Armida

Eigenlijk hou ik wel van opera. Alleen geraak ik daar nooit, net zoals het er eigenlijk nooit van komt om naar het toneel of een concert te gaan. Want ja, gedoe met babysits, en als er dan iets tussenkomt, en goh, tickets reserveren, ik stel dat dan altijd uit… U kent het wel. Daarbij komt ook nog het feit dat opera toch wel pokkeduur is, net zoals ballet.

Toen de cultuurcel van onze school dan ook aankondigde dat ze naar de opera zouden gaan, en schitterende plaatsen hadden kunnen regelen voor een klein prijsje, schreef ik me onmiddellijk in. En jawel, ik mocht zelfs mee!

Voor school schreef ik er een verslag over voor de schoolwebsite.

Maar hier kan ik uiteraard een heel eigen mening zetten. Ik heb ervan genoten, echt waar. Maar eigenlijk heb ik bijna nog meer van genoten van het feit dat onze leerlingen blijkbaar bijzonder aangenaam verrast waren en ook een schitterende avond beleefden. Heerlijk om zestienjarigen zo te zien genieten van dergelijke muziek.

Maar hoe was het stuk zelf eigenlijk? Wel, er is duidelijk een goeie reden voor dat de opera ‘Armida’ van Rossini niet vaak opgevoerd wordt, en dat ligt aan het libretto. Zelden zo’n rommelige plot gezien, en in operacontext wil dat al wat zeggen. Bepaalde stukken waren compleet van de pot gerukt, en vaak vroeg je je af wat dit er nu plots weer kwam bij doen. Eigenlijk is het verhaal vrij simpel: Godfried van Bouillon wil met zijn legers Jeruzalem innemen, wanneer prinses (en tovenares) Armida steun komt vragen om haar eigen stad opnieuw te veroveren (maar het is een plot om de strijdkrachten te verzwakken of zoiets). Ze wil daarbij onder andere de dappere kapitein Rinaldo, die ze blijkbaar al van vroeger kent. Ze verleidt hem, en daardoor komt het tot een discussie met ene Gernando, die sneuvelt in het daaropvolgende gevecht. Rinaldo vlucht met Armida, vergeet zijn krijgersverleden, en gaat volledig op in de liefde, in een soortement sprookjesbos, volledig onder de magische controle van Armida. Maar dan komen twee strijdmakkers hem redden, en met behoorlijk wat moeite – en aria’s – krijgen ze hem mee. Armida zweert wraak.

Rossini neemt twee en een half uur de tijd om dit verhaal uit de doeken te doen, en de regisseur zweert bij een vrij oubollige regie, compleet met theatrale clichégebaren die je je altijd wel bij een slechte opera voorstelt. De decors waren soms ingenieus, maar vaker ook… goh, ouderwets?

Maar, en daar draait het bij een opera toch grotendeels om, de muziek was prachtig! Chapeau voor zowel Enea (de naam alleen al) Scala en Carmen Romeu, de hoofdrolspelers. Maar ik ben vooral als een blok gevallen voor de prachtige tenor van Robert McPherson (te beluisteren op Spotify). Wat. Een. Stem. Fantastisch!

Ik had dus een prachtige avond, doorspekt met de nodige what-the-hell-momenten, en vooral met prachtige muziek. Een aanrader.

Het mooiste woord dat ik ken

Een oudleerling, onvoorstelbaar creatief en met een prachtige stem, die me ooit zelfs nog filmde, contacteerde me: dat ik eens naar een van zijn sites moest kijken, want dat dat wel iets voor mij was.

Ik heb zo het gevoel dat mijn leerlingen me na drie jaar les wel een beetje kennen, ja, want ik viel meteen als een blok voor het concept.

Je belt naar een voicemail, en laat daar jouw eigenste mooiste woord dat je kent na, met een klein beetje uitleg. Dat komt dan op de site, en dat is echt ongelofelijk pakkend, om te horen wat die woorden voor verschillende mensen betekenen.

Ik ben zelf gigantisch aan het twijfelen welk woord ik zou insturen, maar ik ga het zeker nog doen. Maar hou u vooral niet in, rep u naar “Het mooiste woord dat ik ken“, ga lezen en luisteren, en bel naar het nummer. Gewoon omdat het idee alleen al zo poëtisch is.

Oh, en als u ooit een echte creatieve geest nodig hebt: Kamiel. En da’s heel erg gemeend.

 

 

Taartdag, op dinsdag deze keer

Ik had aan mijn zesdes beloofd dat ik, voor mijn verjaardag, in de laatste lesweek wel een kokostaart ging bakken. Alleen had ik er destijds uiteraard niet op gerekend dat ik op weekend zou geweest zijn. En daarbij, het was compleet uit mijn hoofd gegaan.

Ik stond rond kwart na twaalf onder de douche, toen het me plots te binnen schoot. In vijftien haasten heb ik me afgedroogd, ben nog halfnat naar beneden gecrosst, heb de oven aangezet, en zag pas toen dat ik blijkbaar niet genoeg kokos en eieren meer in huis had. Damn, ik had het nog net kunnen halen, denk ik. Soit, geen taart dus deze namiddag. Maar, zo verzekerde ik hen, je krijgt er dan morgen in de speeltijd, we hebben toch het uur ervoor en erna les.

Natuurlijk was er vandaag wel nog Arduinoles, de laatste. Een en ander betekende dat ik om half tien nog aan die taart moest beginnen. Gelukkig duurt het amper een kwartiertje om ze te maken, en heb ik morgenvroeg nog wel even tijd om ze te versieren. En het heeft het voordeel dat ik lekker zelf de spatels en de kom kan uitlikken :-p

Maar: weer goed bezig, Rombaut! Tijdsmanagement, het zal nooit mijn sterkste punt worden. En tegen vrijdag dan nog eens, voor mijn vijfdes.

Enfin, hier nog even een paar foto’s van de voorgaande baksels, zowel van vijfdes als van zesdes. Sommige heb ik gewoon niet gefotografeerd omdat ze zodanig lekker waren dat ik het gewoon vergat.

Wat een verjaardag!

Ik moet zeggen, dit is mijn meest memorabele verjaardag geweest in tijden! Wij zijn hier niet zo verjaardagig aangelegd, om eerlijk te zijn. Maar als je verjaart op een larpweekend met meer dan 100 man, waarvan je er toch wel een aantal tot je vrienden rekent, dan is het sowieso iets speciaals.

Mijn rol lag me fantastisch, ik heb heerlijk gespeeld met mijn twee broertjes en er toch wel een vriend aan overgehouden, en we zijn – hoe kan het anders – geëindigd in de herberg. Ik drink normaal gezien geen alcohol, omdat ik er absoluut geen behoefte aan heb, en omdat ik er sinds een aantal jaar ook fysiek niet meer tegen kan – lees: na een uur, zelfs van één slok wijn, ongelofelijk misselijk, krampen, overgeven. Ondertussen heb ik wel al gemerkt dat er twee soorten zijn waar ik blijkbaar wél nog tegenkan, zijnde mede (honingwijn) en wodka. Drie keer raden wat er gisterenavond, of beter deze morgen, in overvloed aanwezig was. Er zijn verschillende larpers die zelf hun eigen mede maken en verkopen op de weekends, en ik heb dus getrakteerd op appel-kaneelmede en kersenmede, en die ging er vlot door. Maar ik vrees dat ik er zelf toch wel een halve fles van binnen had, en daarnaast nog een kwart fles wodka. Ik, die nooit drink en dus ook totaal geen tolerantie heb. Tot mijn bijzonder grote verbazing had ik er totaal geen last van – toegegeven, er zijn behoorlijk wat uren overheen gegaan, maar toch – en de volgende dag ook absoluut geen katerig gevoel, wel integendeel. Ik heb gigantisch gelachen, een heerlijke professionele schoudermassage gekregen – er zit echt alle mogelijke volk in de larpwereld – en ook nog twee flessen mede als cadeautje: granaatappel en aardbei-speculoos. Die laatste was een ongelukje, maar blijkt heel lekker te zijn. Uiteindelijk hebben we om half zes beslist om te gaan slapen: we konden gerust nog even doorgaan, maar dat zou onverantwoord geweest zijn omdat we tegen tien uur er alweer moesten staan.

Enfin, deze morgen is er dan nog stevig geroleplayed en gevochten, toen kwam de opkuis, en dan de rit naar huis.

Hier heb ik dan een lange, lange hete douche genomen, kreeg ik heerlijk eten voorgeschoteld door mijn liefste, waren er cadeautjes, en toen waren er nog toetsen. Zucht. Ik had ze voor het weekend gewoon niet meer verbeterd gekregen, en dus moet het nu, want de deadline ligt straks, tien voor twaalf. Ik denk dat ik ergens ne keer stekskes ga zoeken om mijn ogen open te houden.

Huize Korda

Man man, ik ben me kostelijk aan het amuseren zeg! Een adeldame met een gigantisch ego en lange blonde krullen, het is ne keer wat anders!

Het leuke is dat je ook telkens samen speelt met bepaalde mensen, en op die manier oude vriendschappen weer aanhaalt, of nieuwe mensen leert kennen. Of ook wel vage vrienden veel beter leert kennen. Ik speel nu samen met mijn twee “broers”, waarvan ik de ene al wat kende, en waarvan ik de andere, denk ik, zelfs nog nooit gezien had.

De blonde pruik is overigens de max: Thomas is erin geslaagd om precies mijn vroegere kleur te kiezen, waardoor ze me ook echt onherkenbaar maakte wegens niet opvallend. Veel mensen herkenden me niet meteen, enkel door mijn stem. Maar de leukste was wel Junior. Ik was net het spelkot binnengegaan in mijn gewone kleren om die pruik te passen. Intussen was Junior binnengekomen, en die zei hallo aan de twee mensen voor mij. Waarop ik: “Hey Junior, hoe is ’t? Is de hond niet meegekomen?” Hij gaf me gewoon drie kussen en liep door. Bon, ik ging de pruik netjes terughangen om me te gaan omkleden, en liep dus terug het algemeen spelkot in. Waarop ik Junior weer tegen het lijf liep, hij me drie kussen en een knuffel gaf, en dus hallo zei. Ik, verbaasd: “Maar enfin, Junior, gij profiteur gij! Ge hebt mij daarnet al drie kussen gegeven!” “Ikke? Ma nee gij, ik zie u nu pas!” Bleek dat hij me totaal niet herkend had met de pruik, en in zichzelf had gedacht: “Moh, kijk nu, ze smijten hier een nieuw blond Mieke binnen, en die kent mijn naam nog ook! Cool!” Ik lag plat van ’t lachen.

Enfin, dit wordt nog een memorabel weekend, medunkt!