Groot (of toch bijna)

Deze morgen ging Kobe zijn laatste week in de crèche in.

Nog één week, en ook hij mag al naar school.

Mijn jongens worden groot. En ik weet eigenlijk niet of ik daar wel onverdeeld gelukkig mee ben.

Vrijdag

Vrijdag heb ik een onverwacht gezellige namiddag gehad.

Ik moest lesgeven tot 12.05u, en had daarna Twunch in de Greenway in Gent. We hadden al bij al een hoop volk, en blijkbaar een zeer gastvrije eigenaar, gezien de etalage :-p

twunch

Er was een ganse hoop volk, en daaronder ook Saskia, een ingeweken, goed geschifte Nederlandse die een tijdlang in Gent heeft gewoond, maar nu beroepshalve zich in Antwerpen ophoudt. Ze is momenteel bezig aan een alternatieve stadsgids over Gent, en vroeg nog een aantal adresjes. De leerkracht in mij kwam boven en ik kon het niet laten hier en daar een schrijffout aan te duiden in haar conceptexemplaar, en vooral een aantal dingen toe te voegen. Toen ze blijkbaar de Antoniuskaai niet kende, en de bijhorende prachtige brug van Walter De Buck, heb ik haar meteen maar meegenomen in die richting.

We zijn wel eerst in de Walter (Gents nieuwste hippe koffieplaats) een koffie gaan drinken, en daarna een fijne wandeling gedaan via ’t Gewad, het Prinsenhof en de Antoniuskaai. Omdat ze ook nog in Simon Says wou gaan kijken, zijn we daar dan opnieuw een koffie gaan drinken.
Vandaaruit ben ik dan nog naar de Inno getrokken (zij bleef daar zitten om de wifi te misbruiken om nog wat te werken) om een paars hoedje (gespot door mijn ma) te kopen, en al bij al was ik pas tegen zes uur terug thuis, mét zere voeten (want ik had die wandeling niet voorzien en dus geen goeie schoenen aan).

Al bij al dus een drukke, fijne, en vooral onverwachte namiddag gehad.

En geen bal van het voorziene schoolwerk gedaan, maar bon :-p

Vier jaar

Vier jaar, jawel, vier jaar ben ik hier al onzin aan het verkopen. Dag op dag.

In het begin ging het met horten en stoten, maar op nieuwjaarsdag 2009 had ik het voornemen gemaakt om elke dag minstens één postje te hebben. Dat is gelukt, al heb ik geregeld postjes op voorhand klaargezet, of achteraf nog afgewerkt.

804 posts heeft dat opgeleverd, waarvan ongeveer 400 in 2009.

Bedankt om te lezen, maar u hoeft zich echt niet verplicht te voelen. Want ik, ik blijf nog wel eventjes onzin schrijven 🙂

Tweiclub nummer 5

knitting-gift

Na een half jaar pauze was er gisteren eindelijk weer eens een Tweiclub. Blijkbaar was de datum niet bijzonder goed gekozen, want nogal wat mensen waren nog bezig met examens, of lagen ziek in hun zetel te zuchten.

Het resultaat was dat we met vier gezellig in de zetel zaten: San, Patricia, Els en ik. Ik heb een sjaal voor Kobe afgewerkt, San heeft een volledige muts (mét bloem) gehaakt voor een vriendin, Patricia heeft duchtig zitten tellen en uiteindelijk iets nieuws opgezet, en Els was bezig met een Nepalese oormuts. Tussen het getik van breinaalden en haaknaalden door hebben we oeverloos zitten kletsen, chips gegeten en een klein taartje naar binnen gespeeld.

Rond half twaalf heb ik uiteindelijk iedereen naar huis gestuurd, of we hadden er nog minstens een uur gezeten.

Hopelijk de volgende keer weer wat meer volk?

Murphy

Damn you, Murphy!

Vanavond is er voor het eerst sinds een half jaar weer Tweiclub. Ik heb het speciaal op een donderdag gelegd, omdat dan mijn kuisvrouw is langsgeweest en ik niet in schaamte moet vallen over de staat van mijn huis.

Hmpf.

Heb ik toch wel telefoontje gekregen zeker, dat ze ziek is!

Ik heb het nog zitten denken, eerlijk waar, ik heb het nog zitten denken!

Boek

Een tijdje geleden, op Barcamp meer bepaald, stak Karen een idee in mijn hoofd.

Een boek vol Griekse mythen en sagen, maar dan wel verteld naar kinderen toe.

Wat denk je: zou daar interesse voor zijn, en een markt voor bestaan? Of bestaat dat al? Ik ken er in elk geval geen.

Dienstverlening

In het kader van mijn vaste benoeming (na 17 jaar) moest ik een bewijs van goed gedrag en zeden hebben.

Ik dus naar het dienstencentrum hier in Wondelgem. Ik mag bijna onmiddellijk binnen, en word zeer vriendelijk ontvangen. De dame aan het loket neemt mijn identiteitskaart aan, en spreekt heel eventjes een politieagent aan die er net staat (ze zitten aan de andere kant van het gebouw), en even later verdwijnt de agent met mijn IDkaart. Tiens?

Ik wacht een tiental minuten, en dan komt ze heel eventjes uitleg geven: dat een model 2 (blijkbaar voor mensen die met kinderen werken) niet langer bij hen moet aangevraagd worden, maar sinds kort bij de politie. Wanneer ik me probeer te verontschuldigen en zeg dat ik gerust naar het politiekantoor kan gaan, lacht ze het weg: het komt wel in orde, ik moet nog eventjes wachten

Nog een vijf minuten later komt de inspecteur in kwestie terug met een papiertje, en verontschuldigt zich voor het wachten: eigenlijk is het kantoor gesloten in de namiddag, en moet zo’n bewijs op voorhand aangevraagd worden, maar hij had toch eventjes tijd terwijl hij op iets anders stond te wachten.

Als dàt niet chic is!

Bedankt, politie Wondelgem!

Zwaar

Ik doe mijn job dolgraag, maar soms zijn er toch kanten aan die hard aankomen, en die je meedraagt.

Zeker als een 17jarige bij je aanklopt om hulp. Dat hij het niet meer ziet zitten door diverse factoren, en dat hij zelfs overweegt om er een eind aan te maken.

Op zo’n moment slik je even. Ben je eigenlijk vooral blij dat ze bij jou een aanspreekpunt vinden (“Mevrouw, van u weet ik dat je om ons geeft, dat je met ons inzit en dat je ons begrijpt.”) en dat ze de stap hebben gezet om hulp te vragen. Maar dan voel je je ook immens machteloos. Want het enige dat je kan doen, is luisteren. Luisteren, en begrijpen. Want meer kan je eigenlijk niet doen: de thuissituatie kan je niet veranderen, de medeleerlingen en de schoolmoeheid ook niet of nauwelijks, en al zeker geen eventuele liefdesproblemen.

Je kan knikken, begrijpen, en eventuele voorzichtige suggesties doen. En vooral ook hopen dat ze professionele hulp (zoals het CLB) willen aanvaarden, want hoe ‘goed’ je als opvoeder ook kan zijn, we zijn nog altijd geen psychologen.

Maar geloof me: als zo’n gast bij jou heeft aangeklopt en zijn verhaal heeft gedaan, dan laat jou dat niet los. Ook al heb je het in handen van het CLB mogen geven, en weet je dat eraan gewerkt wordt. Dat er gesproken wordt, dat er geluisterd wordt, en dat er vooruitgang is.

Uiteindelijk blijven we toch altijd het leven van jonge mensen bepalen, en staan we daar niet altijd bij stil.

Nu dus wel.

Bareg

Tegenwoordig staat hier in huis regelmatig een CD van Kapitein Winokkio op, waar de kinderen behoorlijk verzot op zijn. Het zijn geen popliedjes, maar de gewone standaard kinderliedjes in een vrolijk jasje. Sommige ervan worden luidkeels meegezongen, de andere zijn ze nog aan het leren.

Halverwege de CD staat ook het liedje ‘En de boom staat op de bergen’. Dat is toch in elk geval wat wij hier in het Gentse zingen. Blijkbaar wordt het op de CD gezongen door een paar Antwerpenaren.

Wat Wolf de opmerking ontlokte: “Zeg papa, wat is dat, een bareg?”

En leg dan het verschijnsel Antwerps maar uit aan een vijfjarige!

Hof Van Cleve

hof

Deze middag zijn we op uitnodiging van Barts ouders (en op betaling van Barts nonkel) gaan eten in het Hof Van Cleve, jawel, het driesterrenrestaurant van Peter Goossens.

Wel…

Je kan het eten eigenlijk niet beschrijven. Het was ongelofelijk lekker, en een combinatie van smaken en texturen die je niet verwacht. Eigenlijk doet zelfs het menu het eten oneer aan. Elke schotel bestaat uit een combinatie van minstens tien dingen, die elk wellicht ook weer uit verschillende elementen zijn opgebouwd.

menu

Er waren bij de champagne talloze kleine hapjes, een voorgerecht met Zeeuwse oesters,

voorgerecht

een tweede voorgerecht met Sint-Jacobsvruchten, een hoofdgerecht met melklam, een dessert op basis van limoen en witte chocolade, en een tweede dessert met allerhande chocoladebereidingen. Ertussen kwamen ook nog diverse kleine tussengerechtjes.

tussengerecht

Bij de koffie kwamen dan een aantal vaste zoetigheden, maar ook een kar met nagerechten waaruit je vrijelijk kon kiezen.

Het eten was subliem. Echt. Maar ik vond het eten in bijvoorbeeld L’Herboriste bij Brugge (twee sterren) ongeveer even hoogstaand.

Wat maakt dan het verschil? Dat de ene een ster meer krijgt? Duidelijk de omkadering. De bediening bestond (wellicht toevallig deze keer) uit allemaal vrij jonge gasten, onberispelijk gekleed in driedelig kostuum, met allemaal evenveel zwier, charme en gevoel voor humor. Ik ben er zeker van dat ze daarop geselecteerd en getraind worden: ze gedragen zich niet als robots, maar kunnen ten gepaste tijde een opmerking maken, en komen daarbij bijzonder gevat uit de hoek. Ze hebben ook alles gezien en gehoord, en reageren daarop. Je wordt op je wenken bediend, zonder dat ze daarbij ook maar één moment storend overkomen.

Er is bijvoorbeeld ook een kelner enkel voor het brood: je hebt keuze tussen acht verschillende soorten, en ze komen voortdurend aanvullen. Er staan twee soorten boter op tafel, en in het begin komen ze rond met zes verschillende soorten olijfolie, waar je dan uit kan kiezen.

De sommelier komt de wijnen (aangepast bij het menu) aan tafel voorstellen: hij legt uit welke soort wijn het is, welke druif, uit welke streek, enzoverder. Ook bij het eten wordt telkens uitvoerig uitgelegd waaruit het gerecht is opgebouwd, en bij bijvoorbeeld de eendenmossel werd ook de schelp getoond waaruit dat beestje gepeuterd wordt.

Ik vond het in elk geval een ervaring waarvan ik enorm heb genoten.

En ik was maar wàt blij dat nonkel de rekening betaalde :-p

Bedankt, nonkel en schoonouders!