Blah, en dan toch weer niet.

Zondag ging plots de telefoon – en nee, sinds ons ma is gestorven, gebeurt dat niet zo vaak meer – en kreeg ik een vriendelijke stem van de Weba aan de lijn. Dat het hen verschrikkelijk speet, maar dat de poef die ik eind maart besteld had, helaas niet meer in die stof kon geleverd worden.

WTF?

Hij had het nochtans inderdaad zelf nagekeken op het moment zelf, maar de fabrikant had intussen laten weten dat die stof dus niet meer voorradig was. Zucht. Enfin, ik dus deze namiddag, na het verorberen van fantastisch lekker zelfgemaakt aardbeienijs, met Kobe en Merel naar de Weba.

IMG_9339

Het had nogal wat voeten in de aarde, want ik zocht ofwel een veel donkerder grijs, ofwel een felrood. Wat geen van beiden echt deftig bestond in de stoffen van die fabrikant. “Goh”, zei de bijzonder behulpzame jongeman, “anders kunnen we ne keer zoeken naar een zeer gelijkaardige poef van een andere fabrikant die véél meer stoffen heeft?” Bon, wij dus beginnen rondlopen en kijken, en een poef gevonden van exact dezelfde afmetingen, maar een iets dunner bovenkussen. Nu ja, als ge het niet weet, gaat ge er ook niet op letten, vermoed ik. En toen begonnen we in de stoffen te neuzen. Stapels stoffen. Ik zocht vooral naar roodtinten, en plots haalde Kobe een stof boven, die toch wel heel erg hard op de originele stof leek. Hmmm… Er zat een miniem kleurverschil op, maar de weving was dezelfde, de hardheid was dezelfde… Blijkbaar zijn er maar een paar stoffenfabrikanten op de Europese markt, en blijkbaar had deze stof zelfs dezelfde samenstelling als de originele. Wellicht IS het dus gewoon dezelfde stof maar een ander verfbad. Bon, we hebben dus uiteraard niet meer verder gezocht, maar zijn voor deze stof en een lichtjes afwijkende poef gegaan. Levertijd: 12 weken, dat wel. Ik verzuchtte dat ik dan een extra camionette ging moeten huren, want dat mijn nieuwe tuinmeubelen al binnen waren, en dat ik ging wachten op de poef en de salontafel om die dan samen af te halen, maar dat ik nu wel geen twaalf weken ging wachten. Waarop die mens prompt een gratis camionette opschreef. Enfin, niet dat het veel is, 10 euro, maar ik vond het wel een lieve geste. Mij ging het eerder om het gedoe, maar kom. En blijkbaar waren zowel de tuinmeubelen als de salontafel intussen binnen. Joepie!

Het was intussen al tien voor zes, en ik zag het dus niet zitten om nog vanavond alles huiswaarts te slepen. Morgen sta ik hier dus terug met de kinderen.

Ne mens moet toch iets doen in zijn vakantie, nee?

Vriendinnen

In de krokusvakantie was het ons niet gelukt, maar deze keer hadden Gwen en ik wél met succes een datum uitgeblokt in onze respectieve agenda’s. Wolf is wel weg, maar ook Ernest is op kamp, en dus kwam ze met de meisjes naar hier.

Wolf speelde met Elly, Merel speelde met Lena-Mare, en Gwen en ik zaten gezellig bij elkaar en kletsten.

Ik had een rijstberg gemaakt die ik maar hoefde op te warmen, en ik geef het toe, ik genoot. Zo heerlijk wat tijd voor onszelf, praten over vanalles en nog wat, ’t werk – het helpt wel als je hetzelfde werk doet, zij het in een andere  school -, de kinderen, de echtgenoten, …

Ik maakte nog vanilleijs, en er was appelcake. En er was zon, en we zagen dat het goed was.

We waren het er trouwens ook over eens: dit is een vriendschap die ze ons niet meer afnemen. Zesentwintig jaar, en still going strong. Jawel.

Vakantie

Vakantie. Eindelijk.

Ik was er echt aan toe, het is de laatste weken vreselijk druk geweest. En voor iemand durft piepen over de vele vakantie: ik neem gewoon mijn overuren op, serieus.

Enfin, Wolf is deze morgen voor vijf dagen vertrokken naar Center Parcs met Quinten en diens ouders en grootouders, dus hebben Kobe, Merel en ik het rijk voor ons alleen. En vandaag hebben we dan ook niks gedaan.

Of toch: ik ben met ons pa naar de neurologe geweest, omdat het de laatste tijd echt niet goed met hem gaat, sinds de verandering van medicatie na zijn manische episode. En daar ben ik wel een paar dingen te weten gekomen, ja. Zo had zij bijvoorbeeld sterk geadviseerd dat hij even zou opgenomen worden in de PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis), een soort crisiscentrum, maar dat had hij resoluut geweigerd. Hij had haar dan wel beloofd contact op te nemen met een psychiater, en had kaartjes meegekregen en alles, maar had daar wel in alle talen over gezwegen tegen mij. Hij was blijkbaar ook weer gestopt met bepaalde medicatie op eigen houtje, omdat hij het uiteraard beter weet dan iemand die 14 jaar gestudeerd heeft.

Enfin, ik heb me echt grondig kwaad gemaakt omdat wij ons uiteraard zorgen maken en hij niet wil ingaan op de broodnodige hulp. Ik ga dus morgen bellen naar een gespecialiseerde psychiater die mensen van 60+ behandelt, dus vaak met bijkomende klachten zoals Parkinson, zodat zijn medicatie eindelijk op punt kan worden gesteld. Zoals de neurologe zei: zij doet de fysieke component, niet de psychische.

Bon, we zien wel. Maar ik heb nu al het gevoel dat het geen vlekkeloze vakantie zal worden…

Stilte. Oef.

Terwijl de jongens hier al zaten te gamen, hees Merel zich in scoutsuniform, nam haar rugzakje mee, en ik voerde haar naar het station, want ze ging net op groepstocht. Dat is met alle geledingen, van 6 tot 26 (of zoiets) naar dezelfde bestemming. Wolfs feestje lag al vast toen we hoorden dat het groepstocht was, want anders hadden we een andere dag gekozen. Het was de bedoeling dat ook Kobe meeging, maar die had te weinig geslapen en blijkbaar ook te veel chips gefret de avond voordien, en voelde zich misselijk. Hij is dan ook weer in zijn bed gekropen.

Enfin, Merel ging dus naar Oostende, zwemmen in het subtropisch zwembad daar, en een duinenspel in de namiddag.

En hier thuis werden om elf uur de jongens opgehaald, en daalde de stilte neder. Oef. Ik geef het eerlijk toe, ik was bijna zot.

Merel had een prachtige dag, maar begon te huilen toen ze me zag aan het station: haar voeten deden zo’n pijn, en aan haar ene hiel was er inderdaad een grote blaar. Maar zodra ze op mijn rug zat, was ze alweer aan het lachen. Gelukkig maar.

Zo’n zondag, ne mens zou dat gewoon kunnen worden…

Wolfs dertiende-verjaardagsfeestje

Ik weet het, het is een paar maanden na datum, maar je moet maar eens met zes tieners en een eigen drukke agenda een gaatje zien te vinden…

Enfin, het had nog serieus wat voeten in de aarde wat we precies gingen doen, maar uiteindelijk waren we eruit: om 14.00 uur stonden ze hier dus met vijven aan de deur met een grijns zoals alleen een dertienjarige jongen kan grijnzen, en een slaapzak.

Meteen trokken ze naar boven om zich te installeren, met veel gegniffel en gegiechel. Maar toen ik rond half drie riep dat er taart was, moest ik dat geen twee keer zeggen.

Ze trokken weer naar boven, maar het opzet was duidelijk: vrij snel stonden ze allemaal weer beneden, werden de computers opgezet en vormde zich een heuse lanparty. Allez ja, het is natuurlijk al lang geen local area network meer, maar een wifiparty. Samen zaten ze dus Roblox of Minecraft te spelen, en leken ze zich prima te amuseren.

Om zes uur riep ik hen weer aan tafel, en werd een stevige stapel croques  monsieur weggewerkt. Eten dat die kunnen!

Er werd nog even stoom afgelaten buiten, en toen laadden Bart en ik hen allemaal in de auto, richting Zone. Daar waren ze geboekt voor veertig minuten lasershooting. Blijkbaar ging het bijzonder snel, want allemaal wilden ze eigenlijk nog langer spelen. Alleen, die harnassen waren zo zwaar…

Terug thuis had ik een film met beamer klaargezet, maar toen ik halfweg ging roepen voor ijs, bleek dat ze eigenlijk toch meer aan het babbelen dan kijken waren, en stopten we daar maar mee. Ze giechelden en gibberden nog vrolijk verder, er waren kussengevechten en rupsgevechten, en om kwart voor één vond ik het definitief welletjes en legde ik hen echt het zwijgen op, na een eerdere waarschuwing.

De volgende ochtend waren ze desondanks toch alweer om half acht wakker, verorberden ze een heuse stapel croissants, en moest er uiteraard nog gegamed worden. Ziet dat van hier!

IMG_9327

Ik had wel het gevoel, ja, dat het een leuk feestje was. Wolf zag er in elk geval meer dan tevreden uit. En meer moet dat niet zijn.