Goed gevulde dag

Yup, het was me het dagje wel, ja. Om tien uur zat ik al in de auto, op weg naar Oostende. De man van een van onze koorleden was overleden en werd er vandaag begraven. Aangezien ik toch om twee uur in De Haan moest zijn, kon ik evengoed naar de begrafenis gaan, toch?

Ik had gedacht om er om twaalf uur weer buiten te zijn, snel een croque of zo te eten, en nog wat te cachen. Alleen, de dienst duurde net iets langer, en ik was uiteraard ook niet de enige van ons koor. We zijn dan samen iets gaan eten, en dat duurde ook allemaal wat langer, zodat ik na het eten eigenlijk snel weggevlucht ben om pas tegen kwart over twee bij Wolf te staan. Tsja…

Ik had hem gemist, mijn grote zoon, en het deed deugd om samen in de auto te zitten en te praten, dat uurtje onderweg naar huis.

Thuis bleek dat ook de andere twee hem intens hadden gemist: op een bepaald moment had Wolf zich in de zetel gezet, en binnen de paar seconden zaten de andere twee elk in een arm genesteld, en waren ze zelfs allebei zachtjes aan het huilen omdat ze zo blij waren dat hij terug was. Ach, het zal wel wennen, maar ik ga toch ook blij zijn als hij weer definitief thuis zal zijn, mijn maatje.

Tegen zes uur kwamen hier dan drie tienjarigen toe: Kobe kreeg ein-de-lijk zijn verjaardagsfeestje. Van juli 2016 én juli 2017, jawel. Om een of andere reden was het er nooit van gekomen dat te organiseren, en het is niet alsof hij er zo veel achter zat… Enfin, Rhune, Tiago en Nathan amuseerden zich eerst nog wat in de tuin met het boogschieten en dergelijke, en daarna waren er – traditiegetrouw – croques monsieur.

Daarna ben ik er vanonder gemuisd, terwijl Bart de jongens boven installeerde voor een FortNite avondje. Ze hebben ervan genoten, heb ik de indruk.

Zelf reed ik naar Destelbergen, want daar was de boekvoorstelling van Ganda 3: Triskelion. Dat is het derde boek van Dirk Willaert waar ik een paar maanden aan een stuk aan zitten verbeteren heb, maar daarover zal ik later nog wel eens schrijven. In een kleine kunstgalerij was een hoop volk verzameld, deed Dirk uiteraard zijn uitleg, las ik een stuk voor, las iemand anders nog een stuk voor, pleegde de dorpsdichter van Destelbergen een gedicht over de inhoud van het boek, en was het al bij al dik in orde.

Zo rond tien uur was ik weer thuis na nog een paar schemercaches, nog op tijd om de jongens boven te zien spelen. Tegen half elf besloten ze zelf dat het welletjes was en kropen ze in bed, met zijn vieren in de twee tweepersoonsbedden op Wolfs kamer. Toen ik om half twaalf ging slapen, heb ik ze tot slapen aangemaand. Helaas…

Om half vier ben ik dan nog maar eens opgestaan en heb drie gsms afgepakt, terwijl Kobe netjes lag te snurken, jawel.

 

Dagje stad

Het zijn de laatste dagen van de tentoonstelling “Hello Robot” in het Design Museum, dus als we wilden gaan, moesten we dat nu doen.
Wolf werd op zijn uitdrukkelijke vraag gedropt bij een maatje in Belzele, zodat Kobe, Merel en ik vrij en vrolijk de stad in konden, en maar rekening moesten houden met één kapotte rug in plaats van twee.

We parkeerden in de Ramen, wandelden naar het museum, keken, lazen, bestudeerden en namen een selfie met R2D2. Ha ja, ge zijt nerd of ge zijt het niet :-p

Daarna gingen we een ijsje halen: traditie is nu eenmaal traditie.

We hadden nog tijd en een klein beetje energie over, en dus gingen we in de C&A twee kleedjes kopen voor Merel (voor Kobes lentefeest), zochten nog naar een mooie pull voor hem, haalden een Uitpas, keken nog rond in de H&M, de Hema, en besloten toen dat het welletjes was, en tijd voor een koffie, respectievelijk appelsap en warme chocomelk in de Labath.

Fijne dag, daar niet van, maar wel moordend voor de rug. Bon, ik heb vanavond geen plannen meer, ik blijf wel liggen dan.

Gerhard Richter

Ik heb het hier nog al gezegd: mijn beste cadeautje van GIFT Gent ooit was Véronique: een zalige, echt zalige madame!

Vrijdag gingen we nog samen naar toneel, en toen stelden we vast dat we geen van beide al de tentoonstelling van Gerhard Richter in het S.M.A.K. hadden gezien. Meteen hadden we een date, want erg lang loopt die niet meer. Deze middag stond ik dus iets over half een aan het STAM. Hoezo, het was toch SMAK? Mja, maar we moesten wel eerst nog zien te eten, en daar was het STAMcafé dan weer prima voor geschikt. Onderweg genoot ik trouwens van de prachtige beelden die ik met de auto nooit zie. Die Bijloke is toch een prachtige site…

Enfin, na het eten vertrokken we richting S.M.A.K., en genoten er echt wel van de tentoonstelling van Richter. Die man is zowat van alle markten thuis, respect!

En toen was er nog koffie met taart, jawel. Zalig gewoon.

27752511_1799418510102738_3984540256676135299_n

Veel beter dan dit worden ze niet, de dagen.

Claus

Toen een vriendin me vroeg of ik vanavond mee wilde naar de voorstelling ‘Claus’ in Tinnenpot, hoefde ik geen moment na te denken: uiteraard! Ik vind het Tinnenpot een bijzonder charmant theater, ik heb het wel voor de teksten van Hugo Claus, en ik zie Guido Vanderauwera best wel graag spelen.

Zij kwam met de dochter langs om pannenkoeken te eten, die installeerde zich daarna in de zetel bij mijn kinderen, en wij trokken ’t stad in. Tram was wegens de pijnlijke rug geen optie, maar we vonden, ondanks het lichtfestival, toch bijzonder vlot een plekje, oef.

IMG_1481

De enscenering – regie van Decaluwé, overigens – is eenvoudig maar bijzonder doeltreffend: een bank met boeken, een tapijt, een lezenaar, en centraal een beeldscherm met daarachter een projectiescherm. Vanderauwera brengt de monoloog heel sober: hijzelf speelt de figuur Claus die episodes uit zijn leven vertelt aan de hand van zijn verschillende vrouwen. Tussendoor leest hij zelf authentieke teksten van Hugo Claus voor – duidelijk te herkennen omdat hij dan aan de lezenaar staat. Regelmatig worden er ook gedichten die Hugo Claus zelf voorlas afgespeeld, terwijl de tekst geprojecteerd wordt. Of luister je naar de liederen van Kitty Courbois, Lisbeth List en anderen die de teksten van Claus zingen.

Ik kende  de teksten van Claus eigenlijk niet zo goed, maar echt, die man heeft pakkende, beklijvende dingen geschreven. Mooi, raak, to the point, soms scabreus. Ook dat maakt deel uit van de figuur Claus die jong was in de jaren ’60. Helaas maakte ook zijn rookverslaving deel uit van zijn persoonlijkheid, maar dat was nu niet echt een aspect waarmee ik graag wilde geconfronteerd worden. Een rokende acteur op scene had voor mij echt niet gehoeven, hoe kenmerkend dat ook was: ik had aan de teksten en het spel meer dan genoeg.

Laat me het zo samenvatten: deze voorstelling heeft me zin gegeven om in de bibliotheek een bundel van Claus te ontlenen en die langzaam te savoureren. Een aanrader voor wie van de teksten van Hugo Claus houdt of er graag kennis mee wil maken. Jawel.

De voorstelling speelt nog op 10 februari en 16/17 maart, in Tinnenpot.

 

Concert!

Ik had het niet verwacht, maar toen ik vanmorgen opstond, was mijn rug eigenlijk in prima staat. Des te beter, want om kwart over negen was ik al de deur uit, om om 11.00 uur ons concert te kunnen zingen. De opkomst was behoorlijk, het concert zelf ook, als we de reacties mogen geloven.

(klikken op bovenstaande foto om bij het filmpje uit te komen)

Daarna waren we bijna onmiddellijk weg, want Bart had een tafel gereserveerd in de Cassis op de Vrijdagmarkt. Niet goedkoop, maar wel heel lekker! En grote porties: ons pa had nog een ganse portie varkenswangetjes mee naar huis, en de desserts – en we hadden niet eens een voorgerecht genomen – kregen we niet eens volledig op. Stel u voor…

Alleen… naast ons viel plots een mijnheer flauw. Hij was gewoon ineengezakt op zijn stoel, en zijn vrouw begon bijna te panikeren. Met behulp van een paar mensen van een andere tafel heeft Bart hem neergelegd, en toen is de ambulance gekomen. Gewoon een vagale syncope, maar het was de allereerste keer dat hij dat tegenkwam, ze hebben hem voor het zekerste toch maar naar het ziekenhuis gebracht. Doet toch maar raar…

Al het mannenvolk is daarna naar huis gereden, terwijl Merel en ik nog een klein wandelingetje doorheen Gent maakten: via de Langemunt en de Donkersteeg naar de Mammelokker (om daar een virtuele geocache te loggen) en terug via het stadhuis en het grafittistraatje. Dat leverde eigenlijk nog wel best een paar fijne foto’s op.