Een overdaad aan wafels

Elk jaar organiseert Scouts Wondelgem, waar Kobe een bijzonder actief lid van is, een wafelbak. De leden gaan rond op zaterdag om bestelling op te nemen, op zondag worden de wafels ook effectief gebakken, verpakt en rondgedragen.

Alledrie de kinderen hebben beide nog gedaan, maar Kobe zit nu in zijn laatste jaar als lid en dan worden ze verondersteld ook effectief te bakken. Met van die grote puppy-ogen kwam hij een paar weken geleden vragen of ook onze garage mocht gebruikt worden als bakpost, maar dan eentje zonder leden die wafels kwamen ophalen, enkel puur een bakpost. Ik twijfelde, maar ging uiteindelijk akkoord, op voorwaarde dat hij dan de garage deftig ging opruimen.

Donderdag trok ik met hem nog naar het containerpark, vrijdag kwam Ralph al de hele garage onder een dikke plastiek leggen, had Kobe de werktafel uit het tuinhuis gesleept en werd ook die onder stevige plastiek gestoken. Ik vond dat een beetje overkill, tot ik ook effectief de immense hoeveelheid zag die ze gingen bakken. Kobe is deze morgen om kwart voor vier opgestaan, stond kwart na vier aan de scouts, en om vijf uur waren ze hier al met vier aan het bakken. Het deeg werd in grote emmers aangevoerd vanuit de scoutsterreinen, de gebakken wafels werden uitgespreid op draad om uit te dampen en werden dan opgehaald door de centrale in grote, propere wasmanden. Geen idee hoeveel wafels ze hier gebakken hebben, maar het waren er veel: ze hebben gebakken tot half acht ’s avonds met enkel een half uur pauze om te eten. En in totaal waren het er blijkbaar 12500. Yup.

Ons hele huis ruikt uiteraard naar wafels, en ik vermoed dat dat nog wel enige dagen zo zal blijven.

Kobe had dus ook een beamer geïnstalleerd die projecteerde op de binnenkant van de garagepoort, zodat ze zich niet hoefden te vervelen.

Respect voor die gasten, echt. Ik zou al lang zot geworden zijn, denk ik.

Resonantie

Mijn orthopedist, Wouter, is sinds een jaar of twee verhuisd naar een nieuwe praktijk: een gloednieuw, comfortabel gebouw met alles erop en eraan, en dus ook een wachtkamer. Alleen… in die wachtkamer hangt een zeer onaangename soortement echo. De ruimte is niet echt groot, maar zeker als je met een paar mensen aan het spreken bent, is de akoestiek ronduit slecht. Als in: storend.

Blijkbaar weet hij dat ook, want intussen is één wand bekleed met houten geluidsdempende latjes,  maar dat helpt blijkbaar niet echt. Half december ging ik met de kinderen bij hem langs en zaten we dus even met ons viertjes in die wachtzaal. En jawel, uiteraard was ook nu het geluid ambetant. En dan zie ik ook weer hoe onconventioneel vooral Kobe is: die gaat zitten, merkt de vreemde echo op, en begint meteen te brommen. Denk: het geluid van een didgeridoo, een lage bromtoon. En ja, meteen resoneert de hele kamer mee! Prompt begon ik mee te brommen, waardoor ook de resonantie sterker werd. Merel en Wolf keken even raar, maar begonnen dan ook mee te doen. Daar zaten we dus, met zijn vieren te brommen als een bende idioten. Maar meteen werd ook het probleem van de wachtzaal duidelijk: de resonantiefrequentie van de kamer lag blijkbaar op een toon die veel mannenstemmen automatisch gebruiken, maar waarmee je met een spreektoon sowieso in de buurt komt.

We probeerden eventjes een scala aan toonhoogtes uit, maar het was duidelijk: een lage toon, ergens in de buurt van een re, vermoed ik, deed de hele kamer resoneren.

Kobe en ik waren daar nog mee bezig toen Wouter ons kwam halen. En het zegt veel over hem dat hij eventjes zijn wenkbrauwen optrok toen ik zei dat zijn wachtzaal een resonantieprobleem had, maar daarna gewoon mee begon te doen. Hij ging zelfs op diverse punten in de ruimte staan om te luisteren en bromde heel eventjes mee. Hij had dus al geprobeerd het probleem aan te pakken maar dat was niet gelukt. Nu, ik weet ook niet hoe je een resonantie verandert: wellicht door de geluidsgolven op één of andere manier te breken, zeker? Een grote plant, een boekenplank hoog tegen een muur of zo? Enfin, dat is zijn probleem.

Maar ik vind het wel de max dat we zomaar, spontaan, het resonantiepunt van een ruimte hebben gevonden. We hebben dat ooit ergens in een wetenschappelijk entertainmentprogramma gezien en hebben dat toen geprobeerd in ons toilet, maar dat was toen niet gelukt.

Wijs, toch?

Noodgedwongen shoppen met Kobe

Als er iets is dat Kobe en ik allebei niet graag doen, dan is het wel shoppen. Maar soms moet dat nu eenmaal: hij moest namelijk een kostuum hebben voor de eindejaarsbals en dergelijke, en dat kan je niet online kopen, dat moet je echt passen.

Soit, wij nog even getwijfeld of we met de auto of met de fiets gingen gaan, maar tegen vijf uur zou het beginnen regenen, en dankzij de website van Stad Gent kan je altijd de ad hoc bezetting van de parkeergarages zien. Wij dus naar de Sint-Michiels met de auto.

Van daaruit ging het vlotjes doorheen de mensenmassa naar de WE, waar we een fijne verkoopster aanklampten bij de kostuums. De eerste broek en het eerste hemd waren meteen de juiste, bij de vest moest hij een tweede exemplaar passen, en dat was dat. Op nog geen kwartier had hij een kostuum, voilà. 210 euro samen, dat valt al bij al nog mee.

Bon, nu nog een zwarte baggy broek voor hem. Binnen en buiten in een veel te drukke Zara, idem in de Brooklyn, maar in de H&M viel het mee van drukte én vond hij een prima broek, meteen ook de juiste lengte. Niet in solden, uiteraard, maar ik ben al lang blij dat hij überhaupt een broek hééft.

Langs de Australian Icecream passeren is altijd riskant, en dus had ik een ijsje en hij een warme wafel mee, en daarmee wandelden we tot aan de Izy voor respectievelijk een Maple Chestnut koffie – veel te zoet – en een warme chocolademelk. We waaiden nog even de C&A binnen en vonden daar de perfecte “Rory Gilmore” trui voor Merel, alleen niet in de juiste maat. Die hebben we dan daarna thuis online besteld, ze stond te springen van blijdschap.

En toen deed Kobe me nog een immens plezier door samen met mij nog tot aan de achterkant van het Gravensteen te wandelen en daar een cache te loggen.

Al bij al een fijne, productieve middag gehad met mijn middelste zoon, en we hebben zelfs geen enkele keer ruzie gemaakt! Missie volledig geslaagd!

Rondje dokters met de kinderen

De examens zijn gedaan – voor Wolf was er gisteren de laatste les voor de blok begint – en dus was er tijd om langs enkele dokters te gaan. Ik moest voor mijn halfjaarlijkse controle bij de oogarts en nam meteen ook Merel mee, omdat het al vijf jaar geleden was dat haar ogen gecontroleerd waren. Wolf was er ook, want die moest zijn oogdruk laten controleren, omdat bij ons glaucoom zo sterk aanwezig is in de genen. Mijn ogen zijn stabiel, Wolfs ogen zijn perfect in orde, Merels bril was ook nog zoals het moet, maar haar oogdruk is net op de grens van te hoog. Verwonderlijk, want ze beginnen dat meestal pas te controleren vanaf 40, en niet wanneer je dertien bent. Maar Dr. De Valck wou toch even nakijken voor de zekerheid, en gelijk had ze. Nu, er is nog geen enkel probleem hoor, en het kan ook een momentopname geweest zijn. Ze wil Merel terugzien in januari, zodat ze opnieuw kan controleren. Enfin, blij dat we geweest zijn.

En ’s avonds zat ik met de drie mormels bij de orthopedist: Merel was aan nieuwe steunzolen toe wegens al lang geen nieuwe meer, Kobe heeft een rare verende manier van lopen en naar eigen zeggen platvoeten, en Wolf heeft vaak pijn in zijn ene been bij het lopen en is ervan overtuigd dat zijn ene been langer is dan het andere.

Na een kort intermezzo in de wachtkamer – waarover later meer – bekeek een geamuseerde Wouter hen alle drie. Merel heeft nog steeds licht x-benen en krijgt effectief nieuwe steunzolen, maar dat was alles. Bij Kobe is er inderdaad die licht verende tred, die kan veroorzaakt worden door een licht verschil in beenlengte, maar daar was hij niet zeker van. Hij wil zijn skelet laten scannen en op die manier uitmeten. Met steunzolen moet hij dus nog even wachten.

En Wolf? Ja, die heeft inderdaad een stevig verschil in beenlengte, zelfs ik kon dat duidelijk zien wanneer hij neerlag. Het maximum dat er kan bijgepast worden met steunzolen is 6 millimeter en dat krijgt hij dan ook. Het zou moeten helpen bij het lopen, maar daarnaast moet hij ook naar de kine om eventueel zijn bekkenstand te compenseren. Het juiste verschil heeft hij niet bepaald: dat is op zich ook niet relevant, want zolang het minder is dan drie centimeter, bestaat daar toch niet echt een behandeling voor. Pas vanaf drie centimeter verschil kunnen ze nogal ingrijpend te werk gaan, door zijn bot te breken en dat dan te laten toegroeien met extra botaanwas. Lijkt me vooral een zeer pijnlijk iets te zijn.

Enfin, ook hier was het dus echt wel nodig dat we gingen. En die scan voor Kobe, die moet ik nog regelen…

 

Altijd-onderweg-zoon

Véronique gebruikte destijds die bewoordingen om een van haar zonen te beschrijven, en tegenwoordig is dat perfect van toepassing op onze Kobe.

Net zestien geworden, maar eigenlijk nooit thuis. Hij zal de hele vakantie geen tien dagen thuis geweest zijn, denk ik, en dat begon eigenlijk zelfs al in juni. En het probleem is: ik kan hem niks weigeren omdat ik niet inzie waarom ik dat zou doen: hij kan maar deugd hebben van zijn leven, toch?

Na zijn examens, dus nog voor zijn rapport, is hij vier dagen gaan kamperen met zijn scoutsvrienden in de Ardennen. Vijftien dus nog, en hij moest me dus wel laten weten waar hij precies zat. De campings waren ook op voorhand geboekt, gelukkig maar.

Op donderdag kwam hij thuis, vrijdagvoormiddag moest hij nog op school zijn, en van school uit vertrok hij met de fiets naar het station, naar Werchter voor de Red Hot Chili Peppers. Pas tegen half vijf – het concert duurde lang, de trein liet op zich wachten, de rit duurde anderhalf uur, en toen moest hij nog fietsen – lag hij in zijn bed. Gelukkig kon hij de zaterdag wat bijslapen, want op zondag was er het lentefeest van Marne, en op maandag stond hij op het speelplein van Wippelgem. Dat doet hij als vakantiejob samen met zijn scoutsvrienden. Voor het geld hoeft hij het niet te doen: als vijftienjarige zonder brevet krijgt hij 15 euro per dag daarvoor. Zodra hij 16 wordt gaat het omhoog, en zodra hij ook zijn stage heeft gedaan, gaat het naar 35. En wanneer hij 18 is en hoofdleiding, is het een volwaardige job aan 12 euro per uur. Maar nu is het eigenlijk nog een combinatie van lol met de vrienden en een beetje extra zakgeld. Hij is er wel de hele week voor weg van half negen ’s morgens tot half zeven ’s avonds.

Dan was hij het weekend wel min of meer thuis, al is er altijd wel iets te doen; hangen in de tuin van Rhune of in de garage van Suzanne, of naar het Parkcafé of…

Op woensdag vertrok hij richting gewoon scoutskamp voor een week, om de donderdagmiddag thuis te komen. Vrijdag en zaterdag net genoeg tijd om alles te wassen en eventjes bij te slapen, op zondag was hij weer weg naar Zuid-Korea…

Daarvan is hij op een maandagnacht thuisgekomen, dinsdag heeft hij bijgeslapen, en woensdag, jawel, stond hij alweer op het speelplein. Als hij namelijk zijn stage nog deze vakantie wilde afwerken, moest hij wel, verklaarde hij. Ook de week van 21 augustus was een volledige speelpleinweek, met ’s avonds de nodige extra activiteiten, en in het weekend was er Woodrock waar hij enkele shifts draaide als toiletmadam.

En die laatste dagen van de vakantie kon hij zijn maten toch niet in de steek laten op het speelplein? Toch? Dus ja, ook morgen en overmorgen staat hij nog in Wippelgem.

Woensdag en donderdag zal hij thuis zijn. Denk ik. Hoop ik.

En dan begint de school weer en gaan we dat weg zijn grondig terugschroeven. Eerst moet hij bewijzen dat zijn Frans en zijn wiskunde wél goed kunnen zijn, en dan zien we wel weer…

Kobe, mijn altijd-onderweg-zoon. Benieuwd waar hij zal eindigen.

Hij is terug thuis!

Jawel, Kobe is vannacht aangekomen in Brussel! Wolf is hem om 0.30 uur of zoiets gaan ophalen aan het Atomium, en tegen de middag zagen we zijn warrige slaapkop ook hier boven water komen.

Hij is zongebruind, moe, vol fantastische verhalen en exotisch ruikend, zoals Wolf het noemde. Wellicht het andere eten, de andere kruiden, het andere klimaat, maar hij rook eventjes niet meer naar de oude Kobe.

De verhalen zullen er mondjesmaat wel uitkomen, denk ik. Hij heeft ervan genoten, maar vond het doodjammer dat de Koreaanse organisatie zo slecht was en dat ze zo weinig échte jamboree hebben gehad: de voorreis was oké, maar door het overstromen van het terrein – opgespoten, op de zee gewonnen terrein is misschien niet het meest ideale? – waren ze er een dag later, en na vijf dagen was er de evacuatie door de tyfoon. Daarna zaten ze terug in Seoel en was het contact met de andere scouts veel moeilijker, en er was ook geen kampgevoel meer. Tsja…

Hij heeft wel een massa andere tekens mee, een Duits hemd, een jas uit Hong-Kong, een hoop verschillende sjaals, en vooral een fantastische ervaring.

Ik ben vooral blij dat mijn nest momenteel weer helemaal gevuld is. Lang zal dat niet duren, dat weet ik, maar bon. Een mama moet nemen wat ze kan krijgen, toch?

En hoe is het nog met Kobe?

Awel, goed, zo blijkt!

Kobe zit dus in Zuid-Korea op de World Scouts Jamboree en in de media horen we alleen maar doom and gloom. Maar blijkbaar is dat ook een verhaal van: als het goed is, zwijgen we, als het slecht is, zeggen we het wel.

Kobe amuseert zich te pletter, zo merken we. Ja het is er heet, ja hij wordt ’s morgens badend in het zweet wakker, ja er is weinig schaduw, ja hij is die rijst kotsbeu, ja het is stom dat er een aantal activiteiten afgelast is wegens de warmte, ja er zijn nogal wat organisatorische problemen, ja een deel van het terrein staat onder water door de watersnood van vorige week, dat klopt allemaal.

Maar er is meer dan genoeg water voorhanden, hij heeft al kennis gemaakt met verschillende andere culturen zoals de Italianen en de Polen, hij slaapt al bij al redelijk goed, er is voldoende eten en vooral: hij amuseert zich en heeft er de tijd van zijn leven!

Zelf stuurt hij geen foto’s door – “de wifi is hier echt niet goed, mama!” – maar we krijgen wel foto’s binnen via de instagram van zijn unit en van andere Wondelgemse leden, en dus ga ik er hier enkele toevoegen. Gewoon, om een idee te geven. En op de laatste drie foto’s staat hij wel degelijk zelf.

Ik ben benieuwd naar de verhalen achteraf. En of hij veranderd zal zijn door zijn ervaring. En ik ga ook blij zijn als hij terug is, want het is best lang…

Zestien

Lieve lieve Kobe

wat moet ik toch met jou aanvangen? Je bent een superkerel die nu nog maar net zestien wordt, maar die wel al naar het zesde middelbaar gaat, en dat merken we. Soms ben je nog echt onvolwassen, een echt kind, en dan realiseren we ons dat je nog altijd vijftien was. Op andere momenten kan je heel volwassen uit de hoek komen, en je gaat ook om met vrienden die naar het zesde gaan, die dus een jaartje (of zelfs meer) ouder zijn dan jij. Dat leidt soms tot moeilijke situaties…

Verder word je alleen nog maar erger in je verstrooidheid en je klungeligheid en je slordigheid. Ik weet niet aan hoeveel fietssloten we intussen zitten waarvan jij de sleutel bent kwijtgeraakt. En de staat van jouw dikke map die je meeneemt naar school en waarin al je vakken zitten, daar wil ik het niet eens over hebben. Serieus liefje, soms word ik tureluur van jou. Je hebt namelijk zo ongelofelijk veel potentieel en dat laat je ook regelmatig zien. Aan de andere kant ben je nog steeds een gigantische onderpresteerder, met zelfs een stevige buis voor Frans op je laatste examen tot gevolg. Tsja, je bouwt een steeds grotere achterstand op, liefje, en op een bepaald moment lukt het niet meer natuurlijk.

Ook je leerkracht wiskunde heeft soms goesting om je examen naar je kop te smijten, en ik snap haar volledig. Je haalt je punten op oefeningen, niet op theorie, en blijkbaar had je een bepaald stuk van je examen zelfs blanco gelaten. Maar dan doe je – verplicht – mee aan de wiskunde olympiade, stekt zij jou bij je nekvel wanneer je wil afgeven, doet jou nog een uur verder werken, en dan haal je zomaar eventjes de tweede ronde. Aan hersens ontbreekt het je alvast niet, ik heb alleen de indruk dat je de gebruiksaanwijzing nog niet hebt gevonden.

En toch, liefje, word ik van niemand ter wereld zo vrolijk als van jou. Het optimisme, de goedlachsheid, de vrolijkheid die jij kan uitstralen, daar staat geen maat op! We weten hier ook meteen wanneer je wakker bent (en er niemand anders meer slaapt): dan horen we de Peppers of de Foos door het hele huis schallen, deels door je boxen, deels door jouw stemgeluid. Je staat dan zelfs in je onderbroek te dansen en gekke bekken te trekken. Wanneer jij lacht, liefje, klaart meteen de hele hemel op en breekt de zon door. Ik mag nog slecht gezind zijn, wanneer jij bij mij komt zingen en dansen, is dat gewoon onweerstaanbaar.

Wij, wij zijn twee gelijke, Kobe. Van mezelf ben ik stilaan zeker dat ik ADHD heb – of toch tenminste AHD – en ik heb sterke vermoedens dat dat ook voor jou geldt. Moeten we dat laten attesteren? Goh, dat weet ik nog zo niet: ik zou niet willen dat je het als excuus voor je idiotieën gebruikt. Want dat je nog stommiteiten gaat uitsteken, daar ben ik zeker van. Je beleeft momenteel de zomer van je leven, denk ik: na de examens vier dagen gaan kamperen met je maten, dan het concert van de Peppers op Werchter, daarna het speelplein, een week gewoon scoutskamp, 23 dagen jamboree, dan opnieuw speelplein, en tussendoor spreek je ook nog regelmatig af met je vrienden om samen iets te doen. Het gamen schiet er zelfs een beetje bij in. En telkens hou ik een beetje mijn hart vast: wat ga je nu weer tegenkomen? Sleutel verliezen? Je eigen alcoholdrempel lichtelijk overschatten? Ergens tegenlopen/fietsen/knallen? Nog maar eens een broek in je fietsketting laten draaien? Je gloednieuwe rugzak bij het wafels rondbrengen tegen een gevel laten staan? Je laptop nog maar eens vergeten? Of stomweg je boterhammen? Op dinsdag begon het stilaan een gewoonte te worden dat ik Levi jouw boterhamdoos overhandigde om elf uur…

Serieus, Kobe. Soms zou het fijn zijn mocht je het leven een beetje ernstiger nemen. Tegelijk: word maar niet te ernstig, jouw levensvreugde maakt je omgeving zo veel mooier… God schiep de dag en Kobe danste erdoor.

We zijn twee gelijke, Kobe. En dat is de reden waarom ik soms zo ongelofelijk boos kan zijn op jou, maar tegelijk ook waarom ik je zo hard begrijp én je zo verschrikkelijk graag zie.

Blijf vooral altijd mijn Kobe. Ik zie je graag, liefje.