gegeten met eiersla. Ook ’s avonds nog een halve zak kroepoek binnengespeeld, dat wel. Maar vandaag niks bijzonders.

En toch kreeg ik daarstraks gigantische buikpijn, met serieuze krampen. Een langdurig toiletbezoek was het gevolg, en jawel, plots werd ik weer enorm misselijk. Ik heb nog om Bart geroepen, en ik dacht dat ik nog uit eigen beweging gaan liggen was. De serieuze buil op mijn rechterwenkbrauw spreekt dat laatste helaas tegen. Volgens de kinderen ben ik toch wel een behoorlijk tijdje buiten westen geweest. Ik ben uiteindelijk met Barts hulp rechtgekrabbeld, heb nog wat op de pot gekampeerd, en ben dan de rest van de avond in de zetel blijven liggen.

Ugh.

Wist ik maar wat precies het veroorzaakt, dan kon ik dat vermijden. Maar ik heb dus echt totaal geen idee 🙁

Auw.

Ik weet niet wat ik gedaan heb, maar terwijl ik Barts haar aan het scheren was, heb ik blijkbaar een verkeerde beweging gemaakt: mijn rechterschouder zit geblokkeerd, de monnikskapsspier staat keihard, en man, dat doet zeer! Ik kan met moeite mijn arm opheffen, en zelfs een kop koffie is te zwaar. Meh.

Kersenpitjes, Voltaren, en desnoods een pijnstiller straks. Serieus, maat, ik heb wel nog vanalles te doen, he, zo vlak voor het begin van het schooljaar!

En eigenlijk had ik deze namiddag naar Aubéchies gewild, naar de Archéosite, waar ze dit weekend grote feesten houden en al. Stond al maanden op de kalender, en ik keek er echt naar uit, en de jongens ook. Stomme schouder!

Krentenbaard

Net toen we begonnen op te ruimen, gisteren aan de vijver, begon Kobe te klagen dat hij zoveel jeuk had. Ik dacht dat hij, net zoals de meesten van ons, gewoon gestoken was door een daas. Maar hij beweerde dat zijn rug zo vreselijk jeukte, en daar was totaal niks te zien. Het werd ook snel erger: zijn hele lijfje begon te kriebelen en te jeuken, en hij begon er zowaar van te huilen. Ik liep met Annemie (de gastvrouwe) mee naar binnen en spoelde hem af met kraanwater, want wie weet reageerde hij op iets uit het vijverwater? Het beterde heel even, maar niet lang. Ik heb dus een huilende Kobe in de auto gezet, terwijl ik verder opruimde. En toen begon ook Wolf te klagen van jeuk, ook al was er bij hem evenmin iets te zien.

Hier thuis heb ik ze allebei onmiddellijk doen douchen met Eucerin hypoallergene zeep, daarna ingewreven met een kalmerende lotion, en rustig tussen de koele katoenen lakens doen liggen. Ik dacht aan een soortement zonne-allergie, maar er was totaal geen uitslag te zien. Ze vielen allebei in slaap met de belofte dat ik vandaag met hen naar de dokter zou gaan, als het niet beterde.

En toen werd het ochtend, en stonden ze allebei vol kleine rode vlekjes, een beetje zoals de windpokken. Dat kon het echter niet zijn, want die hadden ze al gehad, en vooral, die manifesteren zich niet plots na een nachtje met een stuk of vijftig tegelijk.

impetigo

Nu waren de jongens vrijdag van sportkamp thuisgekomen met een briefje dat een van de kinderen daar ‘krentenbaard’ had, een vrij onschuldige maar besmettelijke ziekte waarbij er zich allemaal vlekjes ontwikkelden die blaasjes konden worden. Ik had er nog nooit van gehoord, en googlede het dus even. Het blijkt beter gekend onder de naam ‘Impetigo’, maar ook dat was me onbekend. Het is dus een stafylokokkeninfectie, op zich niet ernstig, maar veroorzaakt wel serieuze jeuk.

Ik dus met hen naar de dokter, en die bevestigde het vermoeden. Hij heeft hen meteen een specifiek antibioticum voorgeschreven, en iets tegen de jeuk. Intussen staan ze nog meer vol met vlekjes, maar is de jeuk perfect beheersbaar, en zolang ze de blaasjes niet openkrabben, is het eigenlijk niet erg.

Enfin, ’t is weer mooi dus. Vandaag hebben we dan maar een rustdagje ingelast, iets wat we eigenlijk sowieso van plan waren, omdat de jongens doodop zijn. Niet dat Merel wilde slapen, maar ze heeft deze morgen wel tot tien uur geslapen, en dat wil ook wel wat zeggen.

Ze hebben rustig gespeeld, en toen waren Merel en Kobe plots verdwenen, richting ons kamer. Ze hielden wel contact met Wolf hier beneden via de telefoon, want ze hadden plots de interne lijn ontdekt. Na een tijdje werd Wolf te nieuwsgierig, en trok hij ook naar boven. Haaa, rust!

Ze bleken een feestje te hebben georganiseerd. In ons kamer hadden ze een stuk vloer vrijgemaakt, het salontafeltje omgetoverd tot bar (Wolf was me netjes komen vragen of ze ananassap kregen), en de radio aangezet.

boven1

Na een tijdje moest ik komen kijken, en ik heb dan maar drie kommetjes chips meegenomen, tot grote vreugde van het gebroed. Ze lieten een netjes ingestudeerd dansje zien (zelfs Merel deed dapper mee), en hielden een ‘gitaarconcert’. We hebben zelfs nog samen staan dansen ^^

boven2

boven3

boven4

Enfin, rustdagjes zijn prima voor de creativiteit. Zelfs als ze verstoord worden door rode vlekjes.

Murphy

Deze morgen had ik alles netjes gepland: de boekentasjes stonden al klaar (inclusief de mijne), de kleren lagen klaar, en de tafel was al gedekt

Ha ja, want Bart zit in New York en doet anders altijd dat deel van de ochtendshift, de kinderen moesten op tijd op school zijn, en vooral: ik had mondeling examen af te nemen.

Alles verliep – tot mijn eigen grote verbazing – vlekkeloos, en dus was ik netjes om half negen stressvrij mondeling examen aan het afnemen.

Tot rond een uur of tien mijn telefoon ging, en het de kleuterschool bleek te zijn. Ik verontschuldigde me bij mijn examinerende leerling, en nam de telefoon op, wetende dat zij niet voor een peulschil bellen. En effectief: Merel had de hele klas ondergekotst. Wellicht lag gewoon haar maagje overhoop van alle rommel die ze gisteren op de babyborrel gegeten had – ik had eigenlijk vannacht al problemen verwacht.

Zucht. Even paniek.

Ik kon niet weg, Bart was er niet, en mijn moeder, die altijd de extra hulplijn is in dit soort gevallen, zit in Griekenland. DE mensen van het secretariaat reageerden heel begrijpend, en zeiden dat ze Merel wel wat bij zich gingen houden, tot ik er rond twaalf uur kon omkomen.

Tot zover mijn stressvrij examen afnemen. Soit, we lieten het niet aan ons professionele hart komen, stelden vrolijk verder vragen, en reden daarna gezwind naar de kleuterschool. Daar lag een lijkbleek Mereltje rustig te slapen. Ik heb haar voorzichtig wakker gemaakt, en thuis opnieuw in haar bedje gelegd, met een dikke knuffel en haar koetje bij de hand. Ik denk dat ze al sliep voor ik de kamer uit was.

Enfin, twee uur later was ze alweer wakker, bijzonder vrolijk, vol leven en vol kleur. Ze speelde een yoghurtje of twee naar binnen, en het leed was duidelijk geleden. Oef.

Want ik zag al rampscenario’s voor me voor de volgende dag, aangezien ik opnieuw mondeling moet afnemen. Maar haar maagje was leeg, dus het probleem was opgelost. Nog een chance voor haar ook, want morgen gaat ze op schoolreis naar de kinderboerderij, en ze kijkt er enorm naar uit.

Skeeleren

Vorig jaar (of is het er echt al twee?) deed een kennis van me haar skeelers weg, compleet met knie-, elleboog- en polsbeschermers. Omdat ik eigenlijk wel vrij goed kan ijsschaatsen en dat graag deed, wilde ik ze wel. Ik heb het toen een paar keer geprobeerd, maar de straten rondom ons huis liggen echt behoorlijk oneffen, en als je het dan niet goed kan, val je wel een paar keer.

Vandaag had ik een lumineus idee. Bart kon op tijd Merel ophalen aan de crèche, zodat ik niet over en weer hoefde te rijden tijdens de jongens hun rugbytraining. Ik had dus anderhalf uur de tijd aan de Blaarmeersen, waar geen auto’s rijden en de paden vrij glad liggen. Ik heb mijn skeelergerief meegenomen, en over mijn jeans aangetrokken. Ik hoef u niet te vertellen hoe prachtig het weer was, en ik heb ervan genoten.

Bij het vertrekken was het nog wat aarzelend, maar al gauw haalde ik toch wel behoorlijk wat snelheid en genoot ik ervan. Slechts één keer ben ik gevallen, toen ik nogal overmoedig van asfalt naar een ouder pad overging, en het ribbeltje daar niet had gezien.

Het is trouwens bijna niet te doen om te rolschaatsen op de oudere paden rond het water zelf: het ligt er zó oneffen dat je maar heel traag vooruitgaat, en je je vooral op de weg moet concentreren, waardoor het plezier wat weg is. Jammer, want ik zag een toertje rond de Blaarmeersen zelf eigenlijk wel zitten.

Enfin, ik heb dus al bij al meer dan een uur rondgeschaatst, ik zag bloedrood (deels ook van het buiten zitten ’s middags) en was aan het zweten, maar man, heb ik daar van genoten zeg! Ik ga dat echt meer proberen doen.

Tandarts

Eigenlijk was ik nog nooit met de kinderen naar de tandarts geweest. Toegegeven, mijn ma (tandarts op rust) had al een paar keer hun tanden nagekeken, maar da’s toch niet helemaal hetzelfde.

En dus togen wij vandaag met ons drieën naar de tandarts, de jongens met een nodeloos bang hartje. Want ah ja, over de tandarts doen de wildste verhalen de ronde, en ze waren er toch niet gerust in.

Wolf mocht eerst de stoel in, er werden fotootjes genomen voor de zekerheid, hij werd goedgekeurd, en meteen werden ook de diepe groeven in zijn nieuwe kiezen wat opgevuld, zodat er niet zoveel eten in blijft hangen. De ‘naden’ tussen zijn kiezen werden ook met wat extra fluor versterkt.

tandarts

Kobe kwam daarna, en kreeg enkel een grondig nazicht, meer was niet nodig. Het kind was ongelofelijk opgelucht.

Maar ook ik, die toch het gevoel had dat ik weer gaatjes ging hebben, ging vrijuit! Ze heeft wel mijn tanden gezandstraald (ze noemde het effectief zo, en het had ook wel dat gevoel, die korrelige substantie in mijn mond) zodat ze een pak gladder en wat witter zijn.

Enfin, 182 euro (gene zever) later stonden we weer buiten. Nog een chance dat de mutualiteit daar voor het grootste stuk in tussenkomt!

Hmpf.

Het had een fijne dag moeten worden.

Ik was van plan om te zorgen dat ik met de jongens tegen kwart over negen aan het rugbyveld stond, waar hun tornooi om tien uur van start ging gaan. Intussen ging Bart zorgen dat de jongens ingeschreven raakten in de sportkampen van Stad Gent (wat niet zo evident is, want de servers zijn altijd overbelast), boodschappen doen, en dan achterkomen met Merel. Ook oma en opa, Roeland of Sarah met Nand, en Dirk en Ilse gingen komen kijken.

Helaas. Het liep een beetje in het honderd.

Om te beginnen voelde ik me allesbehalve goed bij het opstaan rond acht uur. Ik had slecht geslapen, maar ik was eigenlijk gewoon misselijk. Dat gevoel werd even later bevestigd toen ik niet alleen serieuze buikloop kreeg, maar ook nog moest overgeven, en uiteindelijk amper op mijn benen kon staan. Tot zover de rugby voor mij. De kinderen waren intussen aangekleed, en Bart ging ze dan maar afleveren aan het rugbyveld. Mereltje mocht mee.

Intussen probeerde ik de kinderen in te schrijven voor de kampen, me met enige moeite rechthoudend voor de PC. Wolf was als allereerste binnen, om een minuut over negen. En toen kwam Kobe aan de beurt: “Prijshoek is niet ingevuld” en ik kon niet inschrijven. WTF? Ik belde meteen naar Delphine (van Marthe), en ook bij haar lukte het niet. Ze had nochtans Briek zonder problemen voor datzelfde kamp kunnen inschrijven. (En intussen is het uiteraard volzet 🙁 )

Enfin, toen kwam er een telefoontje binnen dat het toernooi voor Kobe was afgelast wegens geen teams. Wolfs toernooi ging wel doorgaan, alleen was er niemand van organisatie in het clubhuis. Na een hoop heen-en-weergebel bleken er ondanks de sneeuw toch teams aanwezig, en werd er gespeeld. Ik had de familie al op de hoogte gebracht dat Kobe niet ging spelen, nu kon ik berichten dat Wolf er wél ging zijn.

Bart, Kobe en Merel kwamen terug naar huis, oma en opa gingen naar de match kijken, op de valreep kwam Sarah nog toe met Nand, en Dirk had de tijd een beetje verkeerd ingeschat. Maar bon, Wolf was tevreden van zijn match, hoewel hij doorweekt was.

Bart kookte voor oma en opa en het gezin, en ik bleef zieltogend op de zetel liggen. Alwaar ik in de namiddag tegelijk met Merel een megatuk heb gedaan tot kwart voor zeven, terwijl Bart intussen ging jureren bij @appsforghent.

Wolf nam vervolgens naadloos de paparol op zich, zette de tafel, smeerde boterhammen voor zijn broertje en zusje (een klein beetje geholpen door mij) en ruimde nadien de tafel ook weer volledig af. Echt een superzoon, die oudste van me.

En toen kwam Bart weer thuis, stak de kinderen in bed, en liet me opnieuw crashen in de zetel.

Poeh. Niet bepaald hoe ik me de dag had voorgesteld.

Morgen beter.

Back to life, back to reality.

Deze morgen was ik bijzonder vrolijk opgestaan, had mijn maliën aangetrokken, zwaard en schild gegrepen, en was gaan ontbijten. Pas rond een uur of twee, toen het spel gedaan was, kwam ik terug op mijn slaapplaats en bekeek mijn gsm.

En toen zag ik dat Bart had gebeld. En dat hij me ook een hartverscheurend berichtje had gestuurd: “Zou me plezier doen als je iets vroeger naar huis kwam. Merel is ziek; zit zonder bedgerief/kleren.”

Uiteraard heb ik hem onmiddellijk gebeld, en toen bleek dat Merel al vrijdagnacht voor de eerste keer had overgegeven, dat ze zaterdag overdag eigenlijk toch wel gewoon gespeeld had, maar dat ze zaterdagnacht nog twee keer had overgegeven, en in de loop van de voormiddag nog eens. Dat al het beddengoed vuil was, en vooral dat zijzelf ontroostbaar bleek. Ik hoorde ze effectief ook huilen in de achtergrond, dat zachte hartbrekende gesnik van een kind dat al uren aan het huilen is.

Ik heb onmiddellijk al mijn gerief bijeengegrabbeld en in de auto geladen, heb me verontschuldigd bij spelleiding – het is de bedoeling dat je mee helpt afbreken en opruimen, zodat zij dat niet allemaal moeten doen – en ben naar huis gereden.

Toen ik rond een uur of vijf thuis kwam, stond Bart met een snikkende Merel op de arm in de keuken, haar zachtjes wiegend. Ik nam haar dadelijk over, kalmeerde haar, merkte dat ze koorts had, en gaf haar een suppo – siroop had ze niet binnengehouden, en aan suppo’s had Bart niet gedacht. Een half uurtje later zat ze bij me in de zetel tv te kijken, en voelde ze zich merkbaar beter, zodat ik probleemloos kon gaan douchen. En dan die vier emmers kotswas – die Bart deels had uitgespoeld, deels gewoon in water had gezet – kon beginnen wassen.

Realitycheck, iemand?

UPDATE: ze heeft perfect de nacht doorgeslapen, en was maandag weer zo fris als een hoentje. Arme Bart, ik ben dan al eens op weekend… En hij wilde me niet bellen om mijn weekend niet te vergallen.

Ziek – maar nu iets en iemand anders

Deze morgen, half acht – we zijn allemaal in diverse stadia van gekleedheid : “Mama? Ik voel me echt niet lekker! Ik heb buikpijn…” Wolf keek me met hondenoogjes aan, maar Bart beet hem nog toe: “Zeg maat, niet onnozel doen, ’t zal wel over gaan!”

Een tiental minuten en een halve hap van een boterham later zat Wolf met tranen in zijn ogen bleekjes te wezen. En nam ik hem wel degelijk serieus. Ik heb dan maar ons ma uit haar bed gebeld, vijf minuten later – al een chance dat voor een keer al mijn gerief al klaar stond van gisterenavond – zaten Wolf en ik in de auto, om tien over acht installeerde ik hem in Zomergem in de zetel, en stipt om half negen liep ik mijn klaslokaal binnen. Oef!

Een telefoontje over de middag leerde me dat het buikgriep was: hij had al een keer of tien naar het toilet gemoeten, en had ook al vier keer overgegeven, ’t ventje!

Enfin, ik heb dan maar met zijn juf besproken (ik moest toch Kobe ophalen) dat hij morgen ook ging thuisblijven: een half dagje school, waaronder een zwemles, en da’s nogal lastig als je je niet zo lekker voelt.

Hopelijk is het snel over, want hij was nogal zielig bij momenten. Andere momenten voelde hij zich dan weer kiplekker.

En het schattigste? Toen Merel thuiskwam, vertelde Wolf dat hij een beetje ziek was, en dat zijn buikje pijn deed. Waarop zij onmiddellijk, zonder woorden, hem aankeek, en over zijn buikje begon te wrijven. Met van die kleine zachte streeltjes.

(Allemaal in koor: awwww…)