Introductielesjes

Vandaag had ik het weer eens aan mijne rekker: integratie van de zesdestudiejaars. Dat houdt in dat de basisschool van onze school eens een kijkje komt nemen op onze school, dat ze een rondleiding krijgen, en dat ze ook 4 lesjes van drie kwartier krijgen in een van de modules, waar ze eventueel voor kunnen kiezen. Daar valt Wetenschappelijk Werk onder, Techniek en ICT, Duurzaam Samenleven en Ondernemen, en uiteraard ook Latijn.

Ik heb daar vorig jaar, samen met een collega, nieuwe brochuurtjes voor gemaakt, met een algemene uitleg waarom ze Latijn moeten doen (ik leg dat in hun taal uit, de tekst is voor de ouders), maar uiteraard ook met meer dan dat, of het zou nogal saai zijn. Zo bekijken we eerst de kaart van het Romeinse Rijk, zoeken we een aantal Latijnse woorden in het Nederlands (met een spelletje) en bekijken de titels van Latijnse strips. Daarna halen we tien anachronismen uit een tekening van een Romeins dorpstafereeltje, en dat vinden ze zalig natuurlijk. Als er nog tijd is, beginnen we aan een kruiswoordraadsel, waarbij ze een Latijns woord moeten invullen aan de hand van de vertaling. Ook dat is blijkbaar bijzonder amusant.

Eigenlijk doe ik dat dus niet graag. Die gastjes gaan dat nooit merken, die zijn meestal laaiend enthousiast en dat is een goede recruteringsbodem (de reden waarom we het doen natuurlijk). Vroeger vond ik het ook geen uitdaging, maar intussen, met die twee uur Latijn, is het wel de bedoeling hen naar Latijn te lokken. Ik maak er absoluut geen geheim van dat Latijn een werkvak is en dat ze elke week toets zullen hebben, daar begin ik het lesje zelfs mee. Maar daarna zijn ze meestal zó enthousiast, dat we tijd tekort hebben. Ik had bij de tweede groep niet gezien dat er een kwartier pauze was, en had enkel naar het beginuur van de volgende groep gekeken. We waren dus zeer ijverig bezig, toen er op de deur werd geklopt, en een collega kwam vragen waarom we eigenlijk niet in de eetzaal waren. En toen riep een van de meisjes uit: “Serieus? Is het al tijd? Ik dacht dat we minstens nog een half uur hadden! Zo jammer!” En toen waren we dus al meer dan drie kwartier bezig.

Het leukste was eigenlijk een jongen met een nogal grote bek, die op het einde van mijn les zo langs zijn neus weg zei tegen mij: “Goh, ik dacht dat Latijn weer zo een of ander stom onnozel vak ging zijn, maar eigenlijk valt dat dus wel vree goe mee!”

Daar doen we het dus voor. Maar man, ik ben ook wel blij dat ik er weer van af ben voor een jaar.

Dry needling

Dat ik een goeie kinesistenpraktijk heb, dat wist ik al. Mijn nichtje is ongelofelijk gedreven in alles wat ze doet, en ze neemt dan ook enkel ook zo’n mensen aan.

Mijn rechterschouder is alweer een tijdje volledig verkrampt, mijn nek zit vast, en mijn ganse rechterarm doet pijn. Dat laatste heeft wellicht wel te maken met te veel aan mijn computer zitten en muizen, vooral dan door die fotoboeken. Typen is lang zo erg niet. Aangezien Wolf toch naar de kinesist moet voor zijn rug, ben ik telkens mee gegaan – ze werken met vijf, parallelle afspraken zijn dus perfect mogelijk – en heb die schouder en nek laten aanpakken, met duidelijke verbetering.

Nu kwam Annelies plots af met de vraag of ik bang was voor naalden. Euh, nee? En of ze dan dry needling mocht proberen? Euh, ja? Dry needling komt erop neer dat ze een hele dunne naald in de verkrampte spier steken tot op het trigger point, de knoop in die spier, waardoor die spier eerst nog extra verkrampt, en daarna loslaat. ’t Is een wetenschappelijk beproefde methode, maar ze is zeker niet pijnvrij, wel integendeel. Ze steken daarna de naald minuscule beetjes op en neer, zodat er telkens meer vezels losgemaakt worden.

Nu, Annelies stak de naald pijnloos in de schouder, tot ze op dat krampplekje kwam. Ja mijne goeien! Ik heb haar na een paar minuten moeten vragen om te stoppen, ik werd gewoon misselijk van de pijn. De schouder werd ook quasi onmiddellijk stijf, en is dat de hele avond en nacht gebleven. Maar ik moet wel toegeven: het hielp: de spier op zich was uiteindelijk een pak minder gespannen.

Dry needling dus. Ne mens leert al eens iets bij.

Slapeloos…

Een van de redenen dat ik zo moe ben, is dat ik niet kan slapen. Een van de redenen dat ik niet kan slapen, zijn mijn sinussen.

Al sinds de kerstvakantie sukkel ik met verkoudheidsachtige dinges. Eerst hardnekkig slijm in mijn luchtpijp, en dan die kopvalling die nog net geen middenoorontsteking werd, en waardoor ik quasi een maand lang niks geroken of geproefd heb.

Reuk en smaak zijn gelukkig wel terug, lang leve de neusdouche, maar de week zware antibiotica tegen de sinusontsteking heeft eigenlijk geen bal uitgehaald. Nog steeds lopen die sinussen muurvast, en als ik dan kan snuiten, is wat eruit komt fluo geel en groen van kleur. Niet goed, niet goed.

Ik geraak nauwelijks in slaap, lig gemakkelijk wakker tot drie uur, en dan slaap ik onrustig. En tegen zevenen word ik wakker van de pijn en de druk in die sinussen.

Zucht.

Zon. Serieus.

Al heeft het ook zijn voordeel: het boek dat ik vrijdag begonnen ben, en dat tegen morgen uit moet wegens boekenclub, is uit. Ne mens moet toch iets doen, als hij in zijn bed ligt te liggen, nee?

Moe

Ik ben er zeker dat het voor een groot deel aan het weer ligt: ik heb zon nodig! Deze morgen was ze even heerlijk aan het schijnen, maar toen ons pa hier ’s middags toe kwam, was het alweer aan het gieten. En neem dat maar letterlijk: van dat kleine eindje van zijn auto naar onze voordeur was hij serieus natgeregend. Blah!

Het is nota bene de laatste dag van een vakantie waarbij we ons huis niet zijn uitgekomen – niemand had daar behoefte aan – en toch ben ik nog altijd moe.

Maar bon, er was alweer een fantastisch maal vanwege mijn liefste.

Daarna trokken de twee kleinsten naar de scouts, en Wolf was al rond half twaalf vertrokken naar een gitaarwedstrijd. Ons pa vond dat hij ook veel werk had thuis, en verdween ook al kwart voor twee.

En toen was het magisch stil in huis. Na een ganse week. Heerlijk. Ik zie ze graag, mijn kinderen, maar soms…

Drukke dag. Beetje te druk, zo bleek.

Het begon allemaal redelijk rustig, met een deftige nachtrust en al. En dan Chantal een beetje meehelpen, rustig ontbijten, koffie drinken, de auto probleemloos starten, en naar de garage rijden. Daar moest ik een klein uur wachten, en betaalde ik ook de navenante prijs. Duur affaire, zo’n nieuwe batterij!

Een en ander zorgde ervoor dat ik veel later dan voorzien terug thuis was, en dat we dus maar de gisteren gekochte pizza’s opaten, in plaats van zelf nog hespenrolletjes te maken.

In de namiddag trommelde ik de kinderen op, vulden we de auto met brol en bucht, reden naar het containerpark, en aansluitend naar de kapper voor beide jongens.

Traditie vereist inmiddels dat we na de kapper een vieruurtje halen bij de Turkse bakker, en dat bleek in mijn geval een boterkoek met slagroom te zijn. I know, maar hij had niks met minder calorieën.

Enfin, we stopten nog bij de C&A om een paar nieuwe Tshirts voor Wolf te halen – ze zijn allemaal plots te kort qua mouwen – en sprongen meteen ook de Proxy Delhaize binnen om melk te halen, wegens acuut zonder gevallen. Thuis kabbelde de dag gewoon verder, we aten boterhammen, en nadat Merel in bed zat, installeerden we ons voor de tv met een kommetje borrelnootjes.

Film was gedaan, jongens gingen slapen, en ik begon naar Endeavour te kijken. En begon me misselijk te voelen. Mja, de nootjes waren vettig, maar toch ook weer zó erg niet?

Ik vluchtte richting het toilet met buikkrampen, vreesde het ergste, en jawel… Ik ging liggen, kon nog net Bart roepen, en viel flauw. Hoe lang ik buiten westen was, weet ik niet, dat zei Bart niet, maar het moet wel een paar minuten geweest zijn, alweer. Ik slaagde erin hem gerust te stellen, en vroeg om me gewoon te laten liggen, daar op de koude grond. Maar iets later moest ik hem toch roepen, en gaf ik nogal heftig over in de klaarstaande emmer. Meh. Duidelijk te veel vettigheid, waartegen mijn lijf grondig protesteerde. Ik slaagde erin om weer op het toilet te krabbelen, en ook de rest van de opgegeten brol verliet met enige spoed mijn lijf.

Ik heb nog wat liggen slapen daar op de vloer, tot ik me goed genoeg voelde om de twee verdiepingen naar boven te klauteren, en in mijn bed te vallen.

Blah.

Ik haat mijn lijf.

(En nee, het kan geen kwaad, dat is me door een neuroloog bevestigd. Ik moet alleen buikkrampen zien te vermijden.)

Een woensdag…

Sommige woensdagen, zeker na een gevuld weekend, zijn er om dingen aan te pakken. Het hangt er ook een beetje vanaf hoe tam ik ben, dat geef ik toe. Maar vandaag viel dus goed mee:

  • schoolwerk, met name onderzoekscompetenties
  • verse lasagne gemaakt. Veel werk, maar oh zo lekker!
  • klinken eindelijk gerepareerd. Ik weet niet wat het is in dit huis met de klinken, maar die rotdingen gaan dus om de vijf voeten kapot.
  • mysterie van het vermiste bibliotheekboek opgelost. We waren één van Merels boekjes kwijt. Iets wat op zich al vreemd is, want die boekjes worden uit de zak gehaald, voorgelezen bij het slapengaan, en gaan daarna opnieuw de zak in. Tsja. Maar er ontbrak dus eentje. De dame van de bib had het boekje al op een andere kaart gezet, zodat we nog eens extra konden zoeken, en dat deden we. Tot en met het vertrekken van Merels bed, want wie weet was het er achter gevallen. Niet dus.
    Ik ging vandaag naar de bibliotheek, en ik ging het dan maar vergoeden, zeker? Er zat intussen 2 euro boete op. Die betaalde ik netjes, en de dame (een andere dan de gewoonlijke) zette het boekje nog even op Kobes kaart om nog eens extra te kunnen zoeken. Maar ik was er intussen wel behoorlijk zeker van dat dat boek niet bij ons thuis lag. Ik ben dan samen met de dame in het rek gaan kijken, en jawel, daar zat het bewuste boek! Blijkbaar gewoon in de hele stapel niet gescand geraakt, maar wel terug in de bib gezet. Zullen wij wel zoeken, zeg! Enfin, probleem opgelost.
  • nieuwe broodrooster gekocht. Het oude beestje van destijds op Barts kot heeft eindelijk definitief de geest gegeven, met een spectaculaire groene vonk en het springen van de plombs. En gelukkig waren er net nu met vier sleuven van Brabantia met een actie in de Delhaize: 48 euro ipv. 109. We hebben nu dus een gróte broodrooster.
  • kinesist, voor Wolf en mezelf
  • een lezing over corruptie en omkoping in de Oudheid bijgewoond. Het was eigenlijk maar magertjes: gewoon de vaststelling dat er op basis van de teksten wel degelijk corruptie was, en dan het lezen van die teksten uit Egypte. Ik had gehoopt op een boeiende verteller, maar helaas was het iemand die per zin ongeveer vijf keer het woord ‘eigenlijk’ zei, wat zodanig opvallend was dat ik een beetje mijn focus verloor. Maar ik heb er nog steeds geen idee van op welke schaal die corruptie er was, en hoe het in Rome zat, want ze had het vooral over Egypte. Tsja.

IMG_2479

 

Kinesist

Wolf heeft een dikke maand geleden zijn rug bezeerd. Niks ernstigs, gewoon een verkeerde beweging bij de rugby, bij een nieuwe techniek. Ze leren namelijk de line-out, en daarbij moeten twee spelers een derde zo hoog mogelijk in de lucht steken, zodat die een ingeworpen bal kan pakken. Maar die middelste speler had er precies niet zoveel zin in, en hield zich slap, in plaats van zijn spieren op te spannen. Resultaat: je steekt precies een zware zak patatten in de lucht.

Enfin, Wolf had na de training gezegd dat zijn rug pijn deed, en ik zei dat het wel zou overgaan. Niet dus. Want na een week of drie klaagde hij er echt over, en begon het precies meer en meer pijn te doen. We zijn dan naar de dokter geweest, en die stelde vast wat ik vermoedde: niks aan het beendergestel of zijn ruggengraat, wel spier of pees. En dat zou ook gerust wel kunnen, gezien het feit dat hij nog steeds explosief aan het groeien is. Voorlopig even geen rugby of L.O.

Kinesist dus. Blijkbaar zit er effectief vanalles vast in die rug van hem, en zetten ze het los.

Simultaan ga ik ook naar de kinesist – ze werken er met vijf, dat kan dus – want bij mij is gans mijn rechterschouder vast. De trapezius zit verkrampt, waardoor gans mijn arm pijn doet, mijn nek, enfin, alles. De eerste keer heeft de kinesist enkel gewerkt op mijn nek, de volgende keer was het gans mijn schouder en rug. De derde keer heeft ze dan de pees en het aanhechtingspunt aan mijn schouder onder handen genomen: auw.

Maar we leven in de hoop dat het werkt.