Gemengde gevoelens

Eigenlijk heb ik zelden of nooit gemengde gevoelens voor ik op larp vertrek. Ja, soms wel omdat ik vreselijk moe loop en het druk heb, maar eigenlijk valt dat goed mee.

Deze keer dus wel, en dat heeft alles te maken met Els.

Ik weet het echt niet, hoe ik straks ga reageren. Weet je, toen ik daarstraks met Wolf naar huis reed – zijn rug begint zorgwekkend veel zeer te doen, hij reed liever met mij mee – bedacht ik plots dat de larp in De Pinte was en niet in het verre Limburg, en dat het dus amper 20 minuten rijden was. En dat ik dan Kobe nog gerust van zijn fagotles kon afhalen. Dat ik dan, om me een slaapplaatsje te houden, wel eventjes zou bellen naar…

Juist ja.

Een van de andere spelers heeft een A3 blad met foto’s van Els gemaakt, en ze gaan een klein herdenkingshoekje maken, en een rouwschriftje leggen en zo.

Ik weet niet hoe ik me ga kunnen houden als ik daar toekom en iedereen zie, en zelf een plaatsje moet zoeken en zo.

Zucht.

Larpen gaat nooit meer hetzelfde zijn.

Vervolg van Wolfs rugsaga

Bon, na anderhalve maand wachten mochten we vandaag om 8.00 u eindelijk naar de scanner. Wolfs rug werd grondig gescand, de resultaten zijn voor later. Daarna kreeg hij een echografie van de nieren, omdat de dokter daar toch ook niet helemaal gerust op was. Maar bon, aan zijn nieren was totaal niks te zien, die zagen er volledig uit zoals gezonde nieren eruit horen te zien, blijkbaar.

Allez, ’t is toch dat.

Nu nog drie weken wachten voor we weer bij de fysicotherapeut mogen. Ik snap dat dus niet, he. Een kind van 13 heeft voortdurend pijn, kan daardoor niet goed slapen, zich niet concentreren, niet sporten, niet wandelen… En dat is blijkbaar allemaal normaal en absoluut niet dringend. Het sleept nu al aan sinds eind januari. Serieus.

Fijne welvaartstaat, bij momenten.

Beetje koppig.

Koppig zijn, ’t is toch iets.

Ik heb het namelijk gehad met mijn voet, en alles wat erbij komt kijken. Ik heb intussen twee paar nieuwe schoenen gekocht: een paar volledig platte ballerina-achtige blauwe voor op de communie, en een paar blauwe stevige stapsandalen met voorgevormd voetbed, in de hoop dat dit beter lukt om te stappen.

Dinsdag had ik die laatste aan om twee uur les te geven, maar jawel, daarna heb ik er toch voor geopteerd om zelfs de laars weer aan te doen: pijn! Nochtans lukt het redelijk om in mijn stevige platte dichte schoenen een ganse dag rond te lopen. Maar wandelen, ja, dat is met de laars.

Zucht.

Vandaag was niet anders. Ik heb de hele dag lesgegeven met de gesloten schoenen, met haalbare pijn tot gevolg, en toen heb ik nog eens twee uur staan presenteren, alweer met diezelfde schoenen aan. Gewoon omdat ik het zo kotsbeu ben om dat ding weer aan te doen. En ja, mijn voet deed gemeen veel zeer tegen het einde van de dag.

Ik ga blij zijn als hij geopereerd is, serieus. In de hoop dan toch dat het daarna opgelost is.

Ugh

Ja, ik wil met plezier de presentatie doen van het Sidney Gale rugbygala, dat doe ik nu al een paar jaar. En nee, ik vind het niet erg dat ik de papieren met de basisteksten pas ter plekke in mijn handen krijg. De rest verzin ik er echt zelf wel rond.

Maar mij de avond voordien om zeven uur contacteren, en me alle losse fragmenten doormailen, terwijl ik een half uur later naar mijn koor moet, en mijn vrijdag volledig strak ingepland is, nee, dat vind ik niet oké. Het deed me prompt naar de maagzuurremmers grijpen, en mijn stresslevels piekten even, jawel.

Maar bon, ze gaan het oplossen, zodat ik morgen weer gewoon de nominaties in handen krijg, zoals gewoonlijk.

Ik hoop het. Ugh.

Hubris

Overmoed, ja. Het is prachtig weer vandaag, en dus dacht ik: to hell met die laars en die goeie dichte schoenen die veel steun geven, ik doe vandaag gewoon mijn sandalen aan! Van die platte heerlijke zomersandalen die geen enkele steun geven, maar zo zalig zijn om te dragen.

Ik heb twee uur lesgegeven, en dan ben ik naar huis gegaan – ik heb sowieso pauze tussen 10.10 uur en 13.45 uur – en ben meteen geswitcht naar de laars. Niet eens naar de goeie schoenen, nee, effectief de laars.

Het zal me leren, zo overmoedig te zijn. Auw.

Krak

Nee, dit was dan weer eens níet de rug, maar wel mijn gsm.

Het moest er eens van komen, het ding was al ettelijke keren tegen de grond gegaan. En vandaag zat ik gewoon op mijn bank, oncomfortabel te wezen, te schuifelen, te wiebelen, te bewegen. En ja, de iPhone lag op mijn bank, en is door al mijn gefriemel er gewoon van af geschoven.

Krak.

Verbrijzelde hoek, en een lange barst door het scherm. Hij werkt gelukkig nog, dat wel, en ik heb een stevig stuk plakband op de kapotte hoek geplakt, maar toch.

135 euro gaat het me kosten. Stom geld…

Plets.

Nee, de rug, dat is het nog eventjes niet.

Deze morgen vertrok ik naar school, parkeerde me aan de zijkant, kroop voorzichtig uit de auto, hing mijn boekentas over een schouder, en begon voorzichtig te stappen, zwaar leunend op mijn wandelstok. Het ging eigenlijk behoorlijk vlot vooruit, en toen, plots… een gigantische pijnscheut doorheen mijn rug.

Mijn rug kon me gewoon niet meer dragen, en ik ging tegen de grond, pal op mijn knieën. En voor een keer had ik natuurlijk geen jeans aan, maar een kleedje met nylons. Schoon, daar niet van, maar ik heb de rest van de voormiddag steentjes uit mijn knie gepeuterd.

Er kwam gelukkig net een collega aan die iets uit haar auto kwam halen. Zij nam mijn boekentas over, en ik trok mezelf overeind met behulp van mijn stok. Achteraf zei ze me dat ze nog nooit iemand op zo’n rare manier had zien vallen: het was alsof er een rekker sprong, en alle rek plots uit mijn lijf was.

Zo voelt het wel aan, ja.

Bon. We zijn er nog niet, heb ik de indruk. Afspraak met de kinesist, me dunkt. ’t Is dat ne mens anders zo niks te doen heeft…