Aether mini: A night at the Shamrock

Ik had lang getwijfeld of ik wel ging gaan, maar woensdag luisterde ik alsnog of er nog een plaatsje voor een figurant vrij was, en jawel, ik mocht een Ierse spelen, de zus van de Ierse dokter, de vrouw van de Vlaamse directeur van het weeshuis. Locatie: een Ierse pub, zodat ik me daar wel in mijn element ging voelen.

Wel…

Het liep wat anders voor me, jammer genoeg. De setting was meer dan in orde, het eten was excellent, maar… De Ieren zagen me precies niet graag komen: ik probeerde aanwezig te zijn bij hun bijeenkomsten maar werd telkens geweerd. Bij de adel ging ik echt niet zitten omdat ik vond dat die in de Shamrock geen plaats hadden. Een paar gesprekken met mogelijke investeerders waren wel de moeite, maar geldzaken zijn dan voornamelijk de bezigheid van mijn man, zodat ik hem dat vooral heb laten regelen.

Resultaat: ik heb me voornamelijk verveeld. Het spel liep tot twee uur, maar ik ben rond een uur of twaalf gewoon al doorgegaan, omdat ik daar toch maar zat te zitten. Het hoogtepunt van de avond was nota bene de cache die ik daarna nog gaan zoeken ben langs een bospaadje naast een beekje, in het pikkedonker, met het lichtje van mijn gsm. Tot mijn grote verbazing heb ik hem nog gevonden ook.

Thuis waren ze nog wakker want de telling van het Eurosong was net gedaan. En ik, ik was blij in mijn bedje te liggen.

Ik geef hier wel nog enkele foto’s mee, genomen door fotograaf Steven De Witte.

Duister Gent: clubvariant

Ik probeer nog zo veel mogelijk activiteiten te doen voor ik noodgedwongen een maand plat ga, en dus ging ik zeker en vast ook nog naar de Vampire vanavond. Het was overigens een ‘club’ thema waarbij de club van een van de spelers openging. Hij is daar heel ver in gegaan: er waren lasers, stevige muziek en vooral ook een act waar hij serieus voor betaald heeft: een volledige act met wat normaal gezien vuur zou zijn, maar nu LEDS waren, perfect getimed op de muziek.

Enfin, voor de rest ook een fijne, drukke avond gehad met heel veel gesprekken en dreigementen. Yup, ik begin me meer en meer thuis te voelen daar op Duister Gent.

Olga

Het is vreemd hoe een larp-personage, zelfs een NPC, zo domweg een onderdeel van u kan worden. Neem nu Olga Vedorsdotter, het personage dat ik voor het eerst in 2015 ben beginnen spelen op Omen. Het is een hoge NPC, en nee, ze komt niet op elk weekend voor, dat zou belastend zijn voor het scenario én de spelers die Korda spelen. Onderstaande foto was nota bene op mijn 44ste verjaardag.

Maar ze is zó zalig om spelen en ze is zó hard op mijn lijf geschreven – letterlijk, trouwens – dat sommige mensen me zo zelfs aanspreken.

Ik zag de foto van 7 jaar geleden vandaag nog voorbij komen op Facebook en ik moest eraan denken, vandaar.

En het was me vooral ook opgevallen dat Merel op mijn verjaardagscadeautjes alle mogelijke koosnaampjes en aansprekingen voor mij had gezet, en dat daar ook Olga redelijk prominent tussen stond.

Heerlijk, toch?

Omen Cambria: u was goed!

Jawel, ’t was een goedje, ondanks de voet.

Het begon al heerlijk op zaterdagavond met de begrafenis van de dochter waarvan ik niet eens wist dat ze dood was, en waarvan de spelers dus eerst niet wisten dat ik de moeder was. Tsja.

En dan begon het gedoe rond de verkiezingen, met alle mogelijke gekonkelfoes. Dat was mijn hoofdbezigheid op zaterdag, met daartussen vooral nog meer gekonkelfoes. Amusant, dat zeker! Maar doodvermoeiend, zeker door de kapotte voet en rug.

Ik ben voor het eerst ook twee keer een dutje gaan doen, gewoon omdat het niet anders kon: ergens in de namiddag ben ik een uur plat gegaan, en ’s avonds na het eten nog eens twee uur. Blijkbaar hadden de spelers dat wel door, ofwel zag ik er plots een stuk uitgeruster uit, want ik kreeg van verschillende kanten de vraag of ik goed geslapen had.

En dan was er dus die nachtelijke escapade waardoor het extreem laat werd, maar ik moest in de voormiddag als Scarlet echt nog een paar dingen afhandelen.

En dan – surprise surprise voor de spelers – mocht ook Olga heel even haar opwachting maken. De spelers waren namelijk grotendeels gestrand daar in Cambria doordat hun schepen vernield of beschadigd waren. En wie oh wie komt daar met een gigantisch schip, de Inferno? Jawel, Korda: zowel de landschout Berger als ikzelf dus. Ik moest lachen: de meeste spelers waren bijzonder opgelucht ons te zien.

Maar vooral de opmerking van de  Khaliërs  – het lokale bosvolk, zeg maar – deed me gniffelen: “Zo nen groten boot? Met Mannheimers? Daar gaan wij niet op, we zoeken wel een andere manier om terug te geraken! Oh wacht, het is met dat mens van Korda? Dan is het goed, we gaan wel mee.”

En toch is dat personage evengoed een genocidepleger, toch? Tsja…

Met zeer veel dank aan Sara Brys voor de fijne foto’s!

Larptoestanden

Man, wat was me dat zeg! Ik speelde misschien wel een bard, maar ik ben vandaag niet of nauwelijks aan zingen toegekomen. Ik moest namelijk een verkiezing leiden en dat had wel wat voeten in de aarde: de stemmen die binnendruppelden en ik die dat telkens als ware stadsomroeper met een welgemeende ‘oh yé oh yé oh yé’ liet schallen over het middenplein. En geheime genootschappen en begrafenissen en al dat soort dingen.

Soit, het leidde ertoe dat ik om vier uur ’s nachts rustig een privéconcertje zat te geven voor Maité, terwijl een andere speler wat info van mij aan het overschrijven was. Gewoon nog geen zin om te slapen en fysiek ook niet moe, want met die voet van mij heb ik nauwelijks bewogen.

En toen kwam spelleiding in een halve paniek naar me toe: “Gudrun, gij zijt nuchter hè?” Euh, ja? Altijd?
“Zoudt gij dat zien zitten om met iemand naar de Spoed te rijden? Want ik ben wel nuchter maar dood-, doodmoe en dat is niet verantwoord.” Blij dat die zichzelf kon inschatten.

Bon, het meeste van mijn spelgerief uitgetrokken, maar wel nog met neptatoeage op mijn kaak en in leren broek en zo richting de spoed met een van de NPCs. Die draagt een hoorapparaat en dat was in de loop van de dag afgebroken. We hebben nog met man en macht naar het tsjoepke gezocht dat feitelijk in haar oor moet zitten, maar niks gevonden. Dat bleek ook logisch, want ze was dus rond half vier wakker geworden van de pijn in haar oor: dat ding, toch ter grootte van een stevige erwt, zat gewoon nog in haar oor!

Wij dus naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis in Tilburg, waar ik vreesde dat we gingen doorverwezen worden naar een huisartsenwachtpost of zo wegens niet echt iets voor de spoed, maar bon, die wisten we niet zijn. Effectief, we kregen de doorverwijzing en moesten bellen voor een afspraak, maar daar bleek het continu bezet. Spoed ging haar anders 350 euro kosten, als ze haar zouden moeten inschrijven en al.
“Nou”, zei de bijzonder vriendelijke verpleegster toen we maar geen connectie kregen bij die huisartsenwachtpost, “zal ik toch maar effe kijken of ik het dingetje er niet zelf uit krijg? Als we niks verbruiken en niet echt een behandeling moeten geven, moeten we je niet inschrijven ook”.

Even later zaten ze met twee aan haar oor te prutsen, maar dat tsjoepke bleek bijzonder glad te zijn en dus nogal onwillig. Er kwam een derde bij die geen pincet nam, maar een soortement haakje. Het deed duidelijk wel pijn, maar lo and behold: we hadden plots een tsjoepke! En heel veel opluchting! En inderdaad, aangezien ze totaal niks hadden verbruikt, hebben ze ook niks aangerekend! Zalig gewoon!

We hebben die mensen intens bedankt en tegen half zes lag ik eindelijk in mijn bedje. Met een zeer opgeluchte figurante en ikzelf blij met een goede daad.

En een nachtelijk bezoek aan een Nederlandse spoed kan ik ook weer afstrepen van mijn bucketlist.

Omen Cambria

We hebben er bijna drie jaar op moeten wachten: eindelijk nog eens een volledig weekend Omen!!

Ik kijk er al tijden gigantisch naar uit, ik had mijn rol eigenlijk al sinds de zondagavond van het vorige weekend, en ik zie het volledig zitten. Alleen jammer dat Wolf een week of drie geleden afgehaakt heeft: hij ging meegaan, hij was ingeschreven en hij had ook al een rol, maar hij had er blijkbaar absoluut niet op gelet dat hij vier zware toetsen had vlak na dat weekend, die wel degelijk een impact hebben op zijn examenresultaten. Hmmm.

Fijn is ook dat het op het einde van een vakantie is: ik ben uitgerust, mijn rug doet het min of meer, en ik kan ook op een deftig uur vertrekken! Benny was hier tegen twee uur, net zoals een nieuw figurantje, en we waren dus op een comfortabel uur net over de Nederlandse grens, met een haalbare hoeveelheid file rond Antwerpen.

Ik hoop dat mijn lijf en mijn stem het uithouden dit weekend, maar ik weet wel dat het me gigantisch veel deugd zal doen. Ik speel namelijk een Golindische bard op de Westerlanden, waar de Mannheimers zich toch een minder arrogante houding zullen mogen aanmeten en waar ik hopelijk veel ga kunnen zingen. Ik heb mijn liedboek alvast mee en een aantal teksten geschreven.