Poort 35

En weg zijn we weer vandaag, opnieuw een weekendje Larp. Op zich niks bijzonders, ik heb er in totaal wel al een zestigtal meegedaan, vermoed ik. (Als je niet weet wat larp is, google het even, of zoek het hier op de site op.)

Maar toch is het een beetje anders: er zijn drie leerlingen van me mee. Zesdejaars, en alledrie fantasy fans. De ene was al een keertje mee, de andere twee zijn totale nieuwtjes. Oorspronkelijk ging er nog een vierde mee, maar die heeft eerder deze week een serieuze blessure opgelopen, en mag dus absoluut niet mee.

En er gingen er nog vier meegaan: een juf van bij Wolf op school, met haar twee kinderen en een lief. Helaas, de kinderen hun examens beginnen maandag, en dat zou dus echt teveel van het goede zijn, want wat je vooral niet doet op zo’n weekend, is veel slapen.

Goh.

Weet je, ik kijk er naar uit om die leerlingen een keertje op hun donder te geven, zo met een zwaard. Want zij zijn misschien de helft jonger en een pak fitter, maar ik weet hoe ik latex wapens moet hanteren.

Al vermoed ik dat zij er evenzeer naar uit kijken, maar dan in de omgekeerde rollen :-p

Tagliatelle met champignons en gerookte ham

Ik probeer eigenlijk altijd Weight Watchers te koken: de gerechten zijn even lekker, en een pak minder qua calorieën. Maar ik moet toegeven, het ene is al lekkerder dan het andere, zoals bij ander eten.

tagliatelle

Het gerecht van vandaag gaat met stip op één in het lijstje favorieten. Damn! Te vinden in het nieuwe boekje ‘Vandaag begin ik!’, op pagina 44.

En eigenlijk zit er niet zoveel in hoor: tagliatelle dus, preiringen, kastanjechampignons, knoflook, groentenbouillon, en dan afgewerkt met light roomkaas, provençaalse kruiden, en gerookte ham. Maar lekker! 12 propunten per portie, dat wel, maar oververdiend. Ik denk dat ik het volgend weekend ga maken voor het ganse gezin, ze zullen er zot van zijn.

Overdaad

Ik wil niet met de vinger wijzen, want ik stond per slot van rekening óók in de winkel, maar toch een paar bedenkingen.

Ik ging dus deze voormiddag naar de Dreamland, om voor de kinderen elk een Sinterklaascadeautje te kopen. Merel krijgt een kleinigheidje want die snapt het toch nog niet, maar zo heeft ze ook iets. De jongens schreven een brief naar de Sint, en vroegen een bepaald spelletje voor de Xbox, en uiteraard – hoe kan het ook anders, hier ten huize? – om Skylanders.

Het was woensdagvoormiddag elf uur. De parking stond overvol, inclusief het ondergrondse stuk. Alle kassa’s waren open, en hadden elk een rij van minstens vijf mensen voor zich. En het overgrote deel van die mensen had een volgeladen kar bij zich. En dan bedoel ik ook volgeladen: vaak meer dan twintig stuks, en grote dozen. Ik stond daar bijna onwennig tussen met mijn drie stuks.

En toen maakte ik me de bedenking: moet dat nu echt? Ofwel zijn er dus veel meer gezinnen met tien kinderen in België dan we denken, ofwel deed iedereen al meteen inkopen voor Sinterklaas, kerst en nieuwjaar, en meteen ook in naam van alle oma’s, opa’s, meters en peters en godmagwetenwie. Maar dan nog.

Als onze kinderen een groot cadeau willen, dan wordt er samengelegd. Dan is dat van verschillende mensen tegelijk. En anders krijgen ze meerdere kleine dingen, zoals een verfdoos, of een puzzel of zo. De Sint brengt voor elk één ding, en dan ook nog enkel hier, niet bij de grootouders. Voor kerst krijgen ze ook van elk één cadeautje. Ik vind het belangrijk dat ze leren kiezen en afwegen wat ze willen, en dat ze de waarde van geld leren kennen. En als ze in het jaar ook nog iets willen (zoals nieuwe Skylanders) dat ze daarvoor dan maar hun verjaardagsgeld of nieuwjaarsgeld moeten sparen. Wat ze overigens ook netjes doen.

Maar blijkbaar zijn er dus mensen die zich echt in de schulden steken om grote en dure cadeau’s te kunnen kopen. Waar kinderen soms amper één blik op werpen, of een half dagje mee spelen, en dat is dat. En als ik die karren zag deze voormiddag, was er absoluut geen sprake van crisis.

Mja.

Het zal wel, zeker?

Dokter

Deze keer niet voor mezelf, maar voor Wolf. Hij heeft namelijk al lang last van een soort uitslag, met behoorlijk wat jeuk. Niet dat je er veel van ziet, maar als je erover wrijft, voel je een soort kleine boebeltjes. Vroeger had hij dat ook, maar dan enkel op zijn onderrug, op het stuk dat altijd bloot komt in de winter als ze op hun hurken zitten, hoeveel laagjes kleren je hen ook aantrekt. Een soort koudebrand dus.

Nu was het uitgebreid: zijn onderarmen, zijn bovenbenen, zijn ribben, en zelfs een beetje op zijn buik. Bizar. Ik wreef hem al een tijdje in met cold cream, maar dat bleek niet echt te helpen.

Dokter dus. Die keek, en zei dat het een extreem droge huid was door onder andere de kou. Ze raadde aan om niet al te vaak, en zeker niet te heet te douchen, niet voor het blaasvuurtje in de badkamer te gaan staan, en een speciale niet-uitdrogende zeep te gebruiken. En een speciale lotion en antihistamine voor een tijdje.

Ik hoop maar dat hij ervan af geraakt, want hij heeft er vooral last van als hij gaat slapen.

Drie

Mereltje leert tellen, en is daar dan ook apetrots op. Zo zijn er twee flesjes in de badkamer, twee pantoffels, twee kousen, en vooral ook altijd twee handjes. Vol trots telt ze dan: “Eén, twee! Ja hé mama!”

En toen leerde ze het begrip drie. En sindsdien, als je haar vraagt: “Merel, hoeveel handjes heb jij?” dan kijkt ze je aan, houdt haar kopje scheef, en zegt dan vol overtuiging: “Dwie!” Om het dan uit te schateren van de pret, omdat ze je voor de gek heeft kunnen houden.

Die kleine van ons, dat wordt een speciale, ik zeg het u.