Wandeltochtjes

Het werd een dagje van de wandeltochtjes. In de voormiddag ging de tocht richting school, ook al heb ik geen les op woensdag. Maar er was een projectdag voor de eerstes, en de iPad van school was mee met een uitstap, dus gingen er geen foto’s zijn, als ik ze niet zelf ging trekken. Ja, in dienstnota was verschenen dat een collega wel foto’s ging trekken met mijn toestel, maar mijn toestel materialiseert niet spontaan zomaar op school, en daarbij zal ik zelf wel bepalen wanneer en of ik mijn toestel uit handen geef. Het is niet omdat ik het soms wel eens doorgeef aan een collega – enkel als ik zelf ook op school rondloop, overigens – dat de directie dat zomaar even kan bepalen, dacht ik zo.

Na de middag was het even rustig, maar tegen half vier ging ik Kobe afzetten aan de muziekles, en reden Wolf, Merel en ik meteen door naar Gent centrum. De verlengkabel van de koptelefoon is gesneuveld, en dan ben ik mijn rust en stilte kwijt, wanneer Merel naar tv wil kijken. Het was prachtig weer, en we maakten er meteen een wandelingetje van: parkeren aan de Poel, ijsje in een mij onbekend ijssalon daar in de Drabstraat, dan langs de Korenlei naar de Hema – op zoek naar kousenbroeken voor Merel die níet roze of grijs zijn – richting H&M, daarna C&A, maar helaas. Nog net genoeg tijd om dan terug naar de Mediamarkt te gaan, en dan snelsnel terug naar Evergem om Kobe op te vissen. Merel had haar poppenwagen mee, maar had niet gerekend op de drukte en op een ijsje. Gelukkig rijdt het ding heel makkelijk, zodat ook mama er vlot mee over de stenen kon…

We waren amper een paar minuten te laat bij Kobe, reden snel naar huis, en daar wisselden de jongens snel naar hun rugbykleren, terwijl Merel en ik boterhammetjes smeerden. Een kwartier te laat op training, jawel, maar wel op training, oef.

En toen volgde opnieuw een fijn wandelingetje aan de Blaarmeersen. We picknickten op de pier, en genoten van de eerste – en blijkbaar dit najaar – enige mooie zonsondergang die we konden beleven. Het is tot hiertoe al altijd bewolkt geweest…

En ondertussen namen Merel en ik foto’s van elkaar: heel amusant!

 

 

Welke ouder bent u op het oudercontact?

Toch bizar hoeveel verschil er kan zitten in de houding van ouders op het oudercontact. Als leraar probeer je bij iedereen even vriendelijk, goedlachs en begrijpend te zijn, maar dat lukt niet altijd. Ziehier een opsomming van soorten ouders. Onder welke categorie/categorieën valt u?

  1. De kennismakende ouder. Hun kind heeft niet echt een probleem, meestal zelfs redelijk goeie punten, maar het gaat eigenlijk niet om die punten. Ze willen gewoon even kennismaken, weten wie hun kind les geeft, wat voor persoon je bent. Duurt meestal niet lang, is heel hartelijk.
  2. De complimentjesvissende ouder. Hun kind heeft minstens een negen, maar toch willen ze er zeker van zijn dat het kind het goed doet, en daarom komen ze even luisteren. Zijn vaak niet geïnteresseerd in het welbevinden van het kind, willen gewoon een complimentje. Als leraar heb je dus eigenlijk geen boodschap en wil je die zo snel mogelijk kwijt om je kostbare tijd te kunnen schenken aan ouders bij wie het wél nodig is, maar vaak blijft deze soort bijzonder lang hangen. Hoogst irritant.
  3. De puntenbezorgde ouder. Hun kind heeft een zeven of een acht, maar dat is niet voldoende. In de lagere school – of vorig schooljaar – had hij/zij altijd minstens een negen, en dus willen ze weten wat er scheelt. Dat het kind het moeilijk krijgt, willen ze niet geweten hebben: er moet een externe oorzaak zijn. Ze blijven hangen tot je hen iets aanreikt, al was het maar het niveau dat gestegen is, de klas die wat moeilijker is, of het feit dat ze de GSM echt wel uit het kind zijn kamer moeten bannen.
  4. De agressieve ouder. Hun kind heeft niet echt goeie punten, en de ouder wil weten waarom niet. De schuld ligt al op voorhand bij de leraar: het vak trekt op niks, de methode was in zijn/haar tijd veel beter, het handboek is complete onzin, en de leraar kan geen les geven. Elke poging tot gesprek loopt op niks uit, de ouder wil vooral zijn/haar gal spuwen. Als leraar onderga je best de woordenvloed, en werkt daarna de ouder buiten. Desnoods met harde woorden, of dreigen met directie.
  5. De bezorgde ouder. Voor dit type ouder zijn de punten op zich niet belangrijk – tenzij ze echt slecht zijn natuurlijk. Hij/zij wil vooral weten hoe het met hun kind gaat in de klas. Voelt hij/zij zich goed, werkt het kind mee, durft het vragen stellen, zit het al eens te lachen? Zou er sprake zijn van faalangst, of is alles in orde? Dit soort ouder sta je als leraar met plezier te woord, maar vaak moet je alles minstens twee keer herhalen voor ze gerustgesteld zijn. Vaak is er ook geen enkel probleem.
  6. De luisterende ouder. Dit is het favoriete type van elke leraar. De ouder komt luisteren hoe het met zijn/haar kind gesteld is, met een open geest. Hij/zij is bereid te aanvaarden wat je zegt, of dit nu enkel positief is of niet. Zit het kind te veel te tateren in de les, is het een warhoofd dat af en toe met zijn hoofd op een andere planeet zit, moet het wat nauwkeuriger werken, of gamet het toch niet te veel? Dit type ouder aanvaardt jouw beroepsernst, en accepteert dat jij als leraar misschien ook wel dingen weet die de doorsnee ouder niet weet. Hij wil samen met jou het beste voor het kind, maar verwacht dan ook van jou als leraar de nodige inzet en werkbereidheid. Hij verprutst jouw tijd niet, maar stelt gerichte vragen, en gaat ook niet zomaar bij elke leraar langs, enkel die waar het nodig is. Hij/zij neemt ook niet klakkeloos jouw mening voor waar, maar durft die in vraag stellen, op een beleefde en respectvolle manier. Dit zijn de ouders die je wil zien als leraar.
  7. De afwezige ouder. Dat zijn eigenlijk de ouders die je écht wel had willen zien. Zoon- of dochterlief heeft echt geen goeie punten, een slechte studiehouding, een negatieve ingesteldheid, of een hang naar perfectionisme en faalangst. Je maakt je zorgen over de prestaties, gedrag en/of gezondheid, maar de ouders vinden dat een gesprek niet hoeft, ook al zijn ze persoonlijk uitgenodigd. Misschien paste het oudercontact niet voor hen, maar ze doen ook geen moeite om op een ander moment een afspraak te maken. Tsja…

Er zijn zeker nog soorten ouders, en de meesten zijn een gezonde mix van bovenstaande. Maar geloof me, elke leraar zal deze soorten beamen.

Voor het geval het niet duidelijk was: ik had dus oudercontact vanavond. Een volle agenda, en van elke soort wel eentje, behalve dan nr. 4. Gelukkig maar.

 

Middelburg, eerste keer

Volgende week Mozartconcert, dus vandaag een algemene repetitie met het Zeelands TY-orkest, maar nog zonder de solisten. Als die er zijn op de generale, is dat eigenlijk wel voldoende.

Maar ik ben dus met twee man naar Middelburg gereden, om daar vrolijk te gaan zingen in het Zeelandse orkestgebouw. Pas met orkest begin je goed te snappen hoe het zal klinken, en ik heb toch een paar keer kiekenvel gekregen, zo mooi was het. Dik in orde dus.

Het stadje zelf is ook echt wel mooi, daar moeten we eens naar terug met de kinderen.

Op de terugweg hebben we (Karel, Rob en ik) gezellig zitten kletsen, en was het blijkbaar een andere route dan in het doorgaan, waardoor we aan de andere zijde van het kanaal terechtkwamen, via de Kennedylaan. Geen probleem, dan nemen we toch gewoon het veer? In Zelzate was ik bijna de brug over, maar we hadden intussen onze zinnen echt op dat veer gezet, zodat ik rechtsomkeert heb gemaakt en we alsnog aan de linkerkant bleven. En toen bleken er werken te zijn, en konden we dat veer toch niet nemen. Man, geschaterd hebben we. Serieus zeg.

Enfin, hele fijne avond, al bij al. Ik kijk al uit naar de concerten.

Moe. Maar echt.

Met die klassenraden en oudleerlingendag en Vortex en al de rest die erbij komt, zijn het verschrikkelijk drukke weken geweest. Te druk. Onaangenaam druk.

Ook vandaag begon redelijk hectisch: Kobe moest om 9.15 uur aan de rugby staan voor een toernooi. Niet vreselijk vroeg opstaan dus, maar toch weer niet zonder enige drukte. Ik gooide hem dus af, en reed onmiddellijk weer naar huis, want Wolf had om 10.00 uur les aan de Poel.

Het plan was om Wolf dus af te gooien aan de Poel, en zelf naar de Lange Violettestraat te rijden om een nieuw scoutshemd voor Kobe. Maar… Je moet eens van de Poel naar ginder geraken zeg! Eerst was de Peperstraat nog steeds onderbroken, zodat ik een hele toer reed tot aan de ring om dan weer de Hoogstraat in te rijden om naar de Burgstraat te geraken. Alleen was ik vergeten dat ze aan de brug aan het Gravensteen aan het werken zijn, en dat ik dus ook daar niet kon passeren. Kar gekeerd, en opnieuw diezelfde toer. Maar toen ik me realiseerde dat ik dus helemaal de ring ging moeten afrijden om er dan ter hoogte van de Zuid weer af te gaan richting centrum, was me dat echt te veel. Het zou trouwens ook veel te lang duren. Ik ben dan maar opnieuw naar de Poel gereden, en had een parkeerplaatsje ter hoogte van de Labath, waar ik met Wolf had afgesproken. Net toen ik wilde uitstappen, boek in de hand, ging mijn telefoon: de leraar was ziek, er was geen les. Ah bon. Ik was al verontwaardigd dat die niets laten weten had, toen ik me realiseerde dat ik Wolf eerder deze week zijn eigen mail had gegeven op zijn laptop, en dat dat soort berichten dus niet meer in mijn, maar wel in zíjn inbox terechtkwam. En dat hij die wellicht niet had nagekeken. Goed bezig dus. De mens had effectief wel verwittigd…

Maar goed, voldoende tijd dus voor een koffie, respectievelijk warme choco in de Labath voor we naar de rugby reden. Wolf had zelf geen wedstrijd – ze zijn met 29 spelers, maar er mogen er elke week maar 22 op het wedstrijdblad staan – maar hij kreeg wel een extra training tijdens de opwarming van de rest, en dan kon hij supporteren voor zijn ploeg.

We keken in de stralende zon naar een fijn toernooitje, pikten daarna Wolf op, en toen was plots mijn pijp uit.

Ik had nog een boswandeling willen maken in het prachtige herfstweer, of naar FACTS gaan, of ’s avonds naar de Nachtkronieken, of de Spokentocht in Mariakerke, of Charlie’s Fest in Antwerpen, maar het werd de zetel. En de computer. En weer de zetel. Het ging niet meer. En om eerlijk te zijn: mijn linkervoet deed pijn.

Maar vooral: ik ben moe. Die vakantie zal niet te vroeg komen.