Ik heb al een jaar of twee een laptop. In het begin heb ik hem voortdurend meegesleept naar school, maar intussen heb ik een vaste PC met uitstekende internetverbinding in mijn lokaal, zodat dat niet meer hoeft.
Het ding ligt sindsdien voor het merendeel van de tijd in een schuif. Uiteraard gebruik ik hem wel af en toe, op reis bijvoorbeeld, of in de zomer als ik buiten wil zitten bij de kinderen. Hij heeft ook al gediend als depannage bij Netlash (toen de nieuwe computers nog niet waren toegekomen en de stagiair zonder computer zat), of om een vriendin uit de nood te helpen bij een acute laptopcrash.
Maar de laatste paar dagen weet ik bijzonder goed waarom ik het ding heb: ik geniet er immens van! Ik zit in de zetel, met telefoons, afstandsbediening en te verbeteren toetsen bij de hand, mijn geopereerde voetje netjes omhoog, en de laptop op schoot. Op die manier hou ik contact met de buitenwereld en voel ik me niet echt afgesneden. En kan ik me eigenlijk best wel verzoenen met mijn tijdelijke immobiele lot.
Nu nog proberen uitvissen waarom hij zo vreselijk warm wordt, en we zijn er helemaal 🙂