Halloween

Vandaag was het wel enigszins Halloweenig, ja. Gisteren hebben we een kilo popcorn gepoft en in zakjes gestoken, vandaag zijn we die na de middag gaan afgeven in het rugbyclubhuis, en dan meteen doorgereden naar Behekst Diksmuide.

Het centrum van de stad is verkeersvrij, en overal zijn er middeleeuwse dingen te doen. In één grote loods is het allemaal Halloween wat de klok slaat: een groot griezeldoolhof, verschillende kraampjes, en dus ook een stand waar Elanor staat, de Vlaamse Tolkienvereniging. We hadden een schitterende ork mee, een Nazgûl, en met de rest stonden we haar in te vlechten op Elfse wijze. Een bezigheid, jong!

Ik ben met de jongens toegekomen – Merel was thuisgebleven bij een zieke Bart – rond half drie, en rond zevenen waren we alweer weg, omdat we nog andere verplichtingen hadden. De jongens zijn op hun eentje gaan rondlopen, ik heb quasi continu in en rond de stand gestaan. Gelukkig was het niet echt druk qua haarvlechten, dat viel best wel mee. Ik heb wel gezellig de ork koekjes staan voeren, en eventjes in het begijnhof vlakbij een kijkje genomen.

1385941_10153286758623502_1948525520956566074_n

IMG_0797

Oh, en net toen onze specialist ter zake even iets was gaan halen om te drinken, kwam er een stortvloed aan aanvragen om namen in het Elfs te schrijven. En toen twintig minuten later de storm even plots gaan liggen was als die opgestoken was, kwam hij doodgemoedereerd weer aanwandelen. En ik zat intussen met een schrijfkramp :-p

In elk geval vond ik het wel voor herhaling vatbaar, zodat ik volgend jaar toch terug wil gaan. Als de kinderen nog willen, tenminste.

Aansluitend zijn we naar de rugby gereden, waar de mensen van de U12 een geniale Halloweenfuif organiseerden. De kinderen, tsja, die zijn in kostuum gaan voetballen. Zo’n fuif, daar vinden ze blijkbaar nog niks aan. Ik heb rustig wat van de Halloweenhapjes gegeten, wat staan kletsen, en tegen negenen weer naar huis gereden. De jongens waren moe, en hadden geen zin om langer te blijven.

De sfeer zat er nochtans goed in.

IMG_2393

IMG_2396

IMG_2397

IMG_2398

IMG_2399

IMG_2412

Van boswandelingen en honderdjarige verhalen

De dag begon heerlijk gezapig, zoals een vakantiedag hoort te zijn. Ik had in mijn hoofd dat ik rond een uur of drie nog naar mijn grootmoeder wilde, maar er werd hier ten huize zo fantastisch – en stil – gespeeld, dat ik het over mijn hart niet kreeg om de kinderen te roepen.

Pas toen ze joelend en dansend naar beneden kwamen om een vroeg vieruurtje, nam ik hen op sleeptouw. Meer dan een giletje was niet nodig, op deze onmogelijk warme bijna-novemberdag. We reden voorbij het rusthuis, liepen de bossen van Lembeke in, en zagen hoe het zonlicht de duizenden spinragdraden tussen de bomen deed glinsteren.

We speelden, we renden, we dansten, we bekeken paddenstoelen, we ritselden door de blaadjes, en we genoten vooral.

En met een uitgewaaid hoofd waaiden we binnen bij mijn grootmoeder, die over een maand 103 wordt. Ze keek met een gelukzalige glimlach naar de kinderen, en herleefde helemaal. En toen stelden de jongens vragen over honderd jaar geleden. Of ze zich nog iets herinnerde van de eerste wereldoorlog.

Ze hoefde geen moment na te denken. Jazeker, knikte ze vol overtuiging, ze herinnerde er zich nog behoorlijk wat van. Bij het begin was ze drie, maar tegen het einde was ze nog net geen zeven. De blik in haar ogen werd tegelijk peinzend en vurig. Hoe ze als kind op het bankje aan de straat zaten, en de mensen met stootkarren en handkarren en pak en zak zagen voorbijkomen. En hoe haar vader, de brouwer, vroeg waarom ze wegtrokken. “Ha, moar ’t es oorlog, meniere!” Waarop hij antwoordde dat de Duitsers toch geen mensen opaten. En hoe zij op het bankje zat, en toekeek.

Of – en toen schoten haar ogen werkelijk vuur – de geluiden. Dat kon ze nog steeds horen, zei ze: hoe de Duitsers op een dag zonder een woord uitleg met een grote camion het erf opreden, en hoe zij buiten kon horen hoe de Duitsers de grote koperen brouwersketels aan stukken sloegen, om het koper mee te kunnen nemen. En hoe haar moeder huilde. Dat geluid, zei ze, van de hamers op die koperen ketels, dat kon ze nu nog steeds horen. Ondanks alle hoorapparaten.

Mijn zonen zaten erbij met open mond. En probeerden zich  voor te stellen hoe het zou zijn om je geluiden van honderd jaar oud te herinneren. Geluiden, indrukken en gezichten die je nooit vergeet, ook al doe je er nog honderd jaar bij. Het lukte hen niet.

En dus gaven ze omoe een warme knuffel, en dansten de warme herfstavond in. Waar het intussen al donker geworden was, zonder dat iemand het gemerkt had.

IMG_2365

IMG_2356

IMG_2371

IMG_2373

IMG_2377

 

Daguitstapje

Vandaag voelde ik me echt al stukken beter – lang leve de antibiotica – en dus nam ik de kinderen op het gevraagde sleeptouw, ondanks de regen.

Het begon met een laatste tandartsbezoek voor Kobe – gaatje vier werd ook vakkundig gevuld – en daarna reden we naar ’t stad: de Pizza Hut! In de druilregen liepen we zingend onder de paraplu naar het overvolle restaurant. Het begint stilaan een traditie te worden, een keer per vakantie naar de Pizza Hut. Maar om eerlijk te zijn vind ik dat niet zo erg.

Enfin, een hele hoop pizzapunten en een bordje poffertjes per kind later wandelden we, nog steeds in de regen, naar het Huis van Alijn. Ook dat was uitdrukkelijk gevraagd door de jongens. We bekeken de expo rond goochelen, en deden de tocht van Vlieg. Ondertussen kennen de kinderen er echt wel goed hun weg.

In het terugkeren was het gelukkig gestopt met regenen, en gingen we nog, op vraag van de immer hongerige Kobe, een vieruurtje eten in de Hema. Merel hoefde niks meer, die was doodop. We namen nog een paar spulletjes mee uit de Hema, betaalden een stevige som in de parkeergarage, en reden naar huis. Het was intussen half vijf, en op die manier waren we nog lekker op tijd voor de rugby. Merel was zodanig moe dat ze prompt in slaap viel, en zelfs niet wakker werd toen ik de garage inreed. Ik heb haar dan maar laten slapen in de auto: ze kon, zodra ze wakker werd, toch perfect zelf uitstappen.

Alleen… ze bleef maar slapen. Bart was intussen onverwacht ook thuis gekomen: hij voelde zich echt niet goed, en had zijn afspraak afgezegd. Tegen kwart voor zes heb ik Merel dan maar uit de auto gehaald en bij papa onder een dekentje gelegd, zodat ik met de jongens naar de rugby kon. Bart vertelde dat ze quasi onmiddellijk daarna gegeten hadden, en dat ze zelf vroeg om in haar bed te mogen. Tegen half zeven sliep ze.

Ze heeft echt nog last van dat winteruur: ze is steevast om zes uur wakker, ’t kleintje.

Enfin, er was eindelijk actie deze vakantie, en daar waren ze toch wel allemaal aan toe. Ook al werden ze er doodmoe van.

Nog eens die Minotaurus

Prachtig weer buiten, maar ik voel me echt nog niet goed genoeg om veel buiten te lopen met drie kinderen, jammer genoeg. Ik ben bezig aan de berging – kleine dingen, zoals een kapstok en een rek ophangen – maar echt goed gaat het niet vooruit, want het is met tussenpozen. Maar bon, we geraken er wel.

De kinderen heb ik daarstraks al samen om brood gestuurd, kwestie dat ze ook even buiten zijn in dit weer. En ze hebben al in de tuin rondgehangen ook. Maar daarstraks kwamen ze vragen of ik geen zin had om een gezelschapsspel te spelen met hen. Ja, zei ik, maar dan wel eentje waar ook Merel aan kan meedoen, eventueel met een beetje hulp.

IMG_2337

En dus werd de Lego Minotaurus nog eens uit de kast gehaald. Merel was ongelofelijk snel weg met de spelregels, en zat al gauw te gillen dat het geen naam meer had: “Nééééééé mama, het monster mag mij niet opeten!” Toen dat mij overkwam, zat ze ronduit te schateren, en iets later, toen een van haar ventjes alsnog werd opgevreten, kwamen er traantjes aan te pas. Maar wij kenden geen genade: ze moet ook leren dat ze kan verliezen. Het werd een spelletje met ongelofelijk veel animo, gegil en gelach. Wijs, jong!

Enfin, uiteindelijk was ze toch nog gewonnen, en waren ze allemaal zodanig door het dolle heen dat ze stonden te dansen op de tafel ^^

Die kinders van mij, ik denk niet dat dat ooit nog goed komt.

Oh, en geheel vrijblijvend uiteraard: als ge niet weet wat gekocht, dat spel is dus toch wel redelijk de max, ja. Al was het maar omwille van de kleine zwarte minotaurus die erin zit. Met van die vreselijk schattige kleine horentjes. En dan moet ge de mythe wel vertellen ook, natuurlijk. Ha ja.

Lego

Zo van die dagen dat ge ziek zijt, dat zijn van die dagen dat ge dankbaar zijt dat er zoiets bestaat als Lego. Echtig. En dus volgt nu reclame. Maar dan ook wel gemeend.

Ik had van de mensen van Lego en Oona een gigantisch grote doos opgestuurd gekregen, en daarin zat niets minder dan de Lego Chima Vuurtempel. Wijs, maat! Kobe was onmiddellijk zijn andere Lego Chima ventjes gaan halen, en dat gaf dit resultaat.

IMG_2329

Een grooote doos dus, als je die gewone legoventjes ziet staan.

Er zaten twee bouwpakketten in: de grote tempel die ook kan vliegen, en het kleinere, tsja, schip dan maar, zeker?

Ik lag in mijn zetel, en ik zag dat het allemaal dik in orde was. De jongens amuseerden zich te pletter, de tv ging zelfs niet aan, en als ik hen  niet naar bed had gestuurd, waren ze om tien uur ’s avonds nog bezig. Heerlijk, gewoon. Zelfs de eclairtjes bleven staan, want ‘Mama! Ik heb nog geen tijd gehad om dat op te eten, hoor, ik ben wel aan het bouwen he!”

 

IMG_2330

IMG_2331

Lego, het blijft een prachtcadeau. En sinds ik van het bestaan weet van Lego Wishlist, kijken de jongens er al helemaal naar uit. Geen raden meer wat ze wel of niet zouden willen, wat ze wel of niet leuk vinden, en – voor oma’s en opa’s – wat ze al dan niet al hebben. Ze vullen zelf in, en jij kan het bekijken. Dik in orde.

Zeker als je zo mottig als wat in je zetel ligt.