Bar Bask

Bart wilde eigenlijk al heel erg lang hier eens gaan eten: we hadden ooit een reservatie, maar toen bleek ik iets niet mijn agenda gezet te hebben en ging het dus niet door. En een reservatie vast krijgen blijkt dus niet evident te zijn, want nog steeds is dit restaurant aan het begin van de Brusselsesteenweg bijzonder hip en populair.

Was het daarmee misschien dat onze verwachtingen wat te hoog gespannen waren? Geen idee…

Wat wij vooral vaststelden, is dat het er druk en luid is, dat je er lang moet wachten op je eten – als ze je al niet vergeten, zoals bij de uitleg over het menu of het brengen van het water – en dat het er behoorlijk duur is voor wat je krijgt.

Ik bedoel maar: een grote lap perfect gebakken maar lauw vlees – bleu chaud is in mijn ogen toch op zijn minst warm, indien het niet heet is – voor honderd euro voor twee personen? Voor aardappelen (7.60 €) of een slaatje (3.80 €) betaal je immers nog bij. En eerlijk? Ik heb al beter vlees gegeten voor veel minder geld. Het was niet bepaald Wagyubeef… Twee langoustines, gewoon gegrilld zonder verdere bereiding, kost je 20 euro, 10 euro per beestje dus. De mergpijp met geroosterd brood (15.90 €) was dan weer uitmuntend, maar dat heeft dan ook niet echt een bereiding nodig. En voor water van de pomp betaal je vier euro per persoon, maar dat moet je blijkbaar wel een paar keer vragen.

Resultaat was dat we ook geen dessert hebben genomen, om eerlijk te zijn. Het hoefde voor ons niet meer. We deelden in feite allebei dezelfde mening: we bleven op onze figuurlijke honger zitten, we hadden echt beter verwacht. Misschien zijn we ondertussen wat blasé geworden door alle sterrenrestaurants, maar voor 185 euro voor aperitief, voorgerecht en hoofdgerecht, met water, mocht het wel wat meer zijn.

En iets zegt me dat we deze Bar Bask ook niet meteen een herkansing zullen geven. Het zal er de volgende keer, zolang het zo gehypet blijft, niet minder druk, minder luid of minder duur op geworden zijn. Als ik het vergelijk met pakweg de 125, dan weet ik wat ik moet kiezen, en dat voor de helft van de prijs. Tsja.

Shoppen…

Merel en ik moesten dringend gaan shoppen, en we doen dat dus allebei niet graag… Maar volgende week gaat ze een week op zeeklas en ze moest dringend nog een paar extra dingen hebben, zoals schoenen die niet uit elkaar vallen… Ze wist welke ze wou – exact dezelfde Nikes die ze gekregen had voor haar lentefeest en sindsdien quasi ononderbroken had gedragen – maar wilde ze niet online bestellen, want met haar steunzolen kon het best zijn dat ze een maat groter nodig had. Oh, en een extra broek ware ook fijn geweest, zei ze.

Bon, wij dus op deze druilerige zaterdag naar ’t stad, maar ik had me stevig misrekend in de drukte: de parkings waren zo goed als allemaal volzet. Aan de Poel draaiden we dus ons kar en reden richting de Kouter, maar aan de Papegaaistraat vonden we alsnog een plekje. Een stevige wandeling, maar bon. Wij dus de Snipes binnen, en jawel, de juiste schoenen in de juiste maat. En dan was het winkel in – winkel uit, meestal aan sneltempo, omdat we nogal goed wisten wat we wilden. In de H&M haalde ze een prachtige strik (op een speld) in de stijl van Gracie Abrams, en daar vonden we ook een nieuwe groene broek voor Kobe.

Verder kreeg ze nog een soortement yogabroek uit de C&A, en gingen we uiteindelijk nog in de Izy een koffie drinken. Verschoning, niet zomaar een koffie, maar een Pumpkin Spice Latte, een PSL. En toen schoten we gigantisch in de lach, want toen waren we echt wel twee Middle class White Bitches die gaan Shoppen en PSL drinken. Het ergste was nog dat er naast ons een roedel dames zat van in de dertig, met hippe maar comfortabele kleding, de designer handtas schuin over de borst, op sneakers. Helemaal het stereotype, en wij lagen strijk.

Maar toen moesten we wel nog terug naar de auto. In het passeren sprongen we nog binnen in de Dille en Kamille die ze nog niet kende en waar ze helemaal weg van was. We vonden er nota bene nog enkele cadeautjes voor Barts verjaardag over een paar weken, en waren helemaal opgetogen.

Zere voeten, maar gelukkig wel met de spullen die we zochten. Zo moet dat.

Gaïsha in concert

Toen de Cultuurcel dit concert van Gaïsha aankondigde, schreef ik me meteen in, zonder achtergrondkennis. Ik vertrouw mijn collega’s daarin: als ze iets kiezen, zal dat wel oké zijn. Ik wist dan ook absoluut niet wat ik moest verwachten, daar in de Centrale. Toen we daar toekwamen tegen acht uur, was er amper vijf man en een paardenkop, maar bleken er ook geen stoelen te zijn. Ach ja… Er waren een soortement lage podia aan de zijkant, zo’n meter breed, waar je op kon gaan zitten. Alleen waren die al volzet, maar iemand van de zaal kwam vragen of ze nog wat plaats voor mij konden maken, omdat een fijne collega een stoel voor me was gaan vragen. Ik verzeilde naast een zeer sympathiek koppel waarmee ik alras een gesprek begon, zij fervente concertgangers bleken met een zoon in het vierde jaar Latijn van het GO! atheneum Gentbrugge, en we elkaar uiteindelijk gewoon ook trakteerden op een drankje.

En het concert? Euh, verbluffend goed, mag ik stellen. Zangeres Aïsha Haskal omringt zich met een schare rasmuzikanten om zo’n een staalkaart aan genres te brengen, telkens met haar typisch oosterse zangstijl, al kan en wil ze haar rapverleden niet verbergen, zoals ze zelf zei. Wat een stem, wat een energie, wat een positiviteit! Het concert ging van typisch Marokkaanse muziek over een Grieks treurlied naar een Frans-Arabische funky song in de stijl van Serge Gainsbourg, tot zelfs reggae en pure rock’n’roll. De meeste nummers waren in het Marokkaans, maar ook veel Frans, Nieuwgrieks, Italiaans, enfin, alle mogelijke talen en culturen kwamen aan bod, maar vrijwel altijd met een funky sausje.

Ik heb het grootste deel van de avond gezeten – de rug wil niet echt mee de laatste tijd –  maar op een bepaald moment ben ik toch gaan dansen: de muziek was té aanstekelijk en de beweging deed mijn rug echt wel goed.

Samengevat: een zeer fijne avond met rasartiesten en een klassezangeres. Mochten ze ergens bij u in de buurt optreden: een aanrader.

Izy

Bart heeft enkele jaren geleden geïnvesteerd in Izy, een koffiehuis dat intussen is uitgegroeid tot een reeks koffiehuizen. De naam komt van Izegem, want de oprichter begon met een rijdende koffiebar ginder onder een brug. Intussen zijn het bijzonder hippe adresjes in de meeste Vlaamse steden – 13 vestigingen intussen – met twee adressen in Gent: eentje op de hoek van de Plateaustraat, waar vroeger de Illy koffie zat, en eentje op de hoek van de Groentemarkt en de Lange Munt. En hip als in: geen koemelk, alleen plantaardig; alle rare soorten koffie, zoals onder andere Pumpkin Spice Latte; en verdomd duur. Zo’n PSL kost maar liefst 7 euro, een gewone latte macchiato 5 euro. Maar je hebt er wel een zeer fijne locatie voor, en het is er goed zitten, heb ik vandaag ontdekt.

Ik blijf standaard in de Labath zitten, mijn vaste stekje als ik op Merel moet wachten. Maar vorig jaar was dat enkel op donderdag, tussen vijf en zes, want op woensdag had ze les van half vier tot zes, en dan is het wel al eens de moeite om terug naar huis te rijden. Ze had toneel op school tot drie uur: ik pikte haar daar op, zette haar af aan de Poel, reed naar huis, en ging haar weer ophalen om zes uur.

Dit jaar heeft ze ook op woensdag les van vijf tot zes, en op dat uur is het complete onzin om naar huis te rijden en terug, want dan ben ik amper een kwartiertje of zo thuis. Op woensdag ga ik nu dus in de Labath zitten, op donderdag heeft Bart als investeerder een Izy-kaart, waardoor je enkel op donderdag één koffie gratis krijgt. Ahaa! Perfect dus voor de blokfluitles. Ik spring ervoor even binnen in de Hema of de C&A of wat ik ook nodig heb, en ga dan een koffie drinken.

En dan raak je blijkbaar ook in gesprek met oudere, cello-spelende Amerikanen die in Gent in een herenhuis wonen maar de term niet kennen, en ook het woord gentry niet, wanneer je hen dat probeert uit te leggen.

Soit, die Izy, daar gaan ze me nog zien, denk ik dan.