Terugblik

Nee, 2016, ik had je liever niet gekend. Sorry daarvoor, maar zo is het nu eenmaal. Ik dacht al dat 2015 een dieptepunt was, maar toen kende ik jou nog niet.

Waarom, hoor ik je vragen?

Hmm. Moet die vraag echt gesteld worden?

Jij was het jaar waarin ik mijn ma verloor. Mijn ma, mijn allerliefste vriendin. Half mei moest ik afscheid nemen van haar, en ik was daar nog niet klaar voor. Niet klaar als in: niemand is daar ooit klaar voor. Maar we wisten het al langer, en ik ben ongelofelijk blij dat het zo mogen lopen is: moedig en vol leven tot een week voor haar dood. Maar ik mis haar.

De tweede grote opdoffer was de diagnose van artrose. Als er iets was waar ik niet klaar voor was, was het dat wel. Ik die, hoewel ik dik ben, continu rondcross van het een naar het ander, en geen moment kan stilzitten, ik heb artrose in mijn voeten, waardoor ik wellicht over een paar jaar niet meer zal kunnen stappen. Nu lukt het wel, dankzij zo’n metalen pseudogips. Fijn hoor.

En dan waren er nog vele kleinere, vaak ook triviale dingen ook natuurlijk, die telkens op zich ook een druppel in een zich gestaag vullende emmer waren. Wolf sukkelde immens met zijn voet, Kobe knuffelde een paal, mijn schoonmoeder brak haar heup, ik raakte vast in de gigantische files op Zaventem en miste mijn vlucht, verstuikte mijn enkel op de stenen van Pompeiï en viel spectaculair flauw op school, mijn favoriete kleerwinkel ging failliet, de kat beet me serieus in mijn been, ik viel nog eens flauw op de eerste schooldag, mijn grootmoeder van 104 stierf, en mijn rug begaf het nog eens.

Was het dan allemaal kommer en kwel, 2016?

Nee, gelukkig niet.

Er waren ook dit jaar de uitstapjes en museumbezoekjes, zoals het onverwachte dagje Oostende met de leerlingen, de tentoonstelling van email met ons ma, Oostende met de kinderen, de magnolia’s in het Leen met ons ma, de vijfdaagse studiereis rond Napels waar ik intens van genoot, of Wolfs uitstap naar Londen. We vierden Gwens verjaardag met Charlie, ik deed nog eens van Belgian Girl Geeks, we liepen met zijn viertjes een ganse dag in Puyenbroek, keken met gans het gezin naar het vuurwerk, en ik ging met Gwen en zes kinderen naar Center Parcs. We bezochten het Van Abbemuseum in Eindhoven, we dwaalden rond en zochten caches in Luik, en we bleven vijf dagen in het huisje in de Ardennen. We trokken een dagje naar zee, gingen op Pokémonhunt, vierden ons pa zijn verjaardag in ’t stad, bekeken gladiatoren in Zelzate, gingen een dagje spelen bij Gwen, en gingen nog een dagje naar Oostende, mét Bart erbij. Bart ging ook mee op een zaterdag in eigen stad, en ik ging met de kinderen draken bekijken in ’t STAM en playmobilventjes zoeken in het Design Museum.

Er waren ook feestjes, zoals een bijzonder fijn nieuwjaarsfeestje bij ons ma met de hele familie, of Vallery’s verjaardagfeestje, Stafs verjaardagsdiner, Nands verjaardagsfeestje, Marie-Julies verjaardagsfeestje, Wolfs communiefeest, Gwens verjaardagsdrink en Nelly’s verjaardagsfeest.

Het sociale viel wat tegen, want mijn hoofd stond daar echt niet op, al waren er toch hele fijne vrienden. Ik ging lunchen met Monica, ontbijten met Gwen, buurten bij Max, zingen met Lorre, ontbijten bij Véronique, en Lorre kwam me opmonteren na de artrosediagnose. Ik ging nog eens lunchen en daarna in ’t stad met Gwen, zag eindelijk mijn twee beste vriendinnen uit het middelbaar nog eens, en ging na zes jaar nog eens koffiedrinken met Simon.

Er waren ook veel losse fijne dingen, eigenlijk.

Ons ma kwam wafels eten en bleef meteen ook slapen. Ik kreeg een nieuw tuinhuis, en een vriend kwam zelfs helpen om de garage leeg te halen en het tuinhuis te vullen. Ik kreeg valentijnsbloemen van de pastoor, ik begon te zingen in een nieuw koor, en ik kreeg een relaxzetel voor ons ma van een lieve vriend. We wonnen met ons quizteam de schoolquiz in het voorjaar, en gingen prompt onze prijs opsouperen. Ik sprong een gat in de lucht toen een van mijn leerlingen naar de finale van de Latijnolympiade in Italië mocht. Er was onze jaarlijkse fotoprojectweek, Wolf deed zijn communie, en Bart mocht op de thee bij de koning. We kweekten aardbeien, ik begon eindelijk opnieuw met Call of Cthulhu, we gingen zwemmen in de Blaarmeersen, mijn pa leerde Wolf schaken, en ik bouwde eigenhandig een heuse speeltoren. Merel kreeg een eigen restaurantje, ik zong op een heksenfeest, en ik genoot van de zaterdagvoormiddagen in ’t stad. Ik zong een concert in Gent en eentje in Middelburg, en ging naar The Cure met mijn broer.

We hebben gegeocached, en veel. Al de eerste dagen van het jaar, maar ook een prachtige tocht in de zomer, en verschillende tochten in de Ardennen. We reden ons zelfs vast in Ursel,we deden een multi in Gent centrum voor Wolfs verjaardag, en gingen op schattenjacht in Anderlecht na een rugbymatch. We zochten in Ronse na een ziekenhuisbezoek, deden een prachtige avondwandeling in Drongen, wandelden nog eens rond in Gent, en ik ging op jacht op een bloedhete zomerdag met Merel. We deden in de hitte een toertje in de buurt van de Dampoort, beëindigden de grote vakantie op de Westerbegraafplaats, en ik ging met Kobe na een rugbytoernooi gaan zoeken in Schilde. We pikten er een paar op in Zelzate, deden een toertje in de Lembeekse bossen, en zochten er enkele in Oostakker.
We staken ook onze eerste geocaches weg: eentje in een parkje vlakbij, eentje aan de Sint-Jorissluis, eentje op de Gaardeniersbrug, en nog wel een paar.

Er waren natuurlijk ook de verschillende larps waarin ik mijn hart kon ophalen: ik speelde vampier, nam Wolf mee naar Vortex, was een Khalische op Omen, nam alle drie de kinderen mee naar Ankoria, ging met Wolf en Kobe mensen entertainen op Elftopia, trok charlestonkleren aan voor Paradox, mocht nog eens van gravin doen op een eendaagse van Omen, ging niet alleen met Wolf, maar ook met Kobe naar een tweede Vortex, en liet de barbaar in me los op de tweede Omen van het jaar.

Ik ben ook terug beginnen lezen. Echt beginnen lezen, ook deels dankzij de leesclub van de school. En ik geniet van elk boek dat ik vastkrijg.

Er waren ook de bijna wekelijkse picknicks aan de Blaarmeersen, waar Merel en ik allebei intens van genoten, hoe koud of warm het ook was.

Ik geef het toe, 2016, er waren heel veel fijne momenten ook. Maar neem daar dan nog eens de geopolitieke dingen bij, en ik vrees dat de balans niet zo positief is.

Op naar 2017, zou ik zo zeggen. Ik zeg je de wacht aan, 2016. Vaarwel!

 

Oudejaarsavond

De vorige jaren was er de prille traditie om te gaan wandelen op de laatste dag van het jaar. Helaas, het miezerige weer dit jaar noopte nu niet meteen tot het halen van een frisse neus. Maar het was er wellicht wel van gekomen, als Wolf niet naar een verjaardagsfeestje was. Geen geluk voor die vriend, verjaren op oudejaar. Maar ze trokken met zijn allen naar Eeklo om er te bowlen, een soort escape room te doen, en blijkbaar meer bijzonder wijze dinges, want Wolf was helemaal enthousiast toen hij, net voor donker, thuiskwam. Geen wandeling dus.

Ook geen zelfgemaakte hapjes deze keer, want ook daar hadden we precies geen zin in. Wel waren er de films: The Good Dinosaur, maar dan in het Nederlands: een bijzonder onderhoudende kinderfilm, het mag gezegd zijn. Bart bracht ons intussen zakouski’s en gefrituurde hapjes, en dat was eigenlijk meer dan genoeg. En daarna, toen Merel in bed zat, keken we naar Transcendence. Ik had een actiefilm zoals de Mission Impossible reeks, of een Indiana Jones voorgesteld, maar Bart wou eigenlijk een film die hij zelf ook nog niet gezien had. Knappe film, daar niet van, maar nogal zware kost voor een negenjarige.

Enfin, toen mochten ze nog opblijven tot middernacht, gaven we elkaar een knuffel, en keken naar het uitbundige vuurwerk om ons heen, vanuit Kobes kamer want daar heb je een prachtig zicht.

En dat was dat. Geen knallende afsluiter voor een sof van een jaar. Wel besteekt.

Rare dag, en stikkapot

Het was me het dagje wel vandaag.

Om kwart voor negen was ik op school, om nog snelsnel de rapporten in elkaar te vijzen. Die mocht ik tussen negen en half tien uitdelen en becommentariëren.

En toen, toen bleken mijn examens nog in de doos op de livingtafel te staan, klaar om mee te nemen. Ik ben dan maar met een grote zucht naar huis gereden, heb ze opgevist, en ben meteen terug gereden. Slim. Enfin, de leerlingen hebben examens ingekeken, ik heb uitleg gegeven, en toen zijn ze gewoon in het klaslokaal komen zitten om toch érgens te zitten en te babbelen. En was het plots half twaalf voor ik het me goed en wel realiseerde.

Ik ruimde op, probeerde bruikbaar internet te vinden om een schoolfilmpje up te loaden, en schoof mee aan het buffet dat kokkin Anja voor ons had bereid.

Met al het heen-en-weergeloop was het ook alweer twee uur voor ik dat goed beseft, en mocht ik me nog reppen om op tijd in mijn klaslokaal te zijn voor het oudercontact. Ook dat bleek alweer goed gevuld te zijn. Gelukkig waren er leerlingen van de leerlingenraad op zwier met mijn fototoestel, zodat ik nog wat heb om op de schoolwebsite te zetten.

Ik repte me naar huis, maar kon toch de kerstviering om half zes niet meer halen, daarvoor was het blijkbaar te druk op de weg. De pastoor had me woensdag gebeld met de vraag of ik weer, zoals vorig jaar, wilde voorlezen. Willen wel, maar blijkbaar dus geen tijd. Tsja.

Ik plofte thuis heel even in de zetel, en prees me gelukkig dat er geen rugby was vanavond. Rond half zeven waaiden Lorre en Koen nog wel even binnen, op weg naar Gent centrum (parking op ’t Van Beverenplein, een aanrader). Ze hadden afgesproken met de tweeling, en het was de bedoeling dat ook ik nog meeging, maar ik wilde eerst nog eten met de kinderen, en ging eventueel wel achterkomen.

Rond zevenen kwam dan ook Vero nog even binnen, om nog wat kleren van ons ma te bekijken. Ze ging terug weg met een stevige doos vol, en dat stemt mij dan weer blij.

En toen ging ik even in de zetel liggen, kwestie van de rug wat rust te gunnen, en werd ik rond half elf wakker. Tot zover dat glas gaan drinken met mijn maten. Dju toch.

Maar ik was moe. Ik ben moe. Die vakantie komt geen dag te vroeg, integendeel.

And so it begins…

Ik had vandaag de hele dag klassenraad, Bart was op kantoor, en de kleintjes zaten op school. En Wolf? Tsja, Wolf was gewoon thuis. Enfin, hij had al voor de examens afgesproken met een paar klasgenoten om de stad in te trekken. Geen probleem voor mij: hij is zelfstandig en verstandig genoeg. Eerst was het plan om samen naar de Pizza Hut te gaan, maar uiteindelijk bleek hij pas om half één afgesproken te hebben bij Quinten, en dan om één uur aan ’t school met de rest. Ik had niet de laatste klassen van de voormiddag, zodat ik tijd genoeg had om naar huis te gaan en samen met hem te eten.
En daarna ging hij de fiets op, en reed ik met de auto ook terug naar school. Hij had tien euro gekregen, als extraatje om te spenderen, bovenop zijn zakgeld van tien euro per maand. En de uitdrukkelijke wens dat hij ten laatste om half zeven zou thuis zijn, en dat hij helm en fluovest zou dragen. In het donker met de fiets, ’t is niet alles.

Enfin, om half zes kwam hij thuis, slungelig als alleen een échte puber kan, en plofte in de zetel. Toen ik vroeg hoe het was geweest en wat hij gedaan had, haalde hij zijn schouders op: “Oh, we zijn naar de film geweest”. Mijn wenkbrauwen gingen prompt de hoogte in. “De film? Jullie gingen toch naar ’t stad? Enne, de film met de fiets???” Hij schoot in de lach: “Maar nee, mama, een van de jongens werd afgezet met de auto, en die mama stelde voor om naar de film te gaan, en we zijn met haar allemaal meegereden, tiens! En we hebben er een muts van Coca-Cola gekregen, en ik heb dus een drankje gekocht met mijn eigen geld, en dat geld van u gebruikt voor het ticket, en het was Assassin’s Creed, ge weet wel, van dat videospel, en ’t was wel wijs!”

Juist ja. “Enne, ge vondt niet dat ge mij dat moest laten weten, die verandering van plannen?” Verontwaardiging: “Maar ja, mama, ik wilde dat wel, maar mijne gsm verstuurt dat berichtje maar niet, kijk maar! Allez, nu juist precies wel, maar dat zal aan de wifi liggen!” Waarop ik fijntjes opmerkte dat hij misschien wel in de gaten kon houden hoeveel er op zijn gsm nog stond aan belwaarde, en dat dat eigenlijk zo’n beetje compleet op nul stond. Ik heb dan maar zijn gsmkaart opgeladen, en er verder het mijne van gedacht.

Hij wordt zo snel groot…

Dooie rug is dood

Of zo voelt het toch. Eigenlijk, nee, zo voelt het niet, daarvoor doet het te veel zeer.

Ik ben gisterenvoormiddag door mijn rug gegaan, en dan bouwt dat zo zachtjesaan op. Ik had toezicht, en probeerde zo veel mogelijk rond te lopen en te staan, en zo weinig mogelijk te zitten. Mijn ontbijtafspraak met Gwen was sowieso in het water gevallen, maar ik ben naar huis gereden en gaan liggen. Toen Wolf thuis kwam, heeft hij me nota bene moeten helpen met mijn krukken, en is hij naar de Delhaize om een paar pizza’s gereden, want het ging echt niet.

Maar bon, de plicht riep, en een uurtje rusten, een stevige pijnstiller en een portie wilskracht later stapte ik in de auto, en reed naar het ziekenhuis om mijn pa op te halen. Ik ging nog naar de kapper met hem, reed terug naar huis, cancelde de rugby, en ging helemaal plat. Auw.

Vandaag is het nog niet beter, en ik voorzie al dat mijn verbeterplanning royaal in het honderd gaat lopen: ik kan maximum een kwartier na elkaar zitten, daarna moet ik weer, met behulp van krukken of mijn opa’s wandelstok, gaan ‘rondlopen’ of liggen.

Waar ik wel grondig van baal, is het feit dat ik vanavond naar een feestje wilde bij een goeie vriend. Elk jaar viert hij Yule, en ik amuseer me doorgaans te pletter. Maar het is drie kwartier rijden, en dat kan ik momenteel echt niet aan. Blah. Serieus blah.

Stomme rug.

Geluk

Deze morgen werd ik overvallen door een intens gevoel van geluk, en tweette ik om een paar minuten over acht: “Wat zijn wij toch gelukzakken! Opstaan in een groot, lekker warm huis, hete douche, verse kleren en een stevig ontbijt. *kust pollekes*”.

Ik denk dat vaak, om eerlijk te zijn, en ik probeer mijn kinderen ook van die gedachte te doordringen. Dat ze dankbaar mogen zijn voor elk cadeautje, alle nieuwe kleren, elke fijne maaltijd. En dat wij chancards zijn omdat we, als de wasmachine kapot is, er ook gewoon meteen een nieuwe kunnen gaan kopen. Rijke mensen, dat zijn wij.

Op Facebook, waar ik het ook had gepost, kreeg ik er een paar cynische reacties op. En ja, mijn besef vandaag was deels getriggerd door het feit dat ons huis gisteren behoorlijk koud was bij het opstaan. We waren maandagavond namelijk zonder mazout gevallen, en ik had het pas gemerkt toen het eigenlijk behoorlijk fris begon te worden zo ’s avonds. Maar bon, een goed dekentje verhielp dat wel. Gisteren heb ik dan rond half acht ’s morgens naar de leverancier gebeld, en eigenlijk was die volgeboekt deze week, maar bon, we zijn al jaren klant, en dus gingen ze na één uur ’s middags toch nog komen leveren. Ik was wel gaan eten met mijn vriendinnen, maar Wolf ging eten met zijn papa, en vanaf een uur of een weer thuis zijn om te studeren. Ik had de bankkaart en instructies achtergelaten, en toen ik rond vier uur thuis kwam, was de tank weer netjes vol, had het vuil ook alweer kunnen bezinken, en kon ik een poging doen om de ketel opnieuw op te starten. Ik was er niet gerust in: als het systeem water had opgezogen, was ik eraan voor de moeite. Maar lo and behold, de vlam sloeg in de pan, en alles ging weer aan het broebelen. Het nadeel van vloerverwarming is dan weer dat het systeem heel traag opwarmt, dus heb ik uiteindelijk toch maar de haard aangestoken, kwestie van toch niet te zitten kleumen bij het verbeteren.

Maar het maakt een mens inderdaad wel nederig.

Verjaardagsfeestje… of toch niet.

Dat het een drukke dag ging worden, vandaag. Om 9.00 uur zaten we met de hele familie in de, jawel, familiemis. Merel doet haar eerste communie dit jaar, vandaar. Tsja.

Ik begon te verbeteren, Wolf was, net zoals gisteren, bezig met zijn wiskunde, en we aten rustig, voor een keertje zonder extra opa’s en zo.

En toen bleek dat Wolf nog langs geen kanten klaar was met zijn wiskunde, en dat hij het dus niet zag zitten om mee te gaan naar Livs verjaardagsfeestje. ’t Is ook een uur rijden, dat komt er ook nog bij, dus ja… Geen feestje voor Wolf. Ik vond dat ik het niet kon maken om dat kind hier alleen te laten, zo vlak voor zijn eerste examen ooit, en dus ben ik ook maar thuis gebleven, en heb zitten verbeteren.

Maar Bart stuurde me wel een paar foto’s door: hij miste me.

img_6160