Odi et amo

Elk jaar doe ik mijn leerlingen van het vijfde jaar een eigen vertaling/bewerking maken van mijn favoriete gedicht. Elk jaar zitten er een paar pareltjes tussen, en elk jaar post ik ze op Valentijn op de schoolwebsite. Deze keer sloeg ik ook bijna achterover: Nederlandse vertalingen, maar ook Engels, Frans, Turks, Spaans, en zelfs Koreaans en Japans, en dat laatste van een gewoon Vlaams meisje dat nogal fan is van anime en dergelijke, en zichzelf die talen heeft aangeleerd. Amai.

Ik geef er u hier een paar mee, gewoon omdat het kan. Maar met eerst de originele tekst, en dan mijn vertaling.

Odi et amo. Quare id faciam, fortasse requiris.
    Nescio, sed fieri sentio, et excrucior.

    Catullus carmen 85

Ik haat en ik heb lief. Waarom ik dat doe, vraag je misschien.
Ik weet het niet, maar ik voel dat het zo is, en ik ga eraan kapot.

 

Ik haat en ik hou.
Ik haat jou…
Maar ik hou ook,
Hou me vast,
aan het feit dat ik van je hou…
Waarom?
Waarom…
Ik weet het niet.
Het verscheurt me,
Sleurt mijn pompend hart uit mijn lichaam,
Als een wild beest…
De haat.
Nee!
NEE!
Stop!! Stop!
STOP!!!
Alsjeblieft…
Het maakt me kapot,
… Jij maakt me kapot…
Jij.
Ik zie je graag
Ik ga hier aan kapot.
Ik ga kapot!
Ik haat je…

(Loïs Heirman)

(Kato Marynissen)

Druppels van
Zowel Haat als Liefde
Vloeien voort in mij als een rusteloze
Zee

Het Verlangen
Om een trein te nemen
Die nooit is genomen door mij
Rijden

Het Lijden
Als een eindeloos refrein
Tot wijzers mijn lied in stukken slaan
klok

(Jemma Vercruysse)

Sevmiyorum ve seviyorum , Neden mi bunu yapiyorum?
Bilmiyorum, ama acitiyor ve hissediyorum.

(Muhammed Benli)

(Tomas Sidelka)

난 니가 증오해, 난 니가 사랑해. 정말 왜? 나도 몰라.

나도 몰라, 근데 난 느낄 수있어. 넌 날 죽이고있어.

Anata ga daikirai demo anata ga daisuki. Demo sore wa naze?

Hontoni shiranai.  Shikashi kono kanjou wa itai.

(Floor Meesen)

La haine et l’amour.

Pourquoi? tu te demandes toujours.

Je ne le sais pas,

mais c’en est fait de moi,

et ça m’emballe…

(Eline Roelandt)

S.M.A.K.: een zalige avond!

Mijn dag was zalig rustig begonnen: opstaan om negen uur, douchke, met Wolf richting de Poel, en dan een uurtje zalig zitten lezen in Café Labath met een croissant en een koffie. Aansluitend reden we naar het rugbyveld, en aanvankelijk was ik nog aan het twijfelen of ik wel ging blijven voor de match, maar het was zo’n zalig weertje… En toen bleek zowel Gwen met de meisjes, als haar zus Rinske, dier echtgenoot Thomas en hun kinderen er ook nog te zijn. Een en ander resulteerde in een zeer fijne, lenteachtige dag, waarbij Wolfs team ook nog eens de tegenstander een pandoering gaf: 69-15. Booya!

Thuis was het helaas anders: Bart had wel al boodschappen gedaan en zo, maar voelde zich allesbehalve in orde. Griep, vermoed ik. Hij had gekookt, maar was daarna prompt in de zetel gaan liggen. En onze date ’s avonds, waar ik zo naar uit had gekeken en wat een van de redenen was dat ik gisterenavond ook niet meer naar dat feestje ben gegaan, viel in het water. Balen!

Ik liet Dirk weten – de avond was gepland met de partners van Wijs, 14 man in totaal – dat Bart ziek was, en dat ik er zo naar uit had gekeken om eerst de rondleiding in het museum te krijgen, en dan daar te dineren. Bleek, na wat heen-en-weergemail, dat ook Ilse niet mee kon, en dat Dirk het volledig zag zitten om mij te chaperonneren. Dik in orde!

Ik trok een schoon kleedje aan, wreef wat schmink op mijn toot, wierp een kushandje naar mijn slapende echtgenoot, en reed naar het S.M.A.K.

Daar kregen we zowel van James Welling – fotokunstenaar – een uitleg rond zijn tentoonstelling ‘Metamorphosis’ als een toelichting van Wilfried Huet bij de overzichtstentoonstelling bij het laatste nummer van kunsttijdschrift Gagarin.

Aansluitend was er, zoals altijd, het diner. Dirk had helaas het aantal van de gasten verkeerd doorgegeven, waardoor wij twee niet meer aan de tafel bij de rest van de groep konden zitten, en dan maar samen aan een andere tafel plaats namen. Dat resulteerde in een bijzonder aangename kennismaking met mijn buurman, een 59jarige kunstliefhebber met blijkbaar een hoge functie bij ING, en diens vrouw. We hebben de ganse avond zitten kletsen over de meest uiteenlopende onderwerpen, soms in ’t plat Gents, en ik heb me echt de max geamuseerd.

Echt, een bijzonder, bijzonder aangename avond. Bedankt, Dirk!

Oorlog en Terpentijn

De leesclub van school had dit boek van Stefan Hertmans uitgekozen, anders was ik er wellicht nooit toe gekomen om het te lezen. En ik zou het bijna onmiddellijk een tweede keer willen lezen.

Magistraal.

Echt. Tranen in de ogen, meermaals. Ik mocht het niet echt neerleggen wegens te lezen op een dag of vijf – ik en deadlines, weet u wel – maar ik had ook geen zin om het neer te leggen, om eerlijk te zijn.

Wat. Een. Boek.

Zowel naar stijl – ik hou van die geëlaboreerde zinnen, van die rijke woordenschat, van die prachtige perioden – als naar inhoud: het Gent van mijn eigen grootouders, eigenlijk. Zij woonden wel niet in Gent en waren iets jonger, maar toch. En dan de beschrijving van de Oorlog. Heel rustig, niet dramatiserend, niet uit op goedkope emotie, maar bijna afstandelijk, en net daardoor zo immens pakkend.

Ik ga het aan ons pa cadeau doen. En als u het nog niet gelezen heeft: doen. Al was het het enige boek dat u leest in 2017.

De bespreking van de leesclub vindt u hier.

Let my love be heard.

Dit. Dit is eigenlijk de reden waarom ik in een koor zing. Om dit soort dingen te zingen.
Dank u Steve, ik kreeg er kippenvel van tijdens het zingen. En respect voor Furiant, ik had het niet gekund.

 

Lectuur

Intussen snap ik niet meer hoe ik al die jaren niet kon lezen. Als in: geen enkel boek, wegens andere dingen, zoals tv kijken of achter mijn PC zitten.

Ik zit nog vaak achter mijn PC (verslaving, weetuwel) maar ik kijk niet echt veel tv meer. En ik ben dus al een paar jaar opnieuw aan het lezen. In september schreef ik het ook al eens, maar intussen heb ik ook alweer serieus wat verder gelezen.

Er waren niet vier, maar wel acht boeken van Colleen McCullough in de Masters of Rome reeks (nog steeds elk een flinke 1000 bladzijden), en daarvan heb ik er nu zeven uit. Enfin, nog een paar bladzijden van The October Horse, en ik ben er. Het achtste ligt al naar me te lonken. Figuurlijk dan, want het staat op mijn Kindle.

Maar eerst is er volgende week leesclub van de school, en daarvoor moet ik nog “Oorlog en Terpentijn” van Stefan Hertmans lezen. Een boek met ongelofelijk lovende kritieken en verschillende prijzen. Het zal me benieuwen, want hoe verzot ik ook ben op mijn eigen taal, er zijn weinig Nederlandstalige boeken waarvan ik onder de indruk ben.

Ik hou u op de hoogte :-p

tToneel: Binnenste Buiten

Schooltoneel.

Ik hou niet van het woord, ik vind het op zich al een negatieve bijklank hebben. Het doet me denken aan stoffige turnzalen met een amper gebruikt podium en dus nog stoffiger coulissen. Een zaal vol enthousiaste ouders wier kind schoon kind is. Ik denk aan een klungelig in elkaar gestoken voorstelling, met kinderen wier acteerniveau dat van de gemiddelde sanseveria benadert, met pakjes die in elkaar gestoken zijn door liefhebbende en behulpzame oma’s. Ik denk aan een zingende selder, quoi.

Het hoeft gelukkig niet altijd zo te zijn. Ik ben dan ook enorm opgelucht dat op mijn school het woord ‘schooltoneel’ eerder een vorm van kwaliteitsvol jongerentoneel is. En de voorstelling die ze er afgelopen twee weken vijf keer gespeeld hebben, kan gerust naast om het even welk ander jongerentoneel staan, dat subsidies krijgt en meedraait in het reguliere circuit.

Het bijzondere aan tToneel, de groep van het Atheneum Mariakerke, is dat ze zo ongelofelijk democratisch zijn. Iedereen van de leerlingen die wil, mag meedoen. Geen audities, geen leeftijdsbeperking, geen beperking van het aantal acteurs, nee. Dat resulteerde dit jaar in een groep van vijftig leerlingen, van twaalf tot twintig jaar, die elke woensdagnamiddag en de helft van de kerstvakantie aan het repeteren sloegen.

Kan je een stuk vinden voor een dergelijke groep? Niet echt. Is dat erg? Al helemaal niet: het stuk moet organisch groeien, en komt uit henzelf. Dit jaar ging het over de speelplaats, en hoe iedereen daar toch met zijn eigen gedachten bezig is, met zijn eigen problemen, en hoe moeilijk het soms is om beslissingen te nemen en keuzes te maken.

Ik moet zeggen, ik vond het stuk écht goed. Serieus.

Ik heb er een bespreking voor geschreven, voor de schoolwebsite. Die kan je hier lezen. En chapeau voor de leerlingen. Echt waar.

Design Museum

Mijn kinderen zijn van het soort dat graag naar musea gaat. Op voorwaarde dan dat het niet te lang duurt, en dat er ook voor kinderen iets te doen valt.

In het Design Museum loopt weer een nieuwe tentoonstelling, en dus zijn ook de Playmobilfiguurtjes opnieuw opgesteld. Het doet de kinderen rondlopen, zoeken en kijken, en intussen kan je als volwassene ook rustig rondkijken.

De tentoonstelling op het gelijkvloers en de eerste verdieping is Hands on Design, waarbij je ook een inkijk krijgt in de ateliers en het productieproces, gaande van een handtas, een baksteen, een keramieken lampenvoet tot een kano. Bijzonder interessant!

Boven staat dan een overzicht van vooral stoelen, al is die term wat te beperkt, met als centrale figuur Maarten Van Severen. Ook heel knap, maar die had ik al gezien.

Beneden staat er een apart project met een monumentale zetel waar je zonder schoenen in mag, en dat moest je tegen de onze geen twee keer zeggen.

Eerst waren we in Sint-Amandsberg een step voor Kobe gaan oppikken via Freecycle, zodat ze kunnen stoppen met bekvechten over die step hier. Daarna waren we in dezelfde straat als eerder deze week geparkeerd, en kostte me dat liefst 10 euro voor drie uur. Ja slaapwel!

We repten ons naar de Pizza Hut, en genoten er van het pizzabuffet. Altijd een voltreffer, hier. Van daaruit liepen we dus naar het Designmuseum, waar we amper een goed uur binnen waren, eigenlijk, maar dat maakt niet uit. De kinderen en ik vonden het heerlijk.

We slenterden doorheen de kerstmarkt, probeerden tevergeefs ergens de cadeaubon voor de Uitpas in te wisselen voor een echt exemplaar, en liepen de Sint-Niklaaskerk binnen, alwaar we een stapje verder geraakten in de geniale geocachepuzzel Heilig Bonus. Nu moet ik me nog even aan het puzzelen zetten, en hopelijk vind ik dan de cache!

We wandelden verder, en passeerden een kraam met gestreken mastellen, waar blijkbaar een oudleerlinge stond. We namen vier ongestreken exemplaren mee, en ik streek ze dan maar hier thuis, met een stevige kluit boter en een schep suiker.

Tegen half vier waren we thuis, hadden nog een vrij lange namiddag over, en hadden toch alweer een gevulde dag gehad. Zalig toch, vakantie?