Ziek

En nu is Bart ziek, en redelijk serieus ook. Hij was de voorbije dagen al niet in optima forma, maar vandaag is hij geveld. Koorts, mottig, en de hele nacht overgeven, helaas. Hij klaagt er ook over dat hij keelpijn heeft, en dus ga ik morgen de dokter laten komen, om zeker te zijn dat het toch ook geen keelontsteking is, zoals bij mij.

Ik denk dat het een stevige buikgriep is. Hij is in elk geval behoorlijk ellendig, den duts.

Foto’s

In de paar zonnige uren de voorbije week heb ik toch al wel een paar foto’s in de tuin genomen, gewoon om te kijken hoe goed het lukt om in het felle licht close ups te nemen van bijvoorbeeld bloemen.

Bloemen waar ik trouwens best wel trots op ben :-p

bloem1

De clematis op de hoek van ons terras, langs de regenpijp

bloem5

bloem2

Ongelofelijk leuke kleine sterretjes die zichzelf hebben gezaaid. Het lijken wel vetplantjes, en ik heb er geen idee van wat het is.

bloem6

bloem3

bloem4

De andere clematis die in de blauwe regen is gegroeid. Helaas niet te zien van in het huis of de tuin :-/

bloem7

bloem8

En een close up van de solanum, bloemetjes van een vierkante centimeter.

En als uitsmijter nog wat foto’s van Merel :-p

Merel1

Merel2

Merel3

Koppijn

Koppijn, man! Mijn hoofd is een en al buil (ik moet gisteren behoorlijk hard gevallen zijn bij het flauwvallen), zowel opzij als vooraan. Opzij wellicht door tegen het lavabootje te vallen, vooraan door tegen de grond te slaan. Zelfs mijn wenkbrauwen optrekken doet pijn.

Gelukkig ben ik niet lichtgevoelig of zo, ik denk niet dat er een hersenschudding in het spel is.

Maar wel nogal hard auw. Als in AUW.

Ugh.

Oei!

Nu ben ik weer wat tegengekomen…

Ik moet zeggen, ik loop dus eigenlijk rond met een keelontsteking, en de nodige antibiotica in mijn lijf. Reken daar de vermoeidheid van de examens bij, en de deliberaties deze morgen, en dan weet je dat het niet zo goed gaat.

Deze avond was er de barbecue van de zesdes, en ik was eigenlijk te moe en te mottig om ernaar toe te gaan. Aan de andere kant, het is zowat de laatste keer dat ik mijn lieverdjes zie, dus ik ging wel acte de présence geven, eten, en terug naar huis.

Op het moment zelf voelde ik me echter prima. Ik heb gezellig zitten kletsen met zowel collega’s als leerlingen, en heb genoten van de barbecue: massa’s gewokte groenten, twee scampispiesjes en een klein stukje entrecote, en dan nog het dessert, zijnde gebakken ananas met ijs. Zoveel heb ik dus echt niet gegeten, en ik heb er toch wel veel water bij gedronken. En toch…

Rond half twaalf ben ik doorgegaan, en in de auto kreeg ik plots serieuze buikkrampen, zodat ik me echt naar huis heb gehaast. Damn die trage auto voor mij! Thuis heb ik snel een emmer meegegrist in mijn haast richting toilet. En jawel, serieuze buikloop, overgeven, en een bijzonder mottig gevoel. Zo erg zelf, dat ik ongelofelijk ongemakkelijk werd, en blijkbaar zelfs ben flauwgevallen. Want plots werd ik wakker met het gevoel dat het toch wel erg hard was aan mijn hoofd. En toen ik mijn ogen opende, zag ik de tegels. Van de vloer. Hmmm. Gelukkig was Bart nog wakker, en die heeft me overeind geholpen, en uiteindelijk ook in bed gekregen. Kanjer van een koppijn, en een vreselijk gevoel.

Hopelijk geen hersenschudding…

Onderwijsdebat

Ik wil me er zo weinig mogelijk over uitspreken, omdat iedereen me per definitie bevooroordeeld vindt: als leerkracht Latijn ben ik er uiteraard tegen dat Latijn naar de tweede graad verschuift. Je kan voldoende Latijn leren op vier jaar? Yeah right, dan kunnen we de Latijnolympiades en dergelijke ook meteen maar vergeten, want er is geen sprake van dat ik dan nog in de zesdes Cicero kan lezen. Maar het gaat niet enkel over het vak Latijn. Het gaat over zoveel meer.

Een vriend van me schreef het als volgt (en ik heb de post maar meteen overgenomen, al kan je het ook hier op zijn eigen blog lezen):

Boterhammen met tranen.

Vanmorgen kwam naar aanleiding van de afschaffing van het b-attest Pascal Smet nog eens ter sprake aan de ontbijttafel. Ook dat van die oriënterende jaren passeerde weer de revue en plots spitste mijn dochter haar oren. Ze is elf, heeft al een keertje versneld, en zit in het zesde leerjaar. Of ik het haar even wou uitleggen. En daar ging ik dan, zo objectief mogelijk, over het weghalen de tussenschotten tussen ASO, TSO, BSO, over beter begeleiden bij studiekeuzes, dat ‘de Latijnse’ geen richting meer zou zijn in de eerste twee jaren, dat er heterogene klassen zouden komen waar alle mogelijk vakken zouden worden gegeven enz.

Plots barstte ze in tranen uit. Ontroostbaar was ze. ‘Als dat zo zit, dan wil ik niet meer naar school’, snikte ze. ‘Al twee jaar kijk ik uit naar de Latijnse, al twee jaar zit ik te wachten op een klas met kinderen die wél aandachtig willen luisteren, die wél willen studeren, die mij niet ‘uitmaken’ voor freak of nerd omdat ik nu eenmaal goeie punten wil en wel veel wil bijleren.’ Ze raasde verder: ‘Ik wil niet meer tussen leerlingen zitten die met een rekenmachine nog niet kunnen wat ik in het vierde leerjaar al uit mijn hoofd deed, ik wil niet meer in groepswerkjes al het werk moeten doen en iedereen alles moeten uitleggen. Ik wil dat het eindelijk eens moeilijk wordt voor mij.’ Ze kiest dus blijkbaar vooral voor ‘de Latijnse’ omdat het de moeilijkste richting is, niet omdat dat prestigieus of zo zou zijn.

Ik ben geen onderwijsdeskundige en ik heb allerminst de wijsheid in pacht, maar ik weet wel dat de tranen oprecht waren en dat haar keuzemoment nu is en niet over twee jaar. Nog twee jaar vervlakking kan zij niet aan. Waar zij nood aan heeft, en volgens mij élk kind, is een juiste context en een goede begeleiding bij het maken van die keuze, én aan nog betere en nog meer gemotiveerde leerkrachten. Het zijn de leerkrachten die richtingen kunnen opwaarderen, boeiender en aantrekkelijker maken… Meer leerkrachten kunnen ook beter differentiëren, bepaalde leerlingen motiveren en begeleiden, nog andere leerlingen uitdagen, prikkelen en blootstellen aan complexere dingen… Maar dan moet eerst het beroep van leerkracht worden opgewaardeerd, moeten er nog betere opleidingen komen, permanente opleidingen, betere salarissen, betere omkadering enz. Daar moet er hervormd worden, daar kun je voor een bijna revolutie zorgen. De kwaliteit, de instelling en de motivatie van het lerarenkorps zijn volgens mij de sleutel, de leerkrachten bepalen de hoogte en de breedte van de uitstroom, niet de structuur. Wie hoofdzakelijk z’n heil zoekt in structuren heeft of zelf niet goed opgelet in de klas, of heeft geen vertrouwen mensen. En niet afkomen dat er geen geld voor is, dit is immers geen kost maar een investering. Het fabeltje van het terugverdieneffect is al zo vaak gebruikt in de politiek, maar in dit geval is het geen fabeltje, hier is het echt zo.

Terug naar de ontbijttafel. Is mijn dochter een uitzondering, een wonderkind, hoogbegaafd? In de vérste verte niet. Ze is gewoon ambitieus en wil hard werken (en ze is nog een beetje naïef, want ze wil rechter worden zodat ze rechtvaardigheid in de wereld kan brengen). Toen ik haar zei dat zij nog wel aan het merendeel van dit boerenbedrog zou ontsnappen, fleurde ze wat op, maar vroeg ze wel meteen: ‘En mijn broertje dan?’ Ik suste haar door te zeggen dat we, als het zover kwam, wel iemand zouden vinden om extra privéles te geven en dat ik tegen dan wel wat meer thuis zou zijn om zo de lat wat hoger te leggen… Dat dat dan nog meer maatschappelijke segregatie betekent, zal wel niet de bedoeling zijn geweest van Pascal Smet, maar dat nemen we er dan maar bij.

366 – 21 juni

365-172

Klaar om naar school/crèche te vertrekken. Wolf met een nieuwe regenjas (want hij is de oude kwijt), Merel in een nieuwe outfit.