Brand (of nog net niet)

Gisteren heb ik hier bijna brand gehad. Gene zever.

Ik voelde me al wat beter, maar zeker nog niet tiptop. Ook de jongens waren thuis omdat er een pedagogische studiedag was. Om toch maar niet te veel uit mijn kot te moeten (koude lucht triggert de hoestbuien) ging ik zelf brood bakken. Ik heb al jaren een broodbakmachine, en ik gebruik die geregeld, als ik eraan denk, en vooral als Bart ’s avonds niet thuis is, want zo één broodje is nipt niet genoeg als de jongens honger hebben.

Nu goed, ik heb dus netjes alles in de machine gedaan, zoals altijd. Het was wel een ander soort meel, precies wat vloeiender, zodat het geheel te slap was nadat ik er melk en water had bijgedaan. Soit, gewoon wat extra bloem, en opgelost. Dacht ik.

In de namiddag zitten de jongens netjes te spelen aan de salontafel, en ik zit aan mijn bureau. Komt Kobe bij me om iets te vragen, en hij merkt op: “Zeg mama, dat ruikt hier precies naar sigaretten!” Unk? Mijn eerste gedachte is: bij de buren of zo staat iemand te roken en die geur komt binnen. Maar dat kon niet, want alle ramen en deuren waren gesloten. Maar ik snuffelde grondig, en moest hem gelijk geven. Ik sta dus recht, al snuffelend, en loop richting keuken.

Oy vey! De hele keuken stond onder een dikke rook, wat wij dus hadden geroken. Ik heb onmiddellijk de deur toegedaan, het venster open, en de dampkap vollen bak. En het broodmachien, want dat was de schuldige, buitengezet. De rook sloeg er aan alle kanten uit. Wat was er gebeurd? Mijn deeg was inderdaad nog te slap, was serieus beginnen rijzen en was over de rand gerezen. Dat gebeurt soms nog, maar nu was het deeg zo slap dat het over de rand was gevallen, op de warmte-elementen. En toen het bakproces was begonnen, waren die stukjes deeg beginnen verbranden en verkolen. Het machien werkt in principe nog, denk ik. En gelukkig hangt er geen zwarte aanslag in mijn keuken, het was geen roet of zo.

Maar die geur, die is precies nog niet direct weg. Hmm.

Gezelschap

Door al dat ziek zijn heb ik al één en ander moeten afzeggen.

Gwen ging dinsdag komen, en die heb ik dus afgebeld. Vandaag had ze opengehouden als mogelijkheid, maar dat zag ik nog steeds niet zitten.
De salsales dinsdagavond heb ik dus ook moeten missen. Ik kon amper op mijn benen staan, was al blij dat ik Merel niet liet vallen, laat staan dat ik zou gaan dansen. Ik had trouwens zelfs geen babysit, had ik me goed gevoeld.
En donderdagavond, gisteren dus, ging normaal gezien de roleplaysessie bij mij doorgaan. Ik heb de Cthulhu dus ook afgebeld, ik was al lang blij dat ik de dag was doorgekomen. Een collega die Merel eens ging komen bekijken in de namiddag, heb ik ook naar een ander tijdstip doorverwezen. Wel ben ik zelf de kinderen gaan halen, ook al mocht ik eigenlijk niet buiten van de dokter. Maar er waren niet veel alternatieven, en ik had al weken op voorhand beloofd aan Delphine dat ik Marthe en Victor ging meebrengen, dus wat kon ik anders? Ik heb me gehaast, en mijn longen uit mijn lijf gehoest. En daarna weer netjes binnen gebleven en een huilende Merel getroost.

Tot zover mijn geplande sociale leven dus.

Aan de andere kant is mijn ma dinsdag komen helpen (al was het min of meer al afgesproken dat ze ging binnenwaaien). Is woensdag Greet een anderhalf uur op de jongens komen passen. Is gisterenvoormiddag Vallery binnengewaaid. Dat vond ik niet erg, integendeel. We hebben gezellig zitten kletsen bij een stevige koffie, en ik kon ongegeneerd ziek zijn bij haar. Tsja, dat zijn de mensen waarvoor de term ‘goeie vriendin’ wel geldt zeker? En vandaag waren de kinderen een ganse dag thuis, pedagogische studiedag. En heb ik nog een degelijke maaltijd kunnen samenstellen met gerief uit berging en diepvries, zonder buiten te moeten komen.

En de jongens waren apetrots vandaag: ik heb hen samen naar de apotheker gestuurd. Dat is amper een paar honderd meter, het einde van de straat en dan het hoekje om, zonder dat ze een straat moeten oversteken, maar toch. Helemaal gerust was ik er toch niet op, en verdomde blij dat ze terug waren. Maar trots, ja, je had ze moeten zien glimmen. En dan kregen ze nog een ijsje als beloning, om lekker samen buiten op te eten. Ze genoten van het goeie weer,  en bliezen samen bellen. Kobe heeft zelfs zo hard gelachen dat hij in zijn broek heeft geplast.

Ik denk  niet dat zij er zoveel last van hebben dat mama ziek is. Gelukkig maar.

Weight Watchers 4

Het is nog steeds gene vette. Vorige week heb ik netjes mijn punten geteld, zaterdag viel dat dik tegen, en zondag heb ik het niet eens geprobeerd. Ik vind: als je een menu gaat eten, moet je niet beginnen muggenziften, maar gewoon genieten. Soit.

Maandag voelde ik me ziek, maar was er nog wel mijn eetlust. Gelukkig maar, want ik heb een baby te voeden.

Eén en ander resulteerde in toch wel wat gewicht kwijt, maar niet overdreven. Maar bon, we stijgen toch niet meer, da’s ook al goed.

Di 01-02: 80
Di 08-02: 79,4
Di 15-02: 79
Di 22-02: 80,4
Di 01-03: 79,3

Niet de verhoopte 79, maar er zat dan ook een bijzonder lekker diner bij. Voor mij niet gelaten.

Meh.

Nog steeds ziek. Ik had gehoopt dat het al wat beter zou zijn vandaag, maar niet dus. Daarstraks nog 38,4°, de koorts is er dus wel, zij het niet echt hoog. De hoest wordt ook erger. En Merel is ook niet helemaal ok, ze heeft ons verschillende keren wakker gemaakt vannacht. En nu moet helaas ook Bart opstaan, want ik zie het niet zitten om zelf met haar rond te lopen om haar te sussen. En dan wordt ook Kobe nog wakker omdat hij een nachtmerrie heeft…

Ik ben zo moe, dat ik vanmiddag gewoon even op Facebook gevraagd heb of er soms iemand zin had om een paar uur te komen babysitten zodat ik kon slapen. Greet wilde dat wel komen doen, en ik ben dankbaar ingegaan op het aanbod. Ik lag zelfs te slapen in de zetel toen ze aanbelde. Wolf heeft haar binnengelaten, en toen ik een dik uur later wakker werd, zaten ze alledrie braafjes te spelen met de blokken en de domino’s, en was ook Merel wakker.

Het heeft me deugd gedaan. En dan ’s avonds was Bart gelukkig ook thuis, zodat ik ook dan ongestoord in slaap ben gevallen, wetende dat hij het fort wel ging bewaken.

Ziek zijn, het is niet alles. Zeker niet met drie kinderen en een drukbezette echtgenoot.

Ziek

Het is zondagavond begonnen (eigenlijk al eerder: opgestaan in een rothumeur en de ganse dag een serieuze koppijn gehad, die alleen maar erger werd): toen we thuiskwamen van het restaurant, heb ik onmiddellijk een zware Dafalgan geslikt, en ben mijn slaapkleren gaan aantrekken en een stevige warme vest. In de zetel ben ik daarna in slaap gevallen, lekker warm onder een dekentje in de armen van mijn lief.

Helaas, bij het wakker worden kreeg ik koud. Niet zomaar koud, maar door en door koud. Met oncontroleerbare rillingen en klappertanden en al. Bart probeerde wanhopig me warm te houden, met extra dekens en knuffels en zo, maar pas na een goed uur begon ik stilaan op te warmen, mede dankzij mijn elektrische deken. Later die nacht kreeg ik het veel te warm, het zweet gutste van me af, letterlijk. Ik ben een paar keer verse slaapkleren mogen gaan aantrekken wegens doorweekt.

Soit, een goeie griep dus. Om Bart gerust te stellen – koppijn, algemeen mottig, duizelig, lichte koorts, een hoestje – heb ik de dokter laten komen, en die bevestigde die diagnose. Je kan door ook niet veel tegen doen behalve rusten, en dat kan nu net niet met een jonge baby. Tsja. Ik mag wel paracetamol nemen om de symptomen te verminderen, en een propolissiroop tegen de hoest.

Ik durfde helaas niet met de auto te rijden wegens regelmatig wegdraaien, en dus is Bart snel tussen twee afspraken door de jongens van school gaan halen gisteren. Vandaag is mijn ma langsgekomen, en die heeft de jongens meegebracht, brood en medicijnen gehaald, en vooral ook Merel in bad gestoken. Ik kan wel met haar rondlopen en voeden en zo, maar stel je voor dat ik wegdraai op het moment dat ze in bad ligt…

Hopelijk ben ik er snel van af. Het werkt nu al danig op mijn zenuwen.