Broederliefde

Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe Wolf voor zijn zusje zorgt. Of hoe hij eigenlijk in het algemeen buitensporig zorgzaam en verantwoordelijk is.

Zo komen ze zo goed als elke dag te voet naar huis na school. Ze worden door de juffen in een rij begeleid tot aan het begin van de woonwijk, en dan moeten ze geen enkele drukke straat meer over. Maar het valt op hoe Kobe altijd ergens ofwel een tiental meter voorop loopt, ofwel een eindje achterblijft. Merel loopt steevast aan de hand van Wolf, netjes langs de kant van de huizen, terwijl hij meestal ook nog in zijn vrije hand haar boekentasje draagt.

Intussen heeft Merel haar fietsje ontdekt. En dan bedoel ik niet de echte fiets met steunwieltjes, maar het evenwichtsfietsje zonder trappers dat ik vorig jaar heb gekocht om Kobe eindelijk te leren fietsen. Kobe kan intussen meer dan behoorlijk fietsen: het heeft wat overredingskracht gekost om hem weer aan het fietsen te zetten, maar zodra hij merkte dat de fiets die vorig jaar eigenlijk nog een ietsiepietsie te groot was, nu perfect past, zag hij het helemaal zitten. Enfin, het was goed weer vorige week, en dus gingen ze samen fietsen. Samen als in: ook Merel. Het was prachtig om zien: Kobe op zijn felgele fiets die vrolijk heen en weer crosste, Merel op het kleine groene wiebelfietsje op het voetpad, en Wolf die met een engelengeduld aan vier per uur naast haar op straat fietste op zijn grote blauwe fiets.

Ik geloof dat ze meer dan een half uur zijn weggebleven, en alle drie kwamen ze met glinsterende ogen en rode kaken terug. Ze hadden ook ergens in een boom geklommen, vertelde Merel, en Wolf had haar de hele tijd vastgehouden. Zalig, toch?

Verjaardagsfeestje

Nee, voor een keertje niet van één van de kinderen, maar wel van een fijne vriendin uit Dordrecht. Sabrina werd 53, en had haar vriendinnen uitgenodigd voor een gezellige babbel, ongelofelijk lekkere taart, en fantastich – want veel te veel gegeten – Indonesisch eten. En dan zwijgen we nog over de spekkoek, een soortement dessert in allemaal laagjes.

Els kwam vanuit Brugge tot bij mij, en samen reden we anderhalf uur naar Dordrecht. Eigenlijk valt die afstand best mee, al ben je écht wel in het buitenland. Niet alleen is er het totaal ongewone, maar lekkere eten, Els en ik hebben ons ook kriek gelachen met een rare gewoonte. We zaten al met een aantal binnen, toen er nog iemand toekwam. Die deed de ronde van de aanwezigen, en zei dus ook in alle ernst “gefeliciteerd” tegen me. Ik keek even niet-begrijpend terug, vroeg me af wat ik gedaan had dat felicitaties verdiende, maar zei niks. En toen bleek ze bij Els net hetzelfde te doen, en keken wij ietwat verward naar elkaar. Tot de volgende gaste binnenkwam, en precies hetzelfde deed. Blijkbaar ga je op een feestje iedereen feliciteren met de verjaardag (of wat er ook gevierd wordt) van de gastvrouwe. Ik heb dus gelukwensen gekregen omdat ik bevriend ben met Sabrina die verjaarde. Bizar, en eigenlijk bijzonder grappig als je erover nadenkt.

Enfin, het was een bijzonder aangename, fijne middag met veel geklets en nog meer gefret. Bedankt, Sabrina, enne… gefeliciteerd!

Muziekrapporten

Ik moet zeggen: ik had nooit durven hopen dat mijn jongens met zoveel plezier en zoveel succes muziekschool zouden doen. Zowel Wolf als Kobe doen het prima, en de juf is zeer tevreden.

Wolf haalde zomaar eventjes 89%, en Kobe zelfs 89,5% op hun tussentijds rapport (met examens en al): dik in orde! Wolf kan nog altijd voor geen meter toon houden, maar zoals de juf zegt, geeft zij geen zangles, maar beoordeelt ze of het ritme, de notennamen en alles daarrond wel juist is, en dat klopt blijkbaar wel.

Allez hup, trotse mama!

Rozenbroeken: geen onverdeeld succes

De jongens vroegen al lang om nog eens te gaan zwemmen, en de vakantie leek een goed idee, ook al ging er wel veel volk staan. Leek.

Samen met Delphine en haar drie kinders stonden we tegen half drie aan de Rozenbroeken. De parking was compleet volzet, we hebben ons tot de omringende straten moeten wenden. Op zich al geen goed teken natuurlijk, maar bon, we stonden er nu, en de kinderen popelden, dus schoven we toch maar aan. Het moet gezegd: de kassa ging behoorlijk vlot, beter alvast dan vroeger. We vonden zelfs vrij snel kleedhokjes, maar de kastjes vroegen om een langere zoektocht.

En binnen, tsja, was het druk natuurlijk. Behoorlijk druk. Zeer behoorlijk druk zelfs. Maar eigenlijk was het lawaai storender. Zwembaden hebben van nature al geen fijne akoestiek, maar hier stond er nog een danceradio boven het lawaai uit te blèren. Zo eentje waar je eigenlijk vooral de zware beats van hoort, maar niet de muziek zelf, want die verdrinkt in de rest van het lawaai.

Merel nestelde zich met mij in het kinderbadje en amuseerde zich te pletter, terwijl de jongens zich in het gewoel van de wildwaterbaan stortten. Vrij snel stond Kobe terug: de wildwaterbaan was veel te druk, je kon niet doorzwemmen, en hij werd voortdurend kopje onder geduwd in de drukte. Heh, en dat van een kind dat in gelijk welke Center Parcs niet uit de wildwaterbaan weg te slaan is, en ze kan daar ook behoorlijk druk zijn.

Maar bon. Kobe dus ook bij mij, en samen wilden ze in het andere deel van het kinderbad gaan, met Wolf er ook nog bij. Verstrooid als ze waren, was het hen niet eens opgevallen dat daar geen volk zat, tot ze bruut werden teruggefloten en afgesnauwd: of ze dan zo onnozel waren, en dat ze moesten maken dat ze weg waren, of dat ze ze gingen buitengooien! Compleet ontredderd stonden ze terug bij mij: er had iemand in het zwembad gekakt, en dus moest het schoongemaakt worden. Begrijpelijk, maar blijkbaar is er maar één systeem voor beide helften van het kinderzwembad, en liep het deel waar wij (en nog honderd anderen) in zaten, ook leeg. Enfin, drie kwartier heeft het geduurd voor het water was weggelopen en alles was schoongemaakt (en zaten wij dus op de bodem van een leeg zwembad), en vijfentwintig minuten voor het waterpeil weer normaal stond. Tegen dan verveelde Kobe zich stierlijk, en ook Merel had er stilaan genoeg van.

En het vijftigmeterbad? Daar konden we toch ook gaan spelen? Mja, maar dat water is behoorlijk koud, want afgestemd op serieuze sportzwemmers…

Enfin, niet echt een succes dus.
En daar betaalt ne mens dan 25 euro voor…

Lightopia

Ik heb de kinderen ooit plechtig moeten beloven dat we in elke vakantieweek minstens één museum zouden doen. Ze doen dat dolgraag, alle drie. Er was al lang de vraag om nog eens naar het Designmuseum te gaan, en met de tentoonstelling Lightopia leek me dat het ideale moment.

Ik moet toegeven: ik was niet wild van Lightopia. Ja, er waren mooie dingen te zien, en je kreeg een deftige uitleg, maar toch… Ergens bleef ik een beetje op mijn honger zitten. Een deel van de lichtinstallaties zit in een aparte expositieruimte, een deel is verweven in het permanente gedeelte, en dat ken ik al min of meer uit het hoofd.

Voor de kinderen was er de playmobielzoektocht. Wolf en Kobe weten het merendeel van de ventjes al staan, maar het was zalig om zien hoe ze Merel op sleeptouw namen. Zij was telkens door het dolle heen als ze weer een ventje had gevonden, al dan niet na “subtiele” aanwijzingen van Wolf ^^

Enfin, we zijn daarna nog even door de kou gaan rondlopen, aten een ijsje, respectievelijk een warme wafel – het is nóóit te koud voor ijsjes! – en keerden dan simpelweg terug, want verder hadden we in de stad niks te zoeken. Niemand had nog iets van kleren of zo nodig, en het was intussen ook welletjes. Maar wel een fijne namiddag.